Europese Patriotten - Ronald Sørensen vanuit Kalifaat Leefbaar Rotterdam
De geest van Pim
Ronald Sørensen (Rotterdam, 4 mei 1947) was politicus voor Leefbaar Rotterdam en de PVV. Voor de PVV zat hij van 2011 tot 2015 in de Eerste Kamer. In 2017 stapte hij over naar het Forum voor Democratie van Thierry Baudet. Daarna stapte hij over naar JA21. In 2022 werd hij samen met zijn vrouw Nel gekozen voor de wijkraad voor Oosterflank namens Leefbaar Rotterdam.
Sørensen: “Toen Feyenoord kampioen was geworden, ging ik met Nel naar het stadhuis. Het is daar voor mij echt thuiskomen. Het voelde als een warm bad, want heel veel gemeentebodes stemmen en stemden op Leefbaar Rotterdam. Ik vroeg beleefd om een biertje, Nel om een glaasje witte wijn. Bleek dat er op de receptie geen alcohol werd geschonken. Dat is toch bizar? Het drankbeleid was onder Peper wel anders, dat moet ik hem meegeven. Die nam dan ook gewoon flessen wijn van de gemeente mee naar huis. Wij hadden in 2002 de verkiezingen gewonnen en ik zit op het fractiekantoor. De telefoon gaat, is het Bram Peper. Hij zegt: "Zo, Ronald, nu gaan we afrekenen met de Partij van de Arbeid in Rotterdam. Een echte wraakexpeditie.” Ik zei: “nou, leuk u te horen, meneer Peper, we gaan wellicht, en zeer graag zelfs afrekenen met de PvdA, maar niet met u erbij."
Hij wilde ons gidsen, hoe we het beste de PvdA konden slopen. Hij kende veel geheimpjes, maar het grootste geheim was dat hij een zware alcoholist was en dat iedereen in zijn omgeving dat prima vond. Hij was een ordinaire kruimeldief, anders ga je, met een salaris van 3 ton, toch geen flessen drank meejatten van het gemeentehuis?
Ik zat in mijn jeugd bij de PvdA maar toen ik Bram Peper leerde kennen was de liefde voor de partij snel voorbij. Hij was natuurlijk wel een goeie voetballer bij Haarlem. Ik zat destijds in de vakbond, en mijn penningmeester voetbalde net als Peper bij VOC, de Rotterdamse eliteclub. Die penningmeester zei: “Ik ken een prof bij VOC en die roept dat hij over een jaar burgemeester van Rotterdam is." Dat was Peper dus.
In de media werd geopperd dat Peper genaaid werd met die bonnetjeskwestie, maar neem van mij maar aan dat het nog veel erger was dan alleen die 30.000 euro die hij moest terugbetalen. Hij had gewoon reteslim gebruik gemaakt van een vormfout. De werkelijkheid over Bram Peper als burgemeester: daar zou ik een boek over kunnen schrijven.”
Nel: "Nog even over dat alcoholverbod bij de viering van het kampioenschap van Feyenoord. We hadden een keer een barbecue van de gemeente. Was er geen varkensvlees. Dries Mosch, een echte Fortuynist van het eerste uur, riep: ‘wat nou, geen varkensvlees!’ Die is toen bij de slager speklappen gaan halen.”
Ronald: “Toen bekend werd dat Aboutaleb burgemeester van Rotterdam zou worden, heb ik me daar fel tegen verzet. Niet alleen vanwege zijn Amsterdamse verleden maar ook omdat hij een groep vertegenwoordigde die op zijn zachtst gezegd nogal veel problemen veroorzaakte. Ik was fractievoorzitter van Leefbaar Rotterdam en noemde hem een opportunist die beter bij de Haagse politiek paste dan bij de onze. Aboutaleb mocht dingen roepen waarvoor onze wethouders ontslagen zouden worden. Maar als hij het riep, zei iedereen opeens: het is zo'n verstandige man… Marco Pastors waarschuwde mij: "Sør, hou je nou toch eens een keer in."
Ik ben toen maar met Abou gaan praten in Den Haag, en we hebben nu een goede verstandhouding, al begint hij steeds meer op Hekking te lijken, die wethouder van Koot en Bie. Marten Fortuyn was trouwens ook een echte Hekking, maar dat terzijde.
Aboutaleb was slim, want hij zag de achilleshiel bij links: de islam. Hij werd omhoog geduwd door de partij omdat ze nadrukkelijk niet aan discriminatie wilden doen.
Ik begon mij al in de jaren zeventig vreselijk te ergeren aan de islam, en vooral aan het pamperen van moslims. Ik was docent geschiedenis en biologie op de O.S.G. Wolfert van Borselen in Delfshaven, de wijk waar ik ben opgegroeid. Een scholengemeenschap, VWO, HAVO, MAVO. Mijn schoolleiding zei rond 1980: “Er komt een Turkse imam met je praten, die gaat je uitleggen hoe jij met je moslims moet omgaan."
Begint die man begint de hele geschiedenis van de islam op te dreunen. “Ho ho, vriend,” zei ik - ik was vakbondsman en had enige autoriteit - “Daar gaan we niet aan beginnen. Dat verhaaltje kennen we allemaal, maar leg mij nou toch eens uit waarom u wel in de hemel komt en ik naar de hel ga.” Toen werd het een leuke discussie en het kwam erop neer dat wij, de christenen, alleen maar in de hemel kwamen als wij moslim werden. We werden alleen maar getolereerd omdat ze ons nog tot het ware geloof konden bekeren. De slechtste moslim is in hun ogen altijd nog beter dan de beste christen. Dat menen ze echt. De onverdraagzaamheid kwam er toen al uit. Ik gaf toentertijd les op de internationale schakelklas. De scholieren leerden heel snel Nederlands, waren kinderen van vluchtelingen, Koerden, Iranezen etc. “Waar ben je op vakantie geweest op vakantie?” vroeg ik dan na de zomer. Waren ze gewoon naar het land gegaan waar vandaan ze gevlucht waren! Daar klopte iets niet. Mijn collega’s zeiden dat ik zoiets niet moest vragen. Dat deed ik dus wel, vond ik leuk.
Hans Janmaat was in die tijd populair in Rotterdam, ik denk dat de Centrum Democraten op 4 zetels stonden. Ik was het volledig eens met wat hij riep, maar het was allemaal zo knullig. Met dat bloemstuk en die Nederlandse vlag in de Zendtijd voor de Politieke Partijen, en dat “landgenoten”. Dat was gewoon cabaret. Ik was het met Janmaat eens over de islam en immigratie maar durfde mijn nek nog niet uit te steken. Ik hing dan ook niet aan de grote klok dat ik op hem stemde. Ja, tegen mijn zoons zei ik dat. Mijn oudste zoon vroeg of ik gek was geworden. Mijn jongste zoon bleek echter ook op Janmaat te stemmen.
Uiteindelijk kreeg ik toch een Berufsverbot door mijn politieke opvattingen. Journalisten waren er achter gekomen dat ik voor Leefbaar Rotterdam bezig was. Ene Cornelisse van het Rotterdams Dagblad vroeg op het schoolplein wat mijn leerlingen er van vonden dat ze les kregen van een racist. Die leerlingen verdedigden mij en zeiden: “Sodemieter op, Sørensen is een prima vent.” Vervolgens kwam het Algemeen Dagblad met een zeer insinuerend verhaal en toen moest ik op het matje komen bij de rector. Die wilde dat ik ontslag nam. “Scheer je weg,” zei ik, “ken je Artikel 1 van de grondwet eigenlijk wel, en weet je dat discriminatie van politieke gezindheid verboden is?” “Juist, zei de rector, daarom hebben wij zoveel bezwaar tegen wat jij doet.” De volgende dag kwam ik gewoon naar school maar mocht niet meer voor de klas staan. Ik kreeg wel gewoon doorbetaald, ook bizar, en ik had afgedwongen dat ik mijn examenklassen mocht blijven begeleiden. Mijn kids liet ik niet in de steek.
Er waren natuurlijk niet zoveel islamcritici destijds. Ik kon het goed vinden met Paul Scheffer en was het eens met zijn essay in NRC Handelsblad: ‘Het Multiculturele Drama’. Scheffer was een van de eersten die de kat de bel heeft aangebonden. En Frits Bolkestein had natuurlijk al kritiek gehad op de islam.
Hoogleraar Wim Couwenberg durfde ook te zeggen waar het op stond. Die bewonderde ik enorm, die is erg belangrijk geweest voor mijn carrière bij Leefbaar.”
In maart 2002 nam Sørensen namens Leefbaar Rotterdam zitting in de Rotterdamse gemeenteraad. Manuel Kneepkens was aanvankelijk voorzitter van het district Rotterdam van Leefbaar Nederland (LN), maar stapte met zeven leden uit de partij toen LN Fortuyn tot lijstaanvoerder koos. Kneepkens wilde niets met die ‘fascistoïde Don Quichotte’ van doen wilde hebben.
Sørensen: “Kneepkens zag zijn plannetjes gedwarsboomd toen Fortuyn opkwam. Hij had buiten Henk Westbroek en Jan Nagel gerekend. Die wilden Pim. Kneepkens was des duivels. Nagel had dat goed gezien, hoe je het ook wendt of keert: hij is een slimme man, een ras-intrigant en een rasopportunist. We zaten vier jaar samen in de senaat. Hij heeft Pim natuurlijk een oor aangenaaid, na het beruchte interview in de de Volkskrant (‘Als ik, lijsttrekker van Leefbaar Nederland, in de regering komt, verdwijnen de wachtlijsten. Er komt geen asielzoeker meer binnen. Zeker geen islamiet, want die zien ons als een minderwaardig soort mensen.’)
Ik was meteen fan van Pim. Die durfde gewoon de waarheid over de islam te zeggen, gaf felle kritiek op de multiculturele samenleving en zei: moeten jullie niet gewoon eens onze taal gaan leren en je aan onze regels houden? Pim sprong heel handig in het gat dat er op rechts was. Jan Nagel had dat ook heel goed gezien want hij heb tegen Pim gezegd: “Bel eens naar Leefbaar Rotterdam om te vragen of je lijsttrekker kan worden.” Grappig, op televisie zag je een beeld van Pim die belde, en hij belde dus met mij. Ik zat hier gewoon thuis. Ik zei: ‘Jongens, we gaan de verkiezingen winnen. Echt winnen!’ ”
Na de moord op lijsttrekker Pim Fortuyn op 6 mei 2002 werd Sørensen in diens plaats fractievoorzitter. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 werd hij herkozen als gemeenteraadslid.
Was je blij met jouw vertolking door Bas Keijzer in het jaar van Fortuyn, de biografische dramaserie?
“Een oud-leerling, nu vriend en advocaat, mailde me: ”Zal ik een dagvaarding opstellen?” Grapje, maar ook oud-collega’s belden me verontwaardigd. Ik stuurde zelden een leerling weg en had een goede band met ze. Zal in het verhaal gepast hebben, denk ik.”
Ronald Sørensen was eerder wat minder mild over de dramaserie. Tegen Jan D. Swart van Dagblad010 zei hij dat hij niet begreep wat de scenarioschrijver heeft bezield om ‘zo smerig te liegen en moedwillig de aanhang van Pim Fortuyn alsnog in een kwaad daglicht te zetten.’ “Ik zag Peter Langendam, de natuurkundige, als een oester slurpende proleet en ik was een bruut, die kinderen misleidde. Het is schofterig om dit allemaal zo maar te verzinnen. De chauffeur van Melkert verried zijn moedertje door op Pim te stemmen, terwijl ze wordt geterroriseerd door een huisjesmelker, één van Pims financiers. Terwijl de financiers hele gewone ondernemers waren. Ik zag in de derde aflevering - tot mijn woede - ook Mat Herben als adviseur van Pim in Rotterdam en hoorde hem zeggen: ‘Ga naar Rijnmond en de Havenloods.’ Niks Herben. Die speelde toen helemaal geen enkele rol. Het klinkt misschien pedant, maar zo bedoel ik het: de adviseurs van Pim waren Marco Pastors en ik. Dat is de waarheid. Pim heeft ook nooit geflyerd. Dat was toen al te gevaarlijk na een incident op Zuid met Marokkanen. Bij het fameuze debat in Hilversum zat trouwens Albert de Booy, en niet Herben. Pas in een later stadium, weken na de verkiezing, mocht Herben meelopen. Na Pims dood kwam trouwens de aap uit de mouw bij die zakkenwasser. Hij wilde Leefbaar Rotterdam overnemen met LPF Rotterdam en zat te wroeten in mijn fractie. Herben zag zich helemaal als Pims opvolger.”
Ronald en zijn vrouw zijn weer terug in de politiek. Vorig jaar kregen zij de meeste stemmen bij de wijkraadsverkiezingen in Rotterdam-Oosterflank, dat in de volksmond het Kalifaat Leefbaar Rotterdam wordt genoemd. Nel behaalde in totaal 616 stemmen en Ronald 361.
Had je verwacht dat je via de achterdeur weer de politiek in zou gaan?
“Nee hoor, ik had eigenlijk weer de hoop senator te worden voor JA21 maar die vonden dat ik een te hoog Leefbaar Rotterdam gehalte heb, en met name de mensen rond Joost Eerdmans. Daar was ik eigenlijk wel boos over en zei: ”Joh, Joost, als je een beetje op ons had gelet, had je meer stemmen gehaald.”
Wat vind je van de huidige toestand van de vaderlandse politiek? “Aanvankelijk zag ik in Thierry Baudet een nieuwe Pim Fortuyn. Niet voor niets sloot ik me aan bij Forum voor Democratie. Na het Oekraïne-referendum was ik in de Tweede Kamer en zei ik: Thierry, je begrijpt toch wel dat jij de man bent die nu de kar moet trekken. Ik weet niet wat er precies met Thierry aan de hand is. Hij kan het niet meer aan. Misschien is hij daarom onbewust zijn eigen glazen in gaan gooien. En die ruzie met Joost en Annabel is hem ook niet in de koude kleren gaan zitten.”
Ronald: “Ik heb de steunverklaring aan BBB getekend toen die bij ons voor het stadhuis stonden. Maar dat deed ik ook bij Jezus Leeft, maar dat deed ik alleen omdat die gast stemmen kon wegtrekken bij de ChristenUnie. Als BBB in Rotterdam mee gaat doen, wordt het een flinke concurrent van Leefbaar. Op lokaal niveau zijn er sowieso altijd veel kapers op de kust, terecht, want je krijgt een leuke cent als gemeenteraadslid, voor weinig werk. Er melden zich dus veel opportunisten aan, wij hebben die in het begin ook binnengehaald. VVD en D66 zien de BBB als een partij die het CDA de wind uit de zeilen zal halen. Een partij die zelfs de plaats van het CDA kan gaan innemen. Rutte IV blijft nog wel even dooretteren: politiek is puur eigenbelang tegenwoordig. Rutte kan de BBB ook kaltstellen, hij is arrogant genoeg om het als een tijdelijk fenomeen te zien, net als bij de LPF en FvD.
Ik sta nog steeds helemaal achter het gedachtegoed van Pim: terug naar de menselijke maat, pas op voor de islam, pas op voor artikel 1 van de grondwet, dat in conflict is met vrijheid van meningsuiting, beperk de invloed van ambtenaren c.q. minder ambtenaren, stop met het pamperen van allochtonen en heb oog voor de slechte kanten van de multiculturele samenleving.”
Sørensen blijft een standvastige rechtdoorzee-politicus, een zeldzaamheid. Als Eerste Kamerlid van de PVV schreef hij in zijn column over de Rotterdamse PvdA-wethouder Jantine Kriens: ‘Als ze mijn kat was, dan zou ik haar uit haar lijden verlossen’. Hij weigerde zijn excuses aan te bieden: “Als ik al geen ironie meer mag gebruiken, dan is het einde zoek. Ik gebruik in mijn uitlatingen en columns vaker sarcastische en cynische taal. Het is niet mijn probleem dat de PvdA aanstoot neemt aan mijn kritiek."
Zijn vorige column in Dagblad010 ging over omvolking. Een samenvatting:
Als 76-jarige heb ik de samenstelling van onze bevolking zien veranderen. Wat ik ook heb zien veranderen is ons taalgebruik. Sommigen menen anderen het gebruik van bepaalde woorden te moeten verbieden. Omvolken is zo’n woord. Door de open grenzen van de EU en het gebrek aan arbeidskrachten zijn vele duizenden mensen uit Oost-Europa onze grens gepasseerd. Tel daar een instroom van nu 70.000 asiel(geluk)zoekers per jaar bij op en je kan tot de conclusie komen dat de tijd waarin ik het enige jongetje met zwart haar in de klas was, heel lang achter ons ligt. Nu doet zich het merkwaardige verschijnsel voor, dat je die verandering in onze demografische samenstelling vele namen mag geven: verandering, verkleuring of het liefst het begrip diversiteit gebruiken, maar het Vlaamse ‘omvolking’ mag niet, terwijl dat woord gezien de spellingscorrectie niet eens bestaat: het zou extreem-rechts zijn. Het argument dat historisch ongeschoold politiek correct Nederland altijd gebruikt. Laat ik het nu een keer duidelijk maken. In de tijd dat extremisten het in Europa voor het zeggen hadden en meedogenloos gebruik maakten van hun machtsposities spraken ze over zuiveren in plaats van omvolken: zowel de Duitsers als de Russen. Die term dekt ook de lading veel beter. Het constateren van een demografische verandering heeft helemaal niets te maken met het willen aanzetten tot zuivering of genocide. De heersende politieke kliek c.q. het kartel heeft met hun paladijnen bij de pers een excuus nodig om hun schaamteloze gegraai en machtswellust te vergoelijken en dan is verketteren van de oppositie het geijkte middel. Wijzen op de veranderde samenstelling van de bevolking mag niet. Direct wordt op schofterige wijze gewezen naar het barbaarse verleden dat ons land vijf jaar geknecht heeft. Het woord omvolken is de stok om de hond te slaan. Daarom zullen wij nimmer vergeten dat Pim Fortuyn met exact dezelfde intentie, aan het meest bekende slachtoffer van de zuivering, Anne Frank gekoppeld werd.
Zijn columns zijn gebundeld in een zeer lezenswaardig boekje: Nu ik het opschrijf, word ikwéérboos. En wie de beste man wil horen spreken, in zijn sappige Rotterdams, luistert naar de prima driedelige podcast van Marjolijn van Heemstra, getiteld SØR.
Reaguursels
Dit wil je ook lezen
Arthur van Amerongen - Moslims zijn niet zielig
Tante Tuur is boos (tevens: Stamcafé)
Arthur van Amerongen - Hoerenman
Soep van de Week, teven Stamcafé
GeenStijl-columnist interviewt GeenStijl-redacteur over overstap naar GeenStijl in het Stamcafé
Wij van GeenStijl vinden GeenStijl ook erg goed
De Bolle Gogh: een bruisende biografie over de Hemelse Roker
De Bolle Gogh is een rollercoaster. De biografie dendert bijna 700 pagina’s onvermoeibaar door, net als het leven van Theo. Ik ben van dezelfde generatie als Theo en het boek is een feest der herkenning voor iedereen die met name de jaren tachtig in het - toen nog - zo lekker gore Amsterdam heeft meegemaakt.
Arthur van Amerongen - Soep van de Week: Eric Smit en Akwasi verklaren de oorlog aan Musk
Nieuw op GeenStijl: Arthur van Amerongen soept door de hete teeks van deze week in zijn nieuwe rubriek Soep van de Week, vandaag tevens ook Stamcafé. Vanaf nu: iedere week!