Ode aan de burgerman
Wordt Tuur nou zuur?
door Arthur van Amerongen
Eerlijk gezegd was ik een beetje van slag toen ik de ongekend felle reacties onder mijn respectvolle lijkrede voor Peter Klashorst (dat zijn herinnering tot een zegen mag zijn) las. Het argumentum ad hominem betrof vooral mij en niet de dode kunstenaar. Ene Harvey Terhorst schreef op mijn Supstek-wandje naar aanleiding van de necrologie:
Arthur, ik denk dat jij de jaren 80 te veel romantiseert, jij was alleen bezig om je geld bij elkaar te hosselen om je bruin te scoren. Ik kan me niet herinneren dat ik jou ooit in de Mazzo heb gezien, je doet veel aan name dropping en je behoorde niet echt bij de scene die je beschrijft. Misschien wilde je dat wel, maar je was een junkie.
Maar de crux van mijn essayette was vooral een nostalgische terugblik op de jaren tachtig en nergens in het stuk pretendeerde ik net zo’n rouwdouwer te zijn geweest als Klashorst. Het doet dan ook pijn dat Harvey mij afserveert als een verslaafd muurbloempje in de Mazzo, de stille jongen uit Ede die nooit werd opgemerkt. Ach, wie kent die intens droevige scène uit Happiness (van Todd Solondz) niet: een klerk die al een eeuwigheid op de telephone sales werkte, blijkt te zijn overleden en een lieve empathische medewerkster, een van de drie zussen in de film, vertelt verschrikt dat haar collega dood is. Blijkt niemand in de kantoortuin te weten over wie zij het heeft. Ik ben dus die nobody die niemand ooit heeft opgemerkt in het door mij zo geromantiseerde Amsterdam van de jaren tachtig. Godverdomme. Je suis Donnie Darko.
Wat vooral kwaad bloed zette bij de reaguurders, was de kwinkslag die ik maakte naar de koene toetsenbordridders, die onder hun dakkapel in de vinex met het speeksel op de lippen iedere kerel afzeiken die heerlijk hoert & snoert, die geen baas heeft, die snuift en zuipt en die thuis geen Samantha heeft die hem elke keer vervloekt als hij zijn sokken of boxershorts laat slingeren of de ijskastdeur open heeft laten staan. Gasten die ervan dromen om Samantha na dertig jaar huwelijk eindelijk eens in haar poepertje te mogen naaien. De zedenprekers van de nieuwe preutsheid.
Collega Pritt waarschuwde mij de afgelopen week: “Tuur, misschien moet je wat minder humor en ironie in je stukjes gebruiken. Nu neemt niemand je serieus omdat je je overal met een gebbetje vanaf maakt. Niemand ziet jouw pijn. En ze vinden jou maar een tragische, snuivende, spuitende alcoholist die eenzaam en alleen in een plaggenhut in de Algarve woont en teert op zijn “ruige” verleden. Probeer gewoon eens een stuk in de tone of voice van de reaguurders te schrijven, misschien hark je dan een paar positieve reacties binnen.”
Die ongetwijfeld goedbedoelde bezorgdheid van Pritt kwam nog harder aan dan de smerige opmerking van die kut-Harvey. Vooral omdat ik diep in mijn hart een burgerman ben. Al mijn hele leven ben ik op zoek naar zielenrust en ik wil, voor ik sterf, dat gapende gat in mijn hart dichten. Ik kom hier zo op terug, maar laat ik even een paar reaguurders in het zonnetje zetten. Hardwerkende, vaderlandslievende familiemensen die terecht kanttekeningen plaatsen bij mijn oeverloze gekoketteer met de zelfkant.
DrJaap:
Tuurlijk, zet de burgermannetjes maar weer met dedain aan de kant. Dezelfde mannetjes die dit land hebben gemaakt tot wat het is met hard werken, verantwoordelijkheid nemen en er voor zorgen dat hun nageslacht gezond en in veiligheid kunnen opgroeien. Elke generatie een betere versie van de vorige en daarmee een volk tot ontwikkeling en uiteindelijk verlichting brengen. In deze - en alleen maar in deze 'rijke' samenleving is er ruimte voor een enkele artiest die een aantal checks mist en ondanks dat toch zijn bandeloze leven kan/mag leiden. Iets meer dankbaarheid richting de lulletjes zou passend zijn, wetende daarmee een kansloos appèl te doen op verantwoordelijkheid en sociaal talent.
Barend Braakbal:
Andy Warhol zei het als volgt: "er is niets zo burgerlijk als de angst om burgerlijk te zijn.” Eigenlijk is Arthur van Amerongen een heel burgerlijk mannetje.
Heer Braakbaal, het betreft hier een zogeheten misquote: Het was namelijk mijn grote held en voorbeeld Tom Wolfe die in The Painted Word schreef: “Andy Warhol. Nothing is more bourgeois than to be afraid to look bourgeois” .
King of the Oneliner:
[zwaar sappig Vlaams accent aan zet]
"Overdag is den Arthur een doodgewone man met een gerespecteerde baan bij één der belankrikste grootstedelijke uitgeverconglomeraats, maar na de noen kleed hij zich om, om het rauwe nachtleven ien te duiken. Vaak komt hij pas den volgend morgen volledig aangeschoten weer thuis, waar slechts zijn honden op hem staan te wachten. Wij volgen Arthur op één van zijn avonturen in de onbekende wereld van druks, seks en dames van licht allooi..."
Wiebenick:
Dat afgeven op "de kleine man" die bekrompen zou zijn, met neerbuigende smalende verhandelingen over Samantha en broodtrommeltjes achterop, het verheerlijken van onaangepastheid en goorheid dat voor ruimdenkend moet doorgaan, dat is pas kleinburgelijk. Hiermee solliciteer ik uiteraard voor een plekje in Arthur's Hall of Shame.
Bij deze, heer Wiebenick.
Maar er waren gelukkig ook een paar empathische reacties.
Forecastle:
Wanneer ik pissig ben op een reaguurder, wat met de palliewappies onder de reaguurders nog al eens gebeurd, gooi ik dat er uit en word ik gejorist. Maar goed, fijn dat Arthur dat nu voor mij doet, welliswaar in verband met een ander onderwerp. Ik word niet gejorist en word toch bediend in mijn gram over de zielige klein burgelijkheid die zo kenmerkend is voor menig figuur hier in de burelen. Bedankt Arthur.
Duwbak_Linda:
Volgens mij woont auteur nu in het Drenthe van de EU en vindt hij het heerlijk dat het daar saai is. Wel mooi weer. Zijn punt is (vul ik even in) dat we met ons allen wel heel erg zijn teruggezakt in een benauwende kleinburgerlijke moraal. Zeg maar wat we uitvergroot zien bij D66'ers (die stom zijn). En dat ben ik wel met hem eens.
Maar die ochtend- en avondluchten daar… Prachtig.
Overigens dacht ik lange tijd dat Linda een lekker meisje was, tot een attente reaguurder mij wees op een arrest van de Nederlandse Hoge Raad.
Ik schreef hierboven dat ik diep in mijn hart een burgerman ben. Welnu: hier een schets van de dagelijkse realiteit van mijn keurige saaie bestaan. Ik ga iedere avond met de kippen op stok en ontwaak ‘s anderendaags ver voor het hanengekukel, indachtig een wijze uitspraak van de Boeddha: “Slaap is de beste meditatie”. Dit is geen beeldspraak, want mijn huisbaas Quim heeft kippen en een haan, al zijn een paar van zijn gevederde vriendjes recentelijk verscheurd door Zelda, een van zijn hondjes. Voor dag en dauw ga ik met mijn twee hondjes Matcha en Tita (die amper nog kan lopen door de artrose) naar het strand voor de deur van mijn fermette, en als ik terugkom, serveert mijn verloofde Carolina - met wie ik reeds elf jaar lief en leed deel - het ontbijt. Gematigdheid is mijn middelste naam en ik eet twee geroosterde boterhammetjes met Philadelphia smeerkaas (de light-variant). Daarna maak ik een wandeling van 40 minuten door de zoutmijnen voor mijn deur, met een rugzak als extra gewicht. Daarin zit voor 10 kilo aan boeken. Als het hoogwater is - ik woon aan de Waddenzee van Portugal - zwem ik drie kwartier. Verder zie ik vier keer per week mijn personal trainer Rui, die mij gedurende een uur afbeult. Ik ben dan ook 15 kilo afgevallen sinds begin maart en neen: het betreft geen aids.
Ik was altijd een enorme zoetekauw maar heb al zes maanden geen koekjes, chocola en ijsjes genuttigd. Dat heet discipline, en mede door die discipline ben ik al heel lang geleden van de heroïne afgekickt. Ik moet eerlijk toegeven dat ik hoogstens één keer per maand zin krijg in een lekker pijpje krek - meestal als ik teveel gedronken heb - en dan fiets ik naar een krekhuis in de stad, waar de paradijsvogels van het nachtleven zich verzamelen en ik, de joviale gulle blanke man, mijn dure dope gretig uitdeel aan de verschoppelingen van deez’ aard. Drinken beperk ik tot een binge, eens per week. Ik drink dan twee flessen wijn, daarna een pikketannussie en dan kom ik in de gevarenzone, want dan krijg ik zin in dope. Meestal verman ik mij en blijf ik thuis, en ga ik plaatjes draaien (BLØF, Acda en de Munnik en Coldplay), die ik deel op Twitter. Of mensen er nou naar luisteren of niet. Ik zwelg dan in herinneringen, en denk vol weemoed en saudade terug aan die tijd in Amsterdam in de jaren tachtig. In dat godverdommese Mokum waar niemand mij ooit heeft opgemerkt.
En verder werk ik mij uit de naad, heb ik iedere week veel deadlines en publiceer ik gemiddeld twee boeken per jaar bij uitgeverij Ezo Wolf. Ik lijk dus in geen enkel opzicht op Peter Klashorst of Herman Brood, en dat wilde ik even rechtzetten. Ik ben een muurvast onderdeel van de hoi polloi van de Algarve en een grotere burgerman dan ik bestaat er niet. Daarom sluit ik af met een plaatje van The Kinks, die beter waren dan de Beatles en de Rolling Stones, al zijn Mosterd en Ronaldo het daar niet mee eens.
Reaguursels
Dit wil je ook lezen
De nieuwe zedenprekers, moraalridders en fatsoensrakkers:
hoe reaguurders walgen van een dode kunstenaar die duizenden vrouwen neukte
[SOEP VAN DE WEEK in Het StamCafé]
Hij was maar een persoon van kleur. Zoiets haal je niet in huis.
Soep van de Week & tevens StamCafé
Hilarische rechtse humor en linkse azijnbekken...
...die alleen maar zuur kunnen gniffelen om de kapsels van Trump, Wilders en Javier Milei
Ozempic: de zombiedope voor dikzakken.
Ik postte gisteren deze twiet en dat was vragen om ellende.
(Tevens StamCafé, met gratis blokjes cheddar, chorizo & witte wijn)