Hee Jesse. Dat is niet mijn Westrand, vriend
Roosendaal, een doorsnee provinciestadje in West-Brabant. Er is niet zo veel mooi aan, er is niet zo veel lelijk aan. Er is niet zo veel mis mee, en er is niet zoveel goed aan. Als je er vandaan komt, moet je altijd uitleggen dat het tussen Bergen op Zoom en Breda ligt, want dat kennen mensen wél. De stad zelf is ook niet zo heel aantrekkelijk. De ligging des te meer, vooral voor handel en bedrijvigheid. Voor het economisme, zou Jesse Klaver zeggen, maar dat woord betekent eigenlijk helemaal niks.
Roosendaal is de laatste halte voor de Belgische grens - Antwerpen in een half uur, tenzij je de krakende boemel pakt via Essen, Kalmthout en Luchtbal - en ook de rijksweg A16 naar de havens van Rotterdam en Antwerpen ligt vlakbij. Nog steeds huizen veel logistieke bedrijven op één van de Roosendaalse industrieterreinen met van die typische snelwegbordnamen als Borchwerf, Borchwerf II en Majoppeveld. Philips had er tot voor kort een grote fabriek, waar ze TL-buizen maakten. De hele wijk ernaast, de Kalsdonk, heet in de volksmond nog steeds 'Philipswijk', ook al is de oude arbeiderswijk met zn piepkleine huisjes en roodbruine klinkerstraten grotendeels gesloopt en door 21e eeuwse nieuwbouw vervangen. Sociale huur, maar ook koopwoningen voor de provinciale portemonnee. Geen idee wat de Brabantse term voor 'gentrificatie' is, maar dat is wat het is. In de Spoorstraat staan nog wat oude Philipshuisjes. Snoepmaker Red Band zit ook daar, in een mooie fabriekerige fabriek. In die hoek vind je ook Peeters Produkten, beter bekend als producent van Duo Penotti. Transportreus Jan de Rijk heeft z'n hoofdkantoor in Roosendaal - werkgelegenheid genoeg dus, in de economistische sectoren.
Aan de andere kant van het spoor, bij de haven, is de Suikerunie helaas weer weg, maar de Koninklijke Van Gilse Kandijfabriek - van de schenkstroop - zit er nog wel. Al bijna 135 jaar, in de Westrand - het deel van de stad waar GroenLinks-lijsttrekker Klaver opgroeide en dat onlangs door hem tot probleemwijk is bestempeld tijdens een teleprompterspeech in een hippe hoofdstedelijke danssalon. Ondergetekende komt ook uit Roosendaal, ook uit de Westrand - maar ik herken me absoluut niet in het door Klaver geschetste beeld van de wijk.
"In de Westrand zie je de gevolgen van globalisering en toenemende ongelijkheid. Bewoners hebben niet geprofiteerd van economische globalisering maar hebben wel de wereld in hun wijk gekregen. Ze zijn het economisme beu. En politici zeggen dat we verdeeld zijn maar ik geloof er geen zak van. Diep van binnen zijn we allemaal empathisch", zei Jesse in zijn Westrandspeech. Als een beetje onkruid tussen de tegels en wat vuil op straat het gevolg is van globalisering, ja, dan zie je het wel. Maar dat bedoelt-ie vast niet. Dat mensen 'niet geprofiteerd hebben', is ook maar een halve waarheid: de wijk heeft deze eeuw steeds meer voormalig Oostblokkers zien komen, en die profiteren met hun EU-werkvergunningen juist wél van de economische globalisering en de daarvoor omhoog gezette grensbomen. Een verrijking die we aan de EU te danken hebben, waar Jesse's GroenLinks overigens groot voorstander van is. Want zijn club is empathisch. Behalve voor de Westrand - die wordt bedolven onder de grote woorden van het linkspopulisme.
Roosendaal is de laatste halte voor de Belgische grens - Antwerpen in een half uur, tenzij je de krakende boemel pakt via Essen, Kalmthout en Luchtbal - en ook de rijksweg A16 naar de havens van Rotterdam en Antwerpen ligt vlakbij. Nog steeds huizen veel logistieke bedrijven op één van de Roosendaalse industrieterreinen met van die typische snelwegbordnamen als Borchwerf, Borchwerf II en Majoppeveld. Philips had er tot voor kort een grote fabriek, waar ze TL-buizen maakten. De hele wijk ernaast, de Kalsdonk, heet in de volksmond nog steeds 'Philipswijk', ook al is de oude arbeiderswijk met zn piepkleine huisjes en roodbruine klinkerstraten grotendeels gesloopt en door 21e eeuwse nieuwbouw vervangen. Sociale huur, maar ook koopwoningen voor de provinciale portemonnee. Geen idee wat de Brabantse term voor 'gentrificatie' is, maar dat is wat het is. In de Spoorstraat staan nog wat oude Philipshuisjes. Snoepmaker Red Band zit ook daar, in een mooie fabriekerige fabriek. In die hoek vind je ook Peeters Produkten, beter bekend als producent van Duo Penotti. Transportreus Jan de Rijk heeft z'n hoofdkantoor in Roosendaal - werkgelegenheid genoeg dus, in de economistische sectoren.
Aan de andere kant van het spoor, bij de haven, is de Suikerunie helaas weer weg, maar de Koninklijke Van Gilse Kandijfabriek - van de schenkstroop - zit er nog wel. Al bijna 135 jaar, in de Westrand - het deel van de stad waar GroenLinks-lijsttrekker Klaver opgroeide en dat onlangs door hem tot probleemwijk is bestempeld tijdens een teleprompterspeech in een hippe hoofdstedelijke danssalon. Ondergetekende komt ook uit Roosendaal, ook uit de Westrand - maar ik herken me absoluut niet in het door Klaver geschetste beeld van de wijk.
"In de Westrand zie je de gevolgen van globalisering en toenemende ongelijkheid. Bewoners hebben niet geprofiteerd van economische globalisering maar hebben wel de wereld in hun wijk gekregen. Ze zijn het economisme beu. En politici zeggen dat we verdeeld zijn maar ik geloof er geen zak van. Diep van binnen zijn we allemaal empathisch", zei Jesse in zijn Westrandspeech. Als een beetje onkruid tussen de tegels en wat vuil op straat het gevolg is van globalisering, ja, dan zie je het wel. Maar dat bedoelt-ie vast niet. Dat mensen 'niet geprofiteerd hebben', is ook maar een halve waarheid: de wijk heeft deze eeuw steeds meer voormalig Oostblokkers zien komen, en die profiteren met hun EU-werkvergunningen juist wél van de economische globalisering en de daarvoor omhoog gezette grensbomen. Een verrijking die we aan de EU te danken hebben, waar Jesse's GroenLinks overigens groot voorstander van is. Want zijn club is empathisch. Behalve voor de Westrand - die wordt bedolven onder de grote woorden van het linkspopulisme.