Annus Horribilis 2023 – De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (24)
Van Amerongen, voor jouw handelwijze is maar één woord: verachtelijk.
Het morele gehalte kennende van het verdienmodel dat je deelt met GeenStijl, heb ik geen enkele illusie dat mijn reactie zal leiden tot een rectificatie, laat staan een excuus.
Ik wilde je alleen laten weten:
Het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven.
Bert Vuijsje,
***Rosa Spierhuis
zaal 3
Hector Treublaan 97
1251 CG Laren ***
Donderdag 15 juni
Kijk, dit vind ik nou een geestig begin van een donderpreek (de volledige brief van fascistenjager Vuijsje vindt u in verderop in mijn lief dagboek, see you in court):
Ik heb er vrede mee als mensen mij voor ‘boomer’ uitschelden want dat ben ik niet. Gisteravond ook weer. Deel 23 van mijn opus magnum ‘Annus horribilis 2023 – De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo‘ ging viraal, een longread van 4500 woorden over mijn favoriete schrijvers Jan Arends, A. Moonen, Maarten Biesheuvel, Robert Loesberg en Richard Klinkhamer. Ik had eigenlijk een waarschuwing aan het mopje bekentenisliteratuur vol diepe zieleroerselen moeten hangen: pas op! Leestijd drie uur! Maar het was al te laat: een reaguurder schreef heel geestig: ‘O.K. Boomer’. Kennelijk was deze meneer niet heel hoog opgeleid want anders had hij ‘TLDR’ getikt: Too Long; Didn’t Read. Ik had dan weer kunnen reageren met een mooie oneliner van Mark Twain: ‘I apologize for such a long letter – I didn’t have time to write a short one.’
Ik lees alle reacties onder mijn stukken op GeenStijl en vaak zijn die heel betrokken. Zo schreef Duwbak_Linda vorige week: *Ben wel benieuwd naar die inner Hitler. Misschien eens interviewen? Serieus bedoeld. Waar haal je de kracht vandaan om zo rigoureus je leven om te gooien en dat vast te houden? Is het boosheid, of inzicht, acceptatie, levenservaring? Of een combinatie van. Interessant wel. *
Kijk, dan sta ik even met de mond vol tanden, want liever houd ik mijn dagboek oppervlakkig, vrolijk en onbekommerd. Waar zal ik beginnen, Duwbak_Linda? Ik dacht overigens eerst dat u een aanstootgevend, hoogopgeleid meisje was met cup DD maar daar ben ik dus mooi ingestonken.
Ik meen dat u uit Groningen komt, of daar in ieder geval gestudeerd hebt, en dat kunt u bij mij al geen kwaad meer doen. De gouden jaren van Herman Brood, Jan Rot & The Streetbeats, White Honey, The Meteors, AA & The Doctors, Subway, New Adventures, Boozy, Phoney & The Hardcore, I Spy!
Ik woonde in de tweede helft van de jaren zeventig enige tijd op een wietboerderij in Bergum in Friesland en reisde dan met de kweker regelmatig, zo niet dagelijks, naar de Bunker, ook wel het Viadukt genoemd, aan de H.L. Wichersstraat. Officieel was het een Surinaamse gezelligheidsvereniging, maar als je daar binnen kwam, stonden er zo’n twintig tafeltjes met daarachter mooie meneren van kleur die alle mogelijke harddrugs hadden uitgestald. Het was een soort keti koti, maar dan anders. Ik heb een hekel aan wiet en als dat niet zo was, had ik net zo goed op die boerderij kunnen blijven en me helemaal aap gerookt met dikke chillums, bongs, waterpijpen en wat dies meer zij.
De barkeeper van de Bunker verkocht zilvertjes voor een gulden, keurig geknipte stukjes aluminiumfolie waarmee je kon chinezen. Chasing the dragon dus. De heroïne, blaka of doengroe in het takkietakkie, was zo sterk dat je moest oppassen niet te gaan kotsen in de keurige Bunker, want dan werd je er meteen uitgesmeten. Ordnung muss sein.
Ik ben het contact met Groningen sedertdien nooit echt verloren. Zo had ik nog enige tijd vleselijke kennis aan een voluptueuze studente die in De Drie Gezusters achter de bar stond (Hubertien heette ze volgens mij), deed ik vaak het licht uit in de Benzine Bar en ging ook nog om met de toenmalige praeses van het Groninger Studenten Corps Vindicat atque Polit ('Handhaaft en Beschaaft'), kortweg Vindicat, maar daar werd ik tot persona non grata verklaard, voor het leven, nadat ik daar in de open haard had staan plassen.
Jaren later kreeg ik kennis aan de Groningse held Nanko van Buuren, die baas van IBISS was en de blanke koning van de favela’s. Ik deed de pr voor hem. Het NRC heeft hem na zijn dood geprobeerd te cancelen, de smeerlappen, met een smeercampagne waarin hij beschuldigd werd van pedofilie, en ik heb daar een woedend stuk over geschreven. Hier ontroerende beelden van zijn begrafenis in Rio de Janeiro, en in deze docu die ik met Rob Muntz maakte over carnaval in de Cidade Maravilhosa, komt Nanko ook aan het woord.
Tsja, waar haal ik de kracht vandaan om zo rigoureus mijn leven om te gooien en dat vast te houden? Is het boosheid, of inzicht, acceptatie, levenservaring? Heeft u even, Duwbak_Linda?
Ik heb vanaf mijn 15e intensief gerookt, gedronken en drugs gebruikt. Bijna een halve eeuw dus. Op de een of andere manier zou ik een genetische mazzelaar kunnen zijn, maar mijn moeder en mijn vader - beiden geheelonthouder - zijn jong gestorven, dus de genetische mazzel is onzin. Mijn broertje Gerard overleed aan jeugdkanker, zelfs mijn eerste hondje Blackie ging dood aan kanker, en mijn honden Raya en Jamba ook. De kans dat ik K krijg of heb, is groot. Vandaar de docu Lachen met Kanker.
Ik ben wel vaker radicaal gestopt: tijdens mijn verblijf tussen de mohammedanen van Brussel en tijdens een rondreis van een paar maanden door Zuid-Amerika met mijn verloofde, nu negen jaar geleden.
Ik heb overigens veel prettige herinneringen aan de bacchanalen, de duizenden drinkebroeders en dronken seks met volslagen vreemden. De zucht naar drugs leidde mij altijd naar fantastische plekken waar een verstandig mens nooit komt. Je hebt een bord voor je kop, zei mijn grote liefde altijd. ‘Het is vluchtgedrag. Je houdt jezelf voor de gek. Ga toch eens in de werkelijkheid leven, slappeling.’ Toch bleef ze bijna twintig jaar bij me. Ze wilde dat ik in psychotherapie ging. Dat weigerde ik, want ik vond mezelf niet gek. Mijn moeder, die was pas gek. Dat beaamde mijn ex volmondig. Mijn recreatief drugsgebruik, zoals ik het altijd vergoelijkend noemde, liep begin jaren negentig pas echt uit de hand. Daarvoor was er de honeymoon, zoals dat in drugsjargon heet. De wittebroodsweken waarin heroïne en cocaïne de perfecte bruid zijn. De verslaving sloop er in, zoals de rot in een relatie. Toen ik aan de heroïne verslaafd was, ging ik regelmatig in de bergen wandelen om af te kicken. Dan heb ik het niet over een wissewasje als de Via Algarviana of over kuieren door Umbrië in de voetsporen van Franciscus van Assisi, maar over dodenmarsen. Bij voorkeur beulde ik mijzelf af in de Pyreneeën en de Schotse Hooglanden, geteisterd door een gruwelijke cold turkey, herfststormen en lekkende wandelschoenen. Het is een radicale manier om te ontgiften en als ik destijds een zelfhulpboek had uitgegeven, was ik nu een man in bonis en had ik nooit meer hoeven broodschrijven en inkthoereren.
Ik voelde me eind vorig jaar hondsberoerd en doodziek. Dat was een van de redenen dat ik met Annus Horribilis begon. The end is near! Ik had eerder mijn rechterschouder gebroken omdat ik aan een hondenriem was meegesleurd in een dogfight in de zoutpannen voor mijn deur, en in de nazomer werd ik op de fiets aangereden door een dronken Portugees en brak ik de thoracale 12 in mijn wervelkolom.
Ik kan goed tegen pijn, dat leer je wel van al die gekmakende cold turkeys, maar die rug en die schouder werd me nét iets te veel van het goede. Ik heb heel lang fysiotherapie gehad en dat hielp amper. Ik had flink overgewicht en dat is ook niet echt goed voor het herstel van die twee breuken. Afvallen dus, minimaal 10 kilo.
Ken je het fenomeen katervreten, Duwbak? C’ est moi. Niet meer drinken = geen katers meer = geen katervreten zoals 4 bakken vet voer van de Chinees en dan nog een bak ijs, een puntzak drop, 3 pakken koekjes en 2 repen chocola, weggespoeld met liters cola.
Het voordeel van niet drinken is dat ik niet meer rook. Ik pafte zo 2 tot 3 pakjes weg op een avond, tijdens binge drinken. Ik vind roken echt heel smerig, al mijn hele leven. Ik had 1 voordeel: ik rookte niet als ik niet dronk. Niets smeriger dan mensen die meteen na het opstaan een peuk opsteken. Gadverdamme. Mijn ex Edith (dat haar herinnering tot een zegen mag zijn), was kettingroker en pafte ook in de slaapkamer, met de c.v. in de hoogste stand en de ramen potdicht. Ik slaap het hele jaar met de ramen open, overal ter wereld, waar ik ook woonde. Roken in de slaapkamer is een echte nono.
Mijn laatste drankje was in een pub in Londen, drie maanden geleden, met Volkskrant-correspondent Patrick van IJzendoorn en mijn mattie Neil Syson, ex-sterverslaggever van The Sun met wie ik in Irak en Afghanistan heb gereisd tijdens de oorlogen daar. Dat waren meteen vijftien pinten, en drie pakjes peuken en toen dacht ik die nacht: ik ga dood. Toen ik thuis kwam van die reis door het VK en Ierland, moest ik meteen met mijn lievelingshond Jamba naar de dokter. Die had terminale kanker, twee dagen later heb ik haar in laten slapen. Dat zag ik niet aankomen, ik dacht dat ze nog zeker 3 jaar onder ons zou zijn. Gruwelijk. Jamba ligt in de tuin begraven naast haar zus Raya en ik pink iedere ochtend een traantje weg als ik de rozen op hun graven bewater. Ik ben blij dat ik het rouwproces in totale nuchterheid hebben kunnen doorstaan. Dronken rouwen is dubbele ellende, zo weet ik, want ik was dronken op de begrafenissen van mijn pa en mijn ma en de periode daarna. Ik lees mezelf suf over mensen die met roken en drinken zijn gestopt, dat is een hele wereld op zich. Vaak strontvervelende, slecht geschreven lectuur, tranentrekkend en pathetisch, maar de verhalen van Rob Lowe, Robert Downey jr, Eminem, Elton John etc. zijn hoopgevend.
Ik hoop dat deze totale nuchterheid, inmiddels 3 maanden dus, mij qua schrijven iets gaat opleveren. Zo berekend ben ik dan ook wel weer: voor wat hoort wat.
Nou, dat valt vooralsnog vies tegen hoor, want juist tijdens katers kreeg ik vaak goede ingevingen (in de regel niet bruikbaar voor coherente teksten, maar toch). Wel is het zo dat ik nu veel georganiseerd en meer gedisciplineerd ben, dat is nodig met deze rubriek, en vooral met Europese Patriotten: projecten van de lange adem. En ik heb nog meer boeken in de pen zitten, en schrijven is vooral een kwestie van discipline en veel minder een kwestie van talent en goddelijke ingevingen. En daarmee ben ik mijn innerlijke Hitler aangeland. Dat naargeestige kereltje heb ik nodig om dit vol te houden. Zonder my inner Adolf was het nooit gelukt om uitgerekend in deze zware tijd (lichamelijke ellende, hond dood etc) overeind te blijven. Zo genoeg, Linda. Ik sluit af met een fijn plaatje van geheelonthouder Elton John.
Vrijdag 16 juni
Hittegolf. Ik zit te tikken tussen twee loeiende ventilatoren. Tita -de enige overlevende van mijn Paraguayaanse roedel - kan goed tegen de hitte maar ook haar wordt het bijna te veel. Paraguay ligt op dezelfde breedtegraad als de Kalahari-woestijn en 47 graden vinden de inheemsen daar gewoon. Met mijn lieve Tiet ga ik een paar keer per dag naar de zee voor mijn deur. Ze is dol op zwemmen en dan kan ze afkoelen.
Als Tita dood is, is mijn laatste fysieke band met Paraguay verdwenen. Het leven glipt als zand door mijn vingers.
Paraguay, Israël, Libanon, Rio de Janeiro, alles vervaagt. Hupsakee, even een mopje Bloem voor de gevoelige noot.
Niet te verzoenen is het leven.
Ten einde is dit wellicht nog 't meest:
Te kunnen zeggen: het is even
Tusschen twee stilten luid geweest.
Door mijn chaotische leven was ik nooit in staat geweest om huisdieren te houden. Toch was er altijd die zeurende, bijna bovennormale drang om mij te settelen, een hunkering die voelde als een steentje in je schoen. Tot ik naar Paraguay emigreerde en Jagua zag, de vader van Raya, Jamba en Tita.
‘Neem nooit je wijf mee naar een dierenwinkel, want dan hang je,’ vertelde een Amsterdamse kroegbaas mij ooit. Door zijn café renden een terriër, een poedel en een non-descripte kuttenlikker. Tafelkleedjes werden meegesleurd, alle tafel- en stoelpoten waren aangevreten, overal lagen snippers van bierviltjes. Als de monsters waren uitgeraasd, bedelden ze bij klanten om leverworst en kaas. De hooggeblondeerde vriendin van de uitbater zat zich op te maken naast de gokkast, op de tafel stond een beautycase. Ik ken geen vrouwen met beautycases - die komen kennelijk van een andere planeet. Enfin, ik zag een nest puppies bij een Indiaan en ik was verkocht. Dat was Jagua.
Arturo & Jagua
Zaterdag 17 juni
Off-day. Zin in booze&dope . Het wordt muntthee. Verse munt uit eigen tuin, dat dan weer wel. Noblesse oblige.
Zondag 18 juni
Mooi is dat: Negentien reacties onder mijn bloedstollende reisverslag naar het Rome van Mussolini. Nu weet ik hoe Marcel van Roosmalen en Gijs Groenteman zich moeten voelen als ze iedere ochtend naar de kijkcijfers van hun show koekeloeren. Buurman Bart komt langs om mij te troosten. Terwijl wij genieten van een Indische rijsttafel - mijn verloofde is kok - zie ik ineens dat ik post heb van Bert Vuijsje. Dat verbaast mij enigszins, want de beste man twittert al sinds mensenheugenis dat ik een Berufsverbot moet krijgen omdat ik een fascist ben. Hij was in grijs verleden adjunct bij de Volkskrant en hoofdredacteur bij HP/De Tijd en laat ik nu uitgerekend bij zijn twee love babies furore hebben gemaakt als de Nederlandse Julius Streicher.
Ik vond het eigenlijk wel wat hebben dat deze goedmoedige octogenarius in de recreatieruimte van het Rosa Spierhuis, het geriatrisch verzorgtehuis voor variété-artiesten en andere bohemiens, met een hoedje van papier op het hoofd en een roltoeter in de mond, mijn geschriften aandachtig bestudeert. Mijn trouwste fan!
Toen ik succesvol ging samenwerken met Rob Hoogland, draaide ome Bert pas echt door. Te pas en te onpas noemde hij oom Rob een fascist. Een grove belediging, want iedereen weet dat Hoogland een keurige, onberispelijke gentle giant is, uit wiens mond nog nooit een onvertogen woord is gerold. Vuijsje wist natuurlijk dat het weinig zin had om de Telegraaf te bestoken met haat-tweets, want Hoogland is de vleesgeworden Telegraaf dus richtte hij alle pijlen op mij en mijn opdrachtgevers. Slechts 1 keer twiette Hoogland iets ironisch over Vuijsje en toen waren de rapen gaar. Maar goed, net als Sybren Kooistra - dat zijn herinnering tot een zegen mag zijn - maakte oom Bert er in de recreatieruimte van het Spierhuis een dagtaak van om mij proberen te cancelen bij de Volkskrant en de Telegraaf. @Bertvuijsje, die overigens een hele sympathieke en vooral geleerde broer heeft, voert oorlog met een piepklein trollenlegertje, bestaande uit Piet Lekkerkerk, Henk Spaan, mr. Cindy Smeets, hoofdpiet Erik van Muiswinkel, gediplomeerd heks Natasha Gerson, Sander Schimmelpenninck, Hans Laroes, Peter Breedveld en Joshua Livestro. Dus dan weet u wel hoe laat het is. Maar laat ik ter zake komen. In de Annus Horribilis - Vuijsje noemt het een column maar het is een licht ironisch dagboek - staat een geestig fragment met de heerlijke titel *Nimby’s in Oud-Zuid. Opa Vuijsje tegen asielzoekers. *
“Eigenlijk is deze buurt veel meer wat mensen bedoelen als ze het over ‘de grachtengordel’ hebben dan de grachtengordel zelf, als je bedenkt wie hier allemaal zit. Als Henk en Ingrid van de PVV dat ooit in de gaten krijgen, laten ze er meteen een fragmentatiebom op vallen”, aldus Bert Vuijsje, oud adjunct-hoofdredacteur van De Volkskrant een paar jaar geleden in zijn column Dit is de echte grachtengordel, in Samen, het blad van de coöperatie (juni 2011, pdf).
Als fascistenjager Bert Vuijsje het over Henk en Ingrid heeft, weet de oplettende lezer wel uit welke hoek de wind waait. Tijdens mijn stage bij Propria Cures, ik werd daar aangenomen door Hugo Brandt Corstius en Joop van Tijn, heb ik geleerd om met teksten te knutselen. Het leukste was om citaten te bewerken. Het hoogtepunt van deze helaas in onbruik geraakte vorm van satire was het zogenaamde interview van Theo van Gogh met zijn aartsvijand Hugo Brandt Corstius. Martin van Amerongen, hoofdredacteur van de Groene Amsterdammer, gooide alle uitspraken en citaten van Van Gogh en HBC alias Malle Hugo in een hoed en dat resulteerde dus in dat hilarische interview. Het boek Alleen maar Nette Mensen van Robert Vuijsje gaat natuurlijk helemaal over zijn vader en de nimby’s van Oud-Zuid, dus ik vond het geestig om Bert in een rijtje notabelen te schuiven in een citaat van mijn goede vriend Meindert Fennema, de lieve anarcho-liberaal was zacht gezegd geen grote fan was van bobo Bert Vuijsje. En toen ontplofte oom Bert, als een confettibom in de recreatiezaal van het Rosa Spierhuis, en dicteerde hij deze brief aan zijn mattie Henk Spaan:
Aan: A. van Amerongen
18-06-2023
Dat je in je GeenStijl-column van 5 juni een valse voorstelling van zaken geeft over de kwestie van Samenwerking en de Syrische asielzoekers, wekt geen verbazing. Agitprop is as agitprop does.
De ware feiten zijn als volgt:
Vanuit de vereniging kwam spontaan het idee op om een paar woningen beschikbaar te stellen voor Syrische vluchtelingen. Het voorstel werd met ruime meerderheid door bestuur en ledenraad aangenomen. Daarop kwam kritiek van een klein aantal leden, en daarop besloot het bestuur ook nog een meningspeiling onder alle leden te houden. Daaruit kwam, bij een zeer hoge participatie, een meerderheid van 72 procent vóór, en vervolgens is het plan uitgevoerd.
Samenvattend: een ongewone daad van solidariteit, waaraan menige Nederlandse gemeente of buurt een voorbeeld mag nemen. Want Samenwerking was door geen enkele instantie benaderd met het verzoek, laat staan de aandrang, om Syrische asielzoekers te huisvesten.
Maar dit alles belemmert jou, en je mededenkers bij GeenStijl en elders, natuurlijk niet om in jullie agitprop precies het tegenovergestelde beeld te schetsen.
In jouw column van 5 juni ga je echter nog een stap verder. Je haalt, zogenaamd letterlijk, de kortgeleden overleden Meindert Fennema aan, uit een column die hij in 2016 bij TPO publiceerde.
Dit schreef Fennema volgens jou (onder jouw tussenkop: Nimby’s in Oud-Zuid. Opa Vuijsje tegen asielzoekers):
Het verbaast me dus helemaal niet dat de oud-bestuurder van de VPRO, Arend-Jan Heerma van Voss, Bert Vuijsje, de oud-Maagdenhuisbezetter en oud-PvdA wethouder Pitt Treumann en de oud-assistent van de PvdA burgemeester van Amsterdam, Philip van Tijn (broer van de oud-hoofdredacteur van Vrij Nederland Joop van Tijn) geen vluchtelingen willen opnemen vlak bij hun Harmoniehof in Amsterdam-Zuid.
Wie, zoals ik, de moeite neemt om Fennema’s originele tekst op te zoeken, vindt deze tekst:
Het verbaast me dus helemaal niet dat de oud-bestuurder van de VPRO, Arend-Jan Heerma van Voss, de oud-Maagdenhuisbezetter en oud-PvdA wethouder Pitt Treumann en de oud-assistent van de PvdA burgemeester van Amsterdam, Philip van Tijn (broer van de oud-hoofdredacteur van Vrij Nederland Joop van Tijn) geen vluchtelingen willen opnemen in hun Harmoniehof in Amsterdam-Zuid.
Je hebt het dus bestaan om de nagedachtenis van Meindert Fennema te besmeuren door pure tekstvervalsing: het toevoegen van een flagrante onjuistheid aan zijn door jou geciteerde tekst.
Want in werkelijkheid behoorde ik vanaf het begin tot de warme voorstanders van het plan om Syrische asielzoekers woningen van Samenwerking aan te bieden. Ik ben zelfs lid geweest van de commissie die hun verwelkoming in de buurt begeleidde.
Voor jouw handelwijze is maar één woord: verachtelijk.
Het morele gehalte kennende van het verdienmodel dat je deelt met GeenStijl, heb ik geen enkele illusie dat mijn reactie zal leiden tot een rectificatie, laat staan een excuus.
Ik wilde je alleen laten weten:
Het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven.
Het is zeker niet onopgemerkt gebleven, oom Bert, en daarom gaf ik u dit schitterende podium, de GeenStijl, gratis en voor niks! Ik zie u bij wel bij de Bloedraad voor de Journalistiek. Mr. Theo Hiddema lust u rauw. Een rectificatie eisen voor een hilarische passage in een ironische rubriek met een lachwekkende titel op een satirisch jongerenblog: ik wens u veel succes en personeel, maar dat heeft u al in het Rosa Spier. Over dat verdienmodel moeten we het nog eens een keer hebben, want ik ben daar niet van op de hoogte en mijn boekhouder ook niet. Wel weet ik dat Henk Spaan, Sidney Smeets, hoofdpiet Erik van Muiswinkel, gediplomeerd heks Natasha Gerson, Sander Schimmelpenninck, Hans Laroes, Peter Breedveld en Joshua Livestro een verdienmodel hebben gemaakt van het jagen op fascisten zoals Rob Hoogland en ik.
Dit schreef mijn mattie Hoogland mij in het kader van onze Foute Jongens-briefwisseling:
Weet u wat mij opvalt, mijnheer Van Amerongen? Dat steeds meer maatschappelijk zogenaamd zo intens bevlogen types een voorwaarde verbinden aan de vrijheid van meningsuiting die zij als 'een groot goed' beschouwen: de mening mag niet botsen met de hunne. Is dat wel het geval, dan schreeuwen zij van de daken - hoe minder argumenten, des te luider het gekrijs - dat de persoon die haar uitte een extreemrechtse agitpropper dan wel een fascist is, die de mond zou moeten worden gesnoerd.
Soms, wanneer de betrokkene zijn brood in de journalistiek verdient, dringen zij ook daadwerkelijk op zijn ontslag aan.
Dat is heel eng, mijnheer Van Amerongen.
Ongetwijfeld kent u deze woorden van de grote Noam Chomsky: "Goebbels was een voorstander van de vrijheid van meningsuiting zolang die mening hem aanstond. Voor Stalin gold hetzelfde. Als je echt een voorstander van de vrijheid van meningsuiting bent, dan juich je ook de vrijheid van meningsuiting toe van degenen wier standpunten je verafschuwt."
Aangezien ik u, puur uit lijfsbehoud, nauwlettend volg, ben ik ervan op de hoogte dat u zelf regelmatig geconfronteerd wordt met lieden die met dit citaat van Chomsky hun gat afvegen. Ik herinner mij een naam: Sybren Kooistra. Hij is iets groens en iets links en verspreidde onlangs deze tweet: "Iemand huilt. Ik ben de baas. Mag ik haar een knuffel / hand op de schouder geven? Serieuze vraag." Die voorzet voor open doel kopte u genadeloos in, en als u het niet gedaan had, dan had ik het gedaan. Meneer reageerde zoals hij al eerder reageerde: hij vroeg de hoofdredacties van de bladen waarin u publiceert briesend om uw ontslag.
Joshua Livestro, ook zo'n type. Op zijn Wikipedia-pagina presenteert hij zichzelf nog steeds als 'rechts, conservatief'. Daarnaast fungeerde hij maar wat graag als medewerker van de uiterst conservatieve Sarah Palin toen zij vice-president van de VS wilde worden. Inmiddels likt de opportunist pur-sang Livestro zich -wellicht speurend naar extra financiële bronnen omdat al zijn journalistieke projecten plegen te mislukken - ongegeneerd in bij het hautaine volk dat ik in de eerste alinea beschrijf. Overal werd hij er in de loop der jaren als columnist uitgegooid: de Telegraaf, Buitenhof en recentelijk NRC/Handelsblad. Verder leidt zijn opiniesite Jalta een zieltogend bestaan. Mij zou het nogal nederig maken, maar hij pleit gewoon glashard voor het ontslag van Wierd Duk bij de Telegraaf, omdat Duk soms mensen interviewt wier meningen Livestro onwelgevallig zijn. Ook hij neemt daarbij achteloos termen als 'het nieuwe fascisme' in de mond.
Andere voorbeelden: Dirk-Jan van Baar en Bert Vuijsje, nota bene allebei heren die ooit aan HP/De Tijd verbonden waren. U maakte op de sociale media enkele grappen over Van Baar nadat hij een aantal tweets had gepubliceerd die op z'n vriendelijkst gezegd een tijdelijke stoornis deden vermoeden. U was direct een fascist. En ik was in de ogen van Vuijsje een extreemrechtse agitpropper. Toen ik hem om voorbeelden vroeg waaruit dat bleek, antwoordde hij na langdurig aandringen hooghartig: "Je hoort nog van mij." Niks gehoord natuurlijk. Van Baar noemde de brave sociaal-democraat Bas van Putten, een begenadigd schrijver, ook meteen maar een fascist (want een 'fellow-traveller') toen die het waagde om zich openlijk te vermaken met uw spotternijen. Tegelijk met Van Putten noemde hij een hele rij anderen, onder wie mij.
Een lieve vrouw. Ze interviewde me ooit in Kunststof.
Descanse em paz, Jellie
**Maandag 19 juni **
Van ome Syp Wynia kreeg ik vandaag een vrolijk boekje toegestuurd: Deugen voor de bühne, van Sander van Dam. Mijn twittervrienden kennen de vaak hilarische vierluikjes van @Sandervandam2 wel.
Dit is zijn voorwoord:
Twitter is een bijzonder medium. Omdat de boodschappen die je erop kunt plaatsen per definitie kort moeten zijn, nodigt het uit om zonder goed na te denken je twittersnavel open te trekken. Dit resulteert in een oneindige stroom van wild gekwetter van alle kanten. Het lijkt erop dat veel twitteraars de wereld willen laten zien dat zij – in tegenstelling tot de ander – wél deugen en de gemakkelijkste manier om dat te doen is die ander proberen op zijn plaats te zetten. En dáár gaat het vaak mis, want ‘de pot verwijt de ketel’ komt regelmatig om de hoek kijken. Het zijn deze inconsequenties waarin ik veel humor kan ontdekken. Drie jaar geleden plaatste ik mijn eerste luikjes, bedoeld om mensen op ludieke wijze een spiegel voor te houden. Het leverde me een groot aantal twittervolgers op, die net als ik de humor van de luikjes inzien.In dit boekje vind je de honderd leukste luikjes, bedoeld om niet alleen twitteraars, maar ook mensen die niet op Twitter actief zijn mee te laten genieten. Er is een clubje mensen dat soms woedend op mijn luikjes reageert. Tegen hen zou ik willen zeggen: ‘Kom, neem het alsjeblieft allemaal niet zo serieus.’
Sander van Dam
Hieronder nog wat hoogtepunten uit Deugen voor de Bühne
Reaguursels
Dit wil je ook lezen
Interview met Leon de Winter, de hardst werkende schrijver van Nederland
Tevens StamCafé, met extra friet
Rita Verdonk: politiek is niet voor bange mensen
BEMMEND INTERVIEW (tevens StamCafé)
Annus Horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (52)
“Meneer van Amerongen: steek uw Annus Horribilis maar in een geheime opening waar de zon nooit schijnt!” (tevens Stamcafé)
Eindejaarsinterview met Metje Blaak: de hoeren en de boeren krijgen altijd de schuld
Metje Blaak (Almelo, 1949) zat in het volle leven, was woordvoerster van belangenorganisatie De Rode Draad en van Vakwerk, de vakbond voor prostituees, schrijft boeken en fotografeert.
Adjiedj Bakas, Trendwatcher des Vaderlands
De zelfverklaarde nattevingersjamaan, juichneger & choco-adoptiefje blikt vooruit