achtergrond

Geenstijl

ingelogd als

lid

logout

nachtmodus

tip redactie

zoeken

Arthur van Amerongen - Het intens droevige Nederland van Heere Heeresma

Soep van de week, tevens Stamcafé

Ik identificeer mij graag als een exotische, ruimdenkende libertijnse wereldburger, maar diep in mijn hart ben ik een gesjeesde dominee met de kleinburgerlijke inborst van een Hollandse kruidenier. Niet voor niets is Heere Heeresma mijn favoriete schrijver, en met name zijn epische bundel Zwaarmoedige Verhalen voor bij de Centrale Verwarming heb ik stuk gelezen.

Het kan mij niet treurig genoeg zijn, vrienden, en het verhaal Meneer Frits en juffrouw Lenie spant de kroon qua uitzichtloze, zelfmoordopwekkende, typisch Hollandse droefenis. Het verhaal volgt meneer Frits, die na een toevallige ontmoeting in de stad zijn collega juffrouw Lenie naar haar woning in het Komrijkwartier begeleidt. Meneer Frits moet dan mee-eten bij haar miezerige en kleinzielige ouders en de spruitjeslucht spat van de pagina's af. Tot overmaat van ramp blijkt meneer Frits in een hondendrol te zijn getrapt, en in de warm gestookte woonkamer van de ouders van juffrouw Lenie verspreidt zich al spoedig de lucht van stront. Enfin.

W.F Hermans prees de bundel destijds in een interview met Max van Rooy voor NRC Handelsblad nadrukkelijk als een van de beste binnen de recente Nederlandse literatuur. Hij benadrukte dat de verhalen over de dood zijn, maar dat het geen abstracte of modieuze dood is — zoals bij G.K. van het Reve — maar iets concreets en fysiek: de dagelijkse werkelijkheid van menselijke eenzaamheid en uitzichtloosheid.

Andere werken van Heeresma die iedere reaguurder in zijn Billy moet hebben staan, zijn Een dagje naar het strand (1962), Geef die mok eens door, Jet! (1968) en het meesterlijke Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp (1972).

Deze essayette moet een van de deprimerendste worden die ik ooit voor GeenStijl schreef, maar ik heb helaas toch een dissonante vrolijke noot, want Anton de Goede schreef een prachtige biografie over Heeresma: Een gat in het hoofd. Leven en werk van Heere Heeresma (publicatiedatum 30-9-2025). Uit de folder van de Arbeiderspers: Er is over Heere Heeresma's leven tot dusver niet veel bekend. Logisch ook, HH wilde niet dat er veel over hem naar buiten kwam. Hij wilde ook nooit bekendmaken waar hij woonde. Maar in zijn laatste brief schreef hij dat het ‘tijd is dat een biograaf zich over mijn leven gaat buigen’. Anton de Goede ging op onderzoek uit en sprak talloze mensen die Heeresma goed gekend hebben. De biografie bevat het aangrijpende relaas van Heeresma's dramatische leven, laat zien hoe verstoorde familierelaties sporen nalieten in zijn werk, en ontwart feit en fictie.

Heere Heeresma had iets met Portugal en ik vond de volgende passage: "Ik ga naar Portugal omdat de Bosch-atlas mij vertelt dat de temperatuur in Lissabon in januari 11.8 is en dat is voor Europa uitzonderlijk. Verder heb ik momenteel een sterke behoefte aan eenvoudig leven dat toch niet van komfort ontbloot is. En dat vind ik daar. Of ik het eens ben met een regiem zal het regiem een zorg zijn. Ik ga zeker niet op uitnodiging van een overheid. Was het maar waar, want dat drukt de kosten niet onaanzienlijk. Het is momenteel zelfs de vraag of ik wel een visum krijg voor een langer verblijf. Tenslotte predik ik in de Orde der Torpedisten, een wereldwijde, eksklusieve want zeer hoge eisen aan het moreel stellende organisatie, voor een doelbewust gebruik van de gouden MST - de Molotov-koktail; het springplastic; trotyl. En dat kan je natuurlijk niet straffeloos doen."

Ik heb vrijwel alle werken van Heeresma verzameld. Hij kwam net als ik uit een gezin waarin religie een belangrijke rol speelde. Heeresma zelf heeft zich later nadrukkelijk afgezet tegen dat geloof en de daaruit voortvloeiende morele en sociale beklemming. In interviews en in zijn werk liet hij geregeld merken dat hij de hypocrisie en bekrompenheid van dat milieu sterk bekritiseerde. Zijn literaire werk bevat vaak ironie, maatschappijkritiek en satire die mede voortkomen uit zijn afkeer van autoriteit en opgelegde moraal — iets wat hij deels in zijn jeugd in een religieus gezin heeft ervaren. Dus: niet per se streng in de zin van sektarisch of fundamentalistisch, maar wel met een duidelijke religieuze achtergrond waar hij zich later van losmaakte.

Kijk eens aan! Om precies dezelfde redenen ben ik dol op Jan Wolkers, Maarten Biesheuvel en Maarten 't Hart en ik vrees oprecht dat niemand onder de vijftig hun boeken nog leest. Laat staan dat er überhaupt nog mensen onder de vijftig zijn die lezen (even los van de boekjes over Kieft en Gijp en de Holleederachtigen). Samen met Arie Pos en Nick Muller interviewde ik Vic van de Reijt voor de vriendenglossy Vic - hier de zinderende recensie van literatuurmandarijn Jeroen Vullings, die het geweldig vindt dat uitgevers als Elik Lettinga, Mai Spijkers en Oscar van Gelderen de loftrompet steken over hun geliefde collega - en Vic zegt in dat interview voor HP/De Tijd over de huidige stand van de Nederlandse literatuur dat we weer net zo ongeletterd zijn als in de middeleeuwen.

Meanwhile back on the farm: Franca Treur, Margriet van der Linden, Angela de Jong en Gert Jan van Dijk zijn de laatste exponenten van Heere Heeresma's zwartgallige oer-Hollandse milieu waarin de dood en de angst voor de hel centraal staan. Ik zei toch dat dit een treurig stuk zou worden! Mijn echte ik - de dominee/kruidenier - verdoezelde, camoufleerde en verdoofde ik altoos met excessief drank- en drugsgebruik, maar mettertijd ben ik wijzer en somberder geworden en sinds ik het leven van een asceet leid, is de predikende grutter in mij ontketend. 

Ik ben - op doorreis naar Tel Aviv - even op bezoek in het treurige moederland en het viel mij meteen op hoe reteduur alles is. Een kopje slappe lauwe koffie in een doorsnee achenebbisj uitspanning in de gribus des lands kost 4 euro (8,81484 gulden). Vanuit de Algarve observeer ik mijn tragische moederland altoos met de zogeheten helicopter view en in de media die ik volg lijkt Nederland hartstikke hip te zijn en een soort gedroomde samenleving. In iedere reclame zie ik een blije negerman met een blonde deerne (nooit eens een krasse zestiger met een piepjonge juffrouw van de Ivoorkust of uit Gambia) die samen de afwas doen, samen tuinieren en samen bakfietsen met koffiekleurige blije kindjes. Ook de Nederlandse treurbuis doet aan wensdenken en overal kom ik diezelfde beelden tegen van die vrolijke melting pot. De maakbare, peperdure samenleving van Groep Frenske wordt de Nederlander in de maag gesplitst. Denk aan maïskorrels die door een trechter in de strot van de gans worden gepropt zodat het beessie een mooi dikke lever voor de foie gras krijgt. 

Ik heb de afgelopen week veel gefietst door het bosrijke hart van Nederland (Veluwe, Utrechtse Heuvelrug, het Gooi) en overal zag ik roomblanke families. Vaak op de fiets, maar ook op terrassen en bij speeltuinen en andere uitspanningen. Ik heb in een week tijd letterlijk nul mensen van kleur of mohammedanen op een fiets gezien. Het personeel en de clientèle op de terrassen was arisch en hoogblond en sprak gewoon Nederlands. Kom daar maar eens om in de hel van 020.

Ik was bij de wereldberoemde poffertjeskraam van Corn de Haan in Laren en bij het legendarische pannenkoekenhuis De Vuursche Boer in Lage Vuursche en ook daar sprak het voltallige personeel keurig Nederlands en was er geen velden of wegen een persoon van kleur te bekennen, laat staan een mohammedaan in een soepjurk of in een boerka. Overigens regende het de helft van de tijd, en ook dat deed mij terugdenken aan mijn droevige jeugd op de Veluwe. Hoeveel voetbal- en korfbaltoernooien werden niet afgelast door de regen! Tijdens mijn safari door het echte Nederland viel mij dus op hoe pokkeduur alles was geworden. 

Bij Ongehoord Nederland zag ik een schokkend item over een dagje vakantie in eigen land. Een gezin met twee kinderen dat een dagje naar Scheveningen gaat met de trein, is 500 euro kwijt. Met die vijf meier kan je twee weken all-in naar Albanië, vrienden, inclusief ticket vanaf Lampegat en heul veul drankjes op de stranden van Himarë, Dhërmi en Sarandë.  Mijn expeditie door het hart van Nederland voelde als een spagaat: enerzijds vond ik het mooi om weer even terug te zijn in het land van mijn jeugd, al was alles destijds vier keer goedkoper. Anderzijds werd ik overmand door hetzelfde beklemmende gevoel dat ik destijds als puber al had: 'Ik moet weg uit dit brave openluchtmuseum, dit geborneerde Land van Ooit vol gekloonde laven. En een van hen ben ik,' dacht ik voortdurend, en op de fiets in de regen door de bossen van Lage Vuursche zong ik die fijne hommage aan Nederland van ons aller protestzanger Armand. Ik sluit af met een vrolijke passage uit Een dagje naar het strand van mijn favoriete schrijver.  

Werd het geen tijd voor algehele reorganisatie? Te laat, alleen mobilisatie en krachtig verweer konden nog iets redden. Hij voelde zich rot en was blij met de regen, die geluidloze weemoed, een passende gezel. Hij was gesignaleerd als een bonte hond, maar waren daartussen geen schitterende kleuren te ontdekken? Alleen voor mijzelf. Men kan mij straffeloos en op klaarlichte dag overvallen en allen zullen glimlachend toezien.

God onze Vader, bad hij zachtjes. Laat mijn remweg niet te lang zijn. Voorkom met Uw goedertierenheid een fatale botsing. Geef mij als ik mag kiezen Walijne mee op de vlucht. Ik beloof U het niet te zoeken in verre landen. Ik wil mij slechts vestigen in een veenkolonie of in het merengebied, de Biesbosch. Ik zal de grenzen respekteren. Laat eenmaal Uw wil geschieden waarnaar de mijne haakt.

Ze stapten over in een snelle gele, die voortzoevend en bijna zonder te stoppen naar het strand en de zee rende.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.

GeenStijl.nl is een uitgave van GS Magenta B.V.