achtergrond

Geenstijl

login

word lid

nachtmodus

tip redactie

zoeken

Waarom Martin Bosma had moeten winnen

De terreur van de macht vereist tegenmacht met een democratisch geweten

Een voorzittersverkiezing in de Tweede Kamer waarin alle partijen benadrukken hoe belangrijk ‘macht en tegenmacht’ zijn voor goed bestuur, maar zichzelf in hun sollicitatiegesprekken met de kandidaten verzopen in modieuze, ijdele waan over diversiteit, inclusiviteit en de positie van transgender Syriërs met een Limburgse vluchtelingenstatus die zich gevangen voelen in het racistische lichaam van een oude Britse koloniaal in een wit tropenpak. Met zo’n helm met kurkjes er aan. Dat is geen verkiezing, dat is een modeshow zonder kleding, gehouden voor louter de eigen ontwerpers.

Het resultaat is Vera Bergkamp, de eerste lesbische Kamervoorzitter met een half-Marokkaanse achtergrond die na wat telefonisch overleg tussen Kaag en Rutte als winnaar uit de melkbus is gekomen. Dat ze een pot met een dubbel paspoort is, wist niemand tot gisteren en boeit geen serieus mens vandaag, maar het maakt de woke-linkse partijen wel blij: behalve het restkartel van vvd, D66 en CDA stemde ook GroenLinks voor de minst bezielde optie van het trio kandidaten. Zien we daar meteen de contouren van uw nieuwe coalitie Rutte IV? Het lijkt er op want iedereen en z‘n onderbuik is wantrouwig en niemand wordt vooruit geholpen in dat “herstel van vertrouwen”, want niet de beste kandidaat maar de koehandel won: als het op de keuze voor het voorzitterschap aankomt was Martin Bosma de Pieter Omtzigt van de kandidaten en had die moeten winnen.

Niet dat Bosma nou zo hard werkt als Omtzigt, overigens. Integendeel - dat opbollende coronabuikje verraadt zijn intrinsieke luiheid. Maar hij speelt het spel wel op inhoud, niet op de man. Ja, ook in zijn heerlijke tirades tegen Ollongren: laat zijn ironische polemiek je niet afleiden van de kern over goed vertegenwoordigend bestuur. Bij Bosma gaat het - net als bij Omtzigt - over democratische principes, niet over partij-ideologie, laat staan over onderlinge afspraakjes in de achterkamers: waar ze Omzigt proberen daar uit te krijgen, mocht Bosma er überhaupt al nooit in.

Mede daarom gaat het bij Bosma, als lid van een partij wiens miljoen kiezers chronisch worden uitgesloten, over vertegenwoordiging en niet over de zelfverrijking en de baantjescarrousel. Over het volk aan de voet van de ivoren torens, en de kruimels die ze krijgen toegeworpen om over te vechten, niet over zijn eigen weg op de wenteltrap omhoog.  Als iemand een goede scheidsrechter in het spel van macht en tegenmacht zou kunnen zijn, dan is het Bosma, die op (ongetwijfeld ingestoken) vragen van zijn eigen partijgenoot Markuszower over de bouw van een moskee ín de Tweede Kamer zei: Als de meerderheid dat wil, dan komt die er en dan kom ik hem nog zelf openen ook.

Martin Bosma weet namelijk een paar dingen. Ten eerste, dat de meerderheid bepaalt en dat elke stem daarin gelijkwaardig moet worden gewogen als je wilt dat je democratie nog iets waard is. Ten tweede, dat er nooit een meerderheid voor een moskee in de Tweede Kamer zal komen in een land waar kerk & moskee van staat zijn gescheiden. En ten derde: omdat Bosma bij een van de weinige partijen (misschien wel de enige partij) zit waar het lef en de oprechtheid om te zeggen wat je op je éigen lever hebt, belangrijker is dan om eindeloos de nieren van de ander te proeven om te zien of je met elkaar door dezelfde deur naar de macht past.

Met die onvoorwaardelijkheid heeft de PVV zichzelf buiten de macht geplaatst, maar wel tot een stabiele tegenmacht gevormd. Helaas inhoudelijk niet zo controlerend en extreem hardwerkend als Pieter Omtzigt (of Renske Leijten), maar cultureel toch zeker wel, met Martin Bosma als meest democratisch gewetensvolle en betrokken partijprominent. Om van zijn welbespraaktheid maar te zwijgen.

In een Kamer waar de waan van de dag regeert en maffiapraktijken de macht in stand houden, is de hamer van de Kamervoorzitter niet alleen bedoeld om debatten in goede banen te leiden, maar zou het veel meer een vreedzaam wapen moeten zijn om de principiële cultuur van onze liberale democratie te bewaken. Maar kinnesinne, kortzichtigheid en koehandel wonnen het uiteraard weer moeiteloos van tegenmacht, “herstel van vertrouwen” en een kans op “nieuw leiderschap“. Martin Bosma is de beste voorzitter die ons nooit gegund zal worden.

Tegenmacht met een democratisch geweten

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.