achtergrond

Geenstijl

login

word lid

nachtmodus

tip redactie

zoeken

Hilarische rechtse humor en linkse azijnbekken...

...die alleen maar zuur kunnen gniffelen om de kapsels van Trump, Wilders en Javier Milei

door Arthur van Amerongen

Ik keek van de week naar de documentaire Dancing for the Devil op Netflix en het viel mij voor de zoveelste keer op dat het gros van de Amerikaanse vrouwen zaaddodende stemmetjes heeft. Daarom zet ik altijd het geluid uit als ik naar porno uit de Verenigde Staten kijk. Bij Duitse porno laat ik het geluid aan, want de actrices in die rolprenten produceren lekker-zware Teutoonse geluidjes.

Ik dacht altijd dat het een genetische kwestie was, die enge cartoonstemmetjes van Amerikaanse vrouwen, maar het blijkt te zijn aangeleerd, zo bleek uit een diepgravend onderzoekje dat ik uitvoerde met behulp van Google en Twieps.

Op Quora vond ik een aantal interessante hypotheses en in mijn lievelingswoordenboek vond ik het fenomeen Vocal Fry.

1. When one draws out a word, usually in a deep, croaking, voice. 2. Is the lowest vocal register and is produced through a loose glottal closure which will permit air to bubble through slowly with a popping or rattling sound of a very low frequency. 3. How the Kardashians speak.

En dan is er nog uptalking: A way of speaking that puts an upward inflection on the last word of a statement that makes it sound like a question when it's not. (Common among teens and surfers.)

Dit filmpje is een schitterend voorbeeld van vocal fry en uptalking!

De onvergetelijke Frank Zappa maakt die rare piepstemmetjes al belachelijk in het heerlijke Valley Girl.

Zappa is een van mijn grote helden en hij hoort in het Pantheon van de Beste Musici Aller Tijden. Het zal me echter niks verbazen als hij eerdaags postuum wordt gecanceld vanwege queerfobie, misogynie, judeofobie, personen-van-kleurfobie en katholiekenfobie. Het zou de Umwertung aller Werte zijn: een van de meest progressieve kunstenaars van de vorige eeuw gedegradeerd tot een male, racist, chauvinist, queerfobic, xenophobic pig.

Ik voel veel verwantschap met Zappa, want ook ik ben afgeserveerd door de juffies van de linkse kerk. Uiteraard in het Engels, de voertaal van woke Nederland: To study the dynamics in the alleged ‘crisis of masculinity’ through a case-study, this contribution makes a posture analysis of columnist Arthur van Amerongen. By exploring his posture and the field that speaks from it, it becomes clear how mechanisms such as sexual nationalism, masculinnocence, and recurring anti-feminism tropes give shape to masculinity. Van Amerongen performs a victimized hegemonic white masculinity: he embodies the type of dominant masculinity, but claims to have lost the hegemonic position in the gender hierarchy. Coming from a heteronormative, phallogocentric worldview, he portrays a domination over white masculinity by third wave feminism that favours potentially dangerous cultural and religious diversity. When speaking of topics regarding boundaries, sex, gender, or other ethnicities, his posture is repeatedly ambiguous. This use of detours to attain masculinity underscores the professed shift in the gender hegemony.

Ik vind mijzelf bijzonder geestig (Andrew Tate met humor), maar dat onbetwistbare feit vind ik nergens terug in het proefschrift van Emma Gosses, die er uitziet als Sunny Bergman maar dan dertig jaar jonger en zonder de desastreuze gevolgen van decennia lang cocaïnegebruik.

Ronaldo schreef deze week een geestig stukje over flapdrol Jarl van der Ploeg, cursiefjeskrabbelaar bij de Volkskrant. Hij is een kloon van Rutger Bregman, Julien Althuisius en Jens van Trigt, met dezelfde zuurkoolbaard en dezelfde gemene kaalheid, al moet ik zeggen dat Van Trigt nog iets mannelijks heeft: denk aan een Oostduitse verdedigster, vroege jaren zeventig (Frauenfußball, 1. FC Lokomotive Leipzig).

Ik heb Jarl van der Ploeg nog nooit op een grapje betrapt. Het enige grappige aan Jarl is zijn voornaam, die rijmt op tarrel. Hij en al die andere eunuchen doen vreselijk hun best om in de harem van de woke wijffies te mogen vertoeven en specialiseren zich daarom in “humor” die door die wijffies wordt gewaardeerd.

Ik heb daar al eens over getwiet:

Pieter Klok, de hoofdredacteur van de Volkskrant, schreef eens het belangrijk te vinden dat columnisten oprecht maatschappelijk betrokken zijn. Cynisme vindt hij minder interessant. Ik had en heb geen enkele boodschap, ik vind dat een column geestig moet zijn, puntig, het bloed onder de nagels van de lezers vandaan moet halen en bovenal dat de column goed geschreven moet zijn. Dat is de makke van het enorme leger Nederlandse columnisten: er zijn er maar heel weinig die het Nederlands tot in de puntjes beheersen. De taal is het belangrijkste gereedschap van de columnist. En de humor. Daarnaast heb ik bij veel columnisten van het kaliber Tarrel van der Ploeg het idee dat ze een politieke agenda uitvoeren. Ze prediken. Of het nou tegen de PVV is of voor Hamas. En daar ben ik allergisch voor, voor moraalridders. Als ik de bespottelijke termen ‘persoon van kleur’ of ‘witte cisgenderhetero’ gebruikte in de Volkskrant, snapte een deel van mijn lezers dat dat grappig bedoeld is. De Volkskrant was voor mij de aangewezen krant om ketelmuziek te maken.

Ik beschouw mijzelf als een expert op het gebied van binnenlandse en buitenlandse humor en maakte met Rob Muntz een documentaire over de teloorgang van de Nederlandse gulle lach.

Een korte samenvatting van de potkast:

Vroeger lachte men in Nederland om alles: om dikke mensen, om een hazenlip, een waterhoofd en een klompvoet, om homoseksuelen, om Chinezen, om Surinamers en om gastarbeiders. Eeuwenlang kregen Nederlanders een bijnaam die bij voorkeur verwees naar een lichamelijke afwijking. Tegenwoordig is iedereen maar gekwetst. Woorden doen pijn: au au au. De Humorpolitie heeft het drukker dan ooit.

Arthur van Amerongen: “Ik ben opgegroeid met Snip & Snap, Dorus, Wim Kan, Toon Hermans, Paul van Vliet, Max Tailleur, Henk Elsink, Jan Blaaser en Fons Jansen en gans het land brulde zich te barsten als deze humoristen op de televisie of de radio waren. Dan was het stil op straat. Dan daalden de misdaadcijfers, die toen overigens niks voorstelden. Bij iedereen hing een touwtje uit de brievenbus.”

Neerlands Hoop in Bange Dagen doorbrak de vicieuze cirkel van oubollige Hollandse humor tussen de schuifdeuren, advocaatje met slagroom, omaatjes die in hun wollen onderbroek plasten van het gieren en opa’s die zich verslikten in de bolknak. Nu zijn we weer terug in de jaren zestig. Toen moesten Bram en Freek de heilige huisjes in elkaar trappen, nu moeten een handvol columnisten dat doen. Want het cabaret in Nederland is dood, op Theo Maassen en Hans Teeuwen na. Probeer maar eens een geestige quote te vinden van professor Wekker, Sylvana Simons, Claudia de Breij, Anja Meulenbelt, Sunny Bergman of haar copycat Stella Bergsma.

Van Amerongen en Muntz togen naar het mediapark met de vraag of er nog humor is in Nederland en of er verschil is tussen linkse humor en rechtse humor. Aan het woord komen Matthijs van Nieuwkerk, Erik "hoofdpiet" van Muiswinkel, Frits Barends, André van Duijn, Freek de Jonge en vele anderen. Kortom: dit is de Lach-of-ik-schiet-show van Ongehoord Nederland.

Over humor gesproken: de altijd attente Renzo Verwer mailde mij de link van een essay op het onverdachte One World, met de veelbelovende titel: ‘RADICAAL-RECHTSE HUMOR IS EEN MACHTIG POLITIEK WAPEN’.

Ik word verdorie nog aan toe niet genoemd, maar GeenStijl gelukkig wel:

In de vroege jaren 2000 ontstond online de ‘alt-right’-cultuur: een losjes georganiseerde internetcultuur gebaseerd op een giftig mengsel van humoristische memes, een herkenbaar eigen jargon met veel incrowdhumor, radicaal-rechtse ideeën en agressieve onlinecampagnes tegen iedereen die hen niet zinde. In Nederland ontstond in 2003 GeenStijl, een typisch Hollands mengsel van studentikoos antiautoritarisme en rebels-rechtse internetcultuur.

Vervolgens: Maar wat moeten we dan met radicaal-rechtse humor? De eerste les: we moeten die humor serieus nemen en niet weglachen. In België begrijpen ze dit beter dan in Nederland: in maart werd Vlaams Belang-politicus Dries Van Langenhove veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf wegens het aanzetten tot haat via memes en ‘mopjes’, zoals hij het zelf noemde. De tweede les: humor kan ook een krachtig wapen zijn tégen radicaal-rechts. Maar dan moet het wel goed ingezet worden. Niet ‘trivialiserend’, zoals Basu het noemt, wel confronterend. Arjen Lubach bewijst al jaren dat je politieke opponenten succesvol belachelijk kunt maken zonder hun invloed te onderschatten. In 2017 presenteerde Lubach in Zondag met Lubach een item over Geert Wilders, waarin hij uitlegde dat diens plannen volstrekt onuitvoerbaar zijn. Het item, ondersteund door de hashtag #hoedan, ging viraal, wat volgens communicatiewetenschapper Mark Boukes impact had op opinievorming en stemgedrag van kiezers: een significant aantal kiezers die eerder overwogen om op Wilders te stemmen, zag daarvan af. Laat dat nou de humor zijn waar we in deze tijd behoefte aan hebben.

De schrijver van deze hilarische tekst is humorprofessor Dick Zijp, een vriend van de show.

Ook ik volg professor Zijp al jaren en schreef eens:

Deze week dook er weer zo’n lid van de Bij1-Sturmabteilung op, notabene in mijn Volkskrant! Ik had nog nooit van Dick Zijp, humoronderzoeker en docent aan de Universiteit Utrecht, gehoord. Op Twitter omschrijft hij zich als cultuurwetenschapper – humor onderzoeker – cabaret autoriteit – feminist – laatste millennial zonder podcast – PhD over NL cabaret aan UU – criticus bij De Groene. Da’s een hele mond vol! Dick Zijp: nomen est omen. Ik ruik mest, pepermunt, het zweet van kerkgangers in hun zondagse pak, donderpreken, de hel, schuld en boete, karnemelkse pap, spruitjes en geronnen zaad in een ouwe panty. Vervolgens ging ik Dick’s twietjes checken. En ja hoor, daar kwam de aap al snel uit de mouw: Dick is een fanatieke Bij1-bruinhemd! Ik ging de beste man uitgebreid googelen en het is echt vreselijk wat hij allemaal predikt, uiteraard gespeend van enige humor. In zijn natte hersenscheet in de Volkskrant poneert hij het volgende: humoristen onderschatten in hun naïviteit dat humor ook bestaande machtsverhoudingen en hiërarchieën versterkt en bevestigt. Humor is altijd verbonden met macht en die is ongelijk verdeeld.

Humoronderzoeker Zijp sluit zijn natte hersenscheet in de Azijnbode af met een bruin remspoortje in zijn witte damesonderbroek:

“Het debat over humor kan ook verdieping en nuance gebruiken. Dat debat wordt echter in de kiem gesmoord als elke uiting van kritiek of protest wordt weggezet als censuur-poging of uiting van overgevoeligheid. Laten we ophouden met die morele paniek over humor, en een serieus en inhoudelijk debat voeren over zijn kracht en beperkingen.”

Dat humorprofessor Dick Zijp, die er net als Tarrel, Julien et les autres uitziet als een meisje met een baardje, gespeend is van enige humor, vind ik niet erg. Ik vind het wel erg dat hij wil dat mensen met “radicaal-rechtse humor” in de gevangenis moeten worden gesmeten. Bovendien suggeert hij dat humor een geweldig wapen is tegen “radicaal rechts”. Als voorbeeld geeft hij de vreselijke flauwe en voorspelbare Lubach, die er eigenhandig voor gezorgd heeft dat Wilders een paar zetels heeft verloren. Wanneer was dat dan? Eergisteren? Tijdens de laatste Tweedekamerverkiezingen?

BIJ1, Scientology, de Jehova’s, de kraakbeweging, Antifa, BLM, KOZP, Omroep Zwart, de islam en het columnistenlegertje van de Volkskrant: het zijn allemaal sektes en in sektes wordt nu eenmaal niet gelachen omdat het dogma heilig en onfeilbaar is. Dick Zijp is een non-binaire kletskous die het nog ver geschopt had als humoradviseur van Joseph Goebbels, al was hij dan verschrikkelijk aan zijn einde gekomen tijdens de Nacht van de Lange Messen.

Ik sluit af met een briljant interview over cancel culture, censuur en andere kwesties met De Grote Meester hemzelf.

Reaguursels

Dit wil je ook lezen

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.