achtergrond

Geenstijl

login

word lid

nachtmodus

tip redactie

zoeken

Annus Horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (19)

Ik vind Cornald - met zijn griezelige Cocu-neusje en zijn pathetische Paternotte-zeiloren, een geparfumeerde flapdrol.

**Donderdag 11 mei **

Ik ben al een paar dagen vrolijk vanwege het feit dat reaguurders oprecht geloven dat ik dol ben op Coldplay, Nickelback en Willem Bijkerk uit Apeldoorn, die zichzelf Waylon noemt. Aanvankelijk wilde ik ook nog Dinand ‘Kane’ Hoestbroek (de man die door zijn anus zingt), Blaudzun, Spinvis en dat bipolaire wijf van een Duncan Laurence aan het rijtje toevoegen, maar dan zou de ironie er iets te veel bovenop liggen. 

Toen Willem Bijkerk net doorbrak, voelde ik nog enige empathie. Ook ik kom van de Veluwe, en ook ik haalde met de hakken over de sloot mijn MAVO-diploma. 

Ik heb daarna enige tijd gewerkt in de sociale werkplaats van stichting Arbeidszorg aan de Zanderijweg in Ede, maar bleek niet geschikt te zijn als Chef Lege Dozen. Tegenwoordig heet zo’n instelling Beschutte Werkplaats, maar in mijn tijd was de sociale werkplaats levensgevaarlijk, want het wemelde er van de maanzieken die mij elk moment dreigden te lynchen. Denk aan de dansende clientèle van die Ardense kroeg in die geweldige Belgische horrorfilm Calvaire, en u krijgt een beeld van de genetisch uitgedaagden (“mensen met een rugzakje”) waarmee ik met gevaar voor eigen leven wasknijpers moest draaien in die sociale werkplaats. Reeds toen begon ik mij te verdiepen in de werken van Charles Darwin, E. O. Wilson, Desmond Harris, W.D. Hamilton en G.C. Williams. Veel later vond ik aansluiting bij het gedachtegoed van Theodore Dalrymple, die ook een frisse kijk op de mensheid heeft.

Nadat ik uit die open inrichting was gebonjourd, in bad standing, kon ik alleen nog maar terecht bij de gevreesde plasticfabriek van Rebedex in Ede. Die maakte fluitjes en ander kankerverwekkende meuk die we nu voor een habbekrats van onze gele vrienden in China betrekken. Ik moest de kankerverwekkende plastic korrels in een trechter gooien en dan kakte de machine fluitjes in giftige kleuren op de lopende band. Ik ontdekte al snel dat de productielijn stopte als ik te veel korrels in de trechter pleurde. Bij Rebedex werkte een moddervette Marokkaan die verrassenderwijs Mo heette die - alsof het normaalste zaak van de wereld was - gewoon in zijn djellaba naar de fabriek. Op een dag wenkte Mo mij. ‘Iek dieke loel, viel kiender maak. Jij voel, mai gaile loel?’ Zat die schobbejak gewoon zijn pielemuis te kneden, dwars door zijn mohammedaanse soepjurk heen. ‘Achtentachtigallemachtig & azziemaargeilismagallez, maar geef mij eerst maar een tientje, Aggesus,’ antwoordde ik vastberaden. Ik was natuurlijk bloedmooi en aanstootgevend en een tientje was veel geld in die tijd. Voor niks gaat de zon op, zeggen wij op de Veluwe. 

Mijn moeder had mij - nadat ik wegens islamofobie ontslagen was bij Rebedex - vervolgens ten einde raad opgegeven voor een cursus Reformatorische Dagbladjournalistiek bij het Reformatorisch Dagblad te Apeldoorn. Het goede mens hoopte dat de cursus een hernieuwde geloofsbeleving bij mij teweeg zou brengen. Enkele jaren daarvoor had ik de kerk verruild voor de kroeg. Het mensonterende lijden en sterven van mijn jongere broertje Gerard had bij mij tot een spontane geloofsafval geleid. Leukemie, destijds jeugdkanker geheten, was in die dagen nog ongeneeslijk. Volgens mijn ouders had Gerard het daarboven een stuk beter, maar dat was een schrale troost. Met die genadeloze God wilde ik niets meer te maken hebben. De in zwart pak gestoken hoofdredacteur van het RD, mijnheer Jansse, nam mij tijdens de introductiedag argwanend op en bromde dat ik eerst maar eens een kapper moest bezoeken om mijn  “Beatle-kapsel” weg te halen. 'En, mijnheer Van Amerongen', vervolgde hij, 'spijkerbroeken zien wij liever ook niet op de redactie.' 

Uiteindelijk wist ik mij dankzij mijn uitmuntende bijbelkennis door de ballotage heen te wringen en een week later verscheen ik geknipt en geschoren en gekleed in een ribfluwelen broek en een stemmig grijs overhemd op de redactie. Voor de twee maanden die de opleiding ging duren stond een honorarium van duizend gulden en dat tikte mooi aan naast de uitkering. De andere cursisten kwamen uit Staphorst, Ridderkerk en Genemuiden en speelden in hun vrije tijd orgel. Het kostte mij de nodige moeite om niet af en toe een krachtig 'jeetje', op de redactie beschouwd als een serieuze bastaardvloek, uit mijn mond te laten ontsnappen. Als de dooie dienders tegen het middaguur blijmoedig hun broodtrommeltjes aanspraken, spoedde ik mij naar een troosteloos Apeldoorns café om een medicinale kopstoot naar binnen te klokken. 

Zo moet de ellende ook bij Willem Bijkerk (nomen est omen) begonnen zijn. 

Krakend op pepermunt van King, verantwoord reformatorisch snoepgoed, toog ik na het opkikkertje in de heidense kroeg, fris als een hoentje weer naar de redactie. Waar profane dagbladen des vrijdags een borrel geven, hield het Reformatorisch Dagblad een weeksluiting. Redacteuren en cursisten waren verplicht deze bij te wonen en zongen uit volle borst de psalmen mee, ondersteund door de niet-ritmische klanken van het orgel. In het slechtste geval was de legendarische SGP-coryfee dominee Abma besteld. Zijn donderpreken duurden zo lang dat je bijna kon spreken van een weekopening. Ik kan nu wel grapjes gaan maken over het Reformatorisch Dagblad, maar ik heb er wel leren schrijven. 

Enfin. Apeldoorn dus. Ook ik was net als Willem Bijkerk krampachtig op zoek naar mijn gender. Ook ik ging - toen de jenever geen troost meer bood - keihard aan de harde drugs. 

Ik ben echter afgehaakt bij Willem toen hij deze bekentenis deed in het programma Mag ik Even met je Praten, van de Evangelische Omroep: “Op een gegeven moment voelde ik überhaupt niets meer. Ik zat bij een Joegoslavische cokedealer/escortservice in een flatje mezelf helemaal van de wereld af te roken. Dan rook je coke, dus eigenlijk crack. Ik nam een overdosis en ging out. In het ziekenhuis werd ik pas weer wakker.” 

Wat een watje zeg: onderuit gaan van een paar pijpjes krek. Loser. Slappe lul. 

Ik vond perdedor Willem al een beetje aandoenlijk omdat hij ooit Patricia Paay deed in het belang van zijn loopbaan. Dat zal wel bij een golden shower zijn gebleven gezien zijn chronische erectiestoornissen, maar toch. 

Ik heb ook een keer een oma (grilf Bonnie St. Claire) geprobeerd te versieren,  tijdens een braderie bij het Flipje-museum in Tiel, maar uiteindelijk kotste ik haar spierwitte line dance-kostuum (met gouden knopen en glitterfranje) finaal onder nadat ze me onder de tafel had gezopen.  Toen moest ik ook nog eens de kosten van de stomerij betalen. En nog bedankt, Flipje

Willem Bijkerk is vooral een mislukte Stevie Ray Vaughan-imitator. Vaughn was een geweldenaar. Helaas gebruikte hij veel coke en zoop hij als een tempelier, maar dat vergeef ik hem. Hij ging trouwens niet dood aan die rotzooi: Hij verongelukte met een helikopter. Wat een waanzinnige muzikant was Stevie Ray: luister maar naar Crossfire en naar Live at the El Mocambo

Wat een beest. Eet dat, Willem! 

Maar het kan nog pathetischer wat Willem betreft, want hij heeft zich vernoemd naar Waylon Jennings, net zo’n held van mij als Stevie Ray. Check dit dan

Ook Jennings zat vreselijk aan de booze & de dope, maar stierf aan de gevolgen van diabetes (een van zijn benen was dientengevolge al geamputeerd). 

Op 3 februari 1959 (ik ben geboren in dat jaar, zo komt het wel erg dichtbij) was Jennings al aan de dood ontsnapt  toen een chartervliegtuig, met aan boord Buddy Holly, Ritchie Valens en J.P. Richardson, neerstortte nabij Mason City, Iowa. Alle inzittenden kwamen hierbij om het leven. Jennings had vooraf zijn stoel aan Richardson gegeven omdat hij griep had en rust moest nemen. In zijn autobiografie (1996) openbaarde Jennings zich schuldig en verantwoordelijk te voelen met betrekking tot de crash. Nadat Jennings zijn stoel had afgestaan, had Holly Jennings namelijk bij wijze van grap toegevoegd: "I hope your ol' bus freezes up!" waarop Jennings reageerde: "I hope your damn plane crashes!" 

De wat oudere reaguurders kennen Waylon natuurlijk ook van de onvergetelijke serie The Dukes of Hazzard.

Reaguurder Rederijker vroeg mij naar aanleiding van mijn vorige Anus bezorgd: 

Arthur, knap dat je al weken lang niet drinkt, ik zou het niet kunnen. Maar mis je het niet? De smaak? De roes? Maar ook de cultuur van drinken, zowel alleen: 'wat een kutdag op het werk, ben blij dat ik thuis ben, zo, nu lekker een appelsapje, hè, hè'; of samen: 'Gast! dat is lang geleden! hoe gaat het? Kom laten we een glaasje melk nemen, ik ben benieuwd naar je verhalen!'. Ik bedoel, dat zijn toch situaties waar een glas drank zoveel beter past? Nou ja, je voelt je er blijkbaar goed bij en daar gaat het om. En ook wel bewonderenswaardig na zoveel jaar drinken.

Geachte Rederijker, je moet maar zo denken: er zijn bijna 2 miljard mohammedanen op de aardkloot en ik ga er gevoeglijk vanuit dat het merendeel daarvan geen druppel alcohol drinkt, want anders gaan ze geheel terecht naar de moslimhel. En toch hebben ze het gezellig met elkander, zonder die rot-alcohol, rara hoe kan dat? 

Ik sta inmiddels 52 dagen droog en ik voel me een stuk fitter. Het nadeel is dat ik geen sociaal leven meer heb. Alles draait om drank in de Algarve en ik blijf daarom veilig thuis, in Villa Vischlugt. Het wemelt hier van de expats die het op een zuipen zetten zodra de 11 in de klok zit. In de ochtend dus. Is dat niet heel erg Nederlands, dat er gezopen moet worden zodra de koperen ploert zich even laat zien?  Zon = feest = zuipen. De Schotten, Ieren en Engelsen kunnen er natuurlijk ook wat van, maar dat valt nog te begrijpen omdat de drank in hun thuislanden zo stinkend duur is.  

Rederijker, je moet maar eens naar vakantiefoto’s van Nederlanders in Portugal kijken: altijd en eeuwig wordt het glas geheven, op het schaamteloze af. En dan die verbrande koppen. “Basaalcelcarcinoom? Nooit van gehoord!“

Dat ochtendzuipen doet me denken aan het zogeheten Wadden-alcoholisme, een term die ooit bedacht werd door de Haagsche Post: vakantiegangers die zich een delirium slempen op de ochtendboot naar Vlieland en Terschelling om het Sil de Strandjutter-gevoel te krijgen. Die ouwe Nederlandse alcoholisten in de Algarve roepen: ja maar, Don Arturo, die Portugezen drinken ook een borreltje bij het ontbijt. Zeker, ome Kees, maar dat zijn vissers die de hele nacht verkleumd op woelige baren voeren, die drinken een opkikkertje en gaan daarna naar bed.

Ik ben vooral blij dat ik met roken ben gestopt, mijn beste, want dat vond ik echt goor. Wist je dat Fred Flintstone aan longkanker is overleden?

Vrijdag 12 mei

Wat een geweldig nieuws om de dag mee te beginnen: Willie Nelson heeft op zijn 90e besloten toch nog wat gezonde keuzes te maken. Hij heeft de alcohol, sigaretten en jointjes afgezworen. Nelson weet zeker dat het hem een paar extra levensdagen op gaat leveren.

Gelukkig hebben we de muziek nog

There's a lot of doctors that tell me

That I'd better start slowing it down

But there's more old drunks than there are old doctors

So I guess we better have another round

Now I gotta get drunk and I sure do dread it

'Cause I know just what I'm gonna do

I'll start to spend my money, callin' everybody, honey

And wind up singin' the blues

In NRC Handelsblad staat een kinderachtige kinnesinnerecensie over het nieuwe prachtboek van mijn kunstbroeder en mattie Pieter Waterdrinker: Van Huis en Haard. 

Leest en huivert: Het is een beetje een cliché misschien, maar: wat is dit een raar boek. Dat wil zeggen, wat is het een aparte gewaarwording om een dagboek te lezen van iemand die juist nu niet meer zo heel belangwekkend is als dagboekanier. Want Waterdrinker als inside-Rus of als een soort Isaak Babel, als een gentleman onder de losgeslagen soldaten kortom, díé hadden we natuurlijk ontzettend graag willen lezen in een periode als deze. Maar die krijgen we niet, of in elk geval veel te weinig. In Van huis en haard maken we hem mee als rondtrekkend literator, als een romancier die op allerlei plaatsen lezingen geeft of die te horen krijgt dat er weer een vertaling van een van zijn boeken op komst is. Bestaan er lezers wier honger met zulke mededelingen gevuld raakt? Wie van ansichtkaartproza houdt (‘Het is nog steeds heerlijk weer’, of: ‘Na een paar glazen wijn verruilden we Café Krom voor een Vietnamees eettentje vlak om de hoek.’) heeft hier een topboek aan.

De schrijver van deze recensie, ene Sebastiaan Kort, “studeerde” journalistiek aan de Hogeschool Windesheim en geeft les aan de Schrijversvakschool te Groningen. Ik weet genoeg! Het Schrijversdiploma, perfect nagemaakt met zegels, stempels en handtekeningen, kan je al sinds jaar en dag bij cafe Ari in Rotterdam kopen (aan de barman even vragen naar Abdelkader Benali). 

Het zal mij niets verbazen als die hansworst van een Sebastiaan Kort in allerlei gewichtige circle jerk-jury’s zit, die gevormd worden door droogstoppels en inkthoeren van NRC en de Groene. Waterdrinker werd zelfs niet voor Poubelle genomineerd, enkel en alleen omdat hij een kwart eeuw Rusland-correspondent bij de Telegraaf was. Wat een schande. Anyways, Pieter goes crying to the bank.  

Ach, leefde Johnny van Doorn nog maar. Ter troost luister ik even naar de Selfkicker, met zijn legendarische rant tegen literair Nederland

Bij die zelfpijpende en zelfbeffende jury’s en die woke kutboeken die ze bekronen, moet ik heel erg denken aan Fran Lebowitz, die qua zwarte humor vergelijkbaar is met Larry David en W.C. Fields. Het laatste deel van de zevendelige serie Netflix-serie Pretend It’s a City, met Martin Scorsese, gaat over haar liefde voor boeken. Ze vertelt vol hartstocht over de boeken die ze als kind las en die haar een hele nieuwe wereld boden, een perfecte ontsnapping uit de alledaagse sleur en de ideale manier om te dagdromen. 

Daarna volgde Fran’s tirade tegen de ziekte die wokeness heet. Allerlei politiek correcte wappies willen boeken verbieden die niet inclusief zijn. Het komt er op neer dat een extreem zwaar gehandicapte lgbtqia-persoon, al dan niet van kleur, met ebola, aids én corona, een verbod op de Kameleon of Pietje Bell wil omdat hij/zij/het zich niet kan identificeren met de frisse hoofdpersonen in die kinderboeken. Fran Lebowitz wil juist helemaal niet dat boeken een spiegel zijn. Integendeel. Ik ook niet. Ik wilde helden, geen zielige, jankerige, broodmagere jongetjes met rood haar en sproeten die door iedereen gepest werden, met een moeder in de inrichting en een broertje met kanker. Godverdomme, nee zeg. 

Rob Hoogland mailde mij ooit in het kader van onze Foute Jongens-correspondentie:

Tuurtje, ik heb de longlist van de Libris Literatuurprijs 2021 voor mij liggen: achttien boeken, die tot zes zullen zijn teruggebracht wanneer deze editie van HP/De Tijd in de brievenbus glijdt. Alleen al door deze lijst zinkt de moed mij in de schoenen. Hoe groot kan onrecht zijn? Zo groot, mijnheer Van Amerongen: de naam van Pieter Waterdrinker ontbreekt erop. Van zijn hand verscheen het fenomenale, alom juichend besproken ‘De Rat van Amsterdam’. En dat meesterwerk kreeg niet eens een vermelding op de longlist. Ik doe een greep: ‘Oogst’ van Sien Volders, ‘Ik ben er niet’ van Lize Spit, ‘Wij zijn licht’ van Gerda Blees. Die staan er wel op. En ‘de Rat van Amsterdam’ niet. Nou  ja zeg!

Kijk, Tuur: Pieter Waterdrinker maakt op Twitter van zijn hart geen moordkuil. Dat levert hem immer hoon op van de kudde aan ernstige zelfoverschatting lijdende literatoren van de B-, C- en D-categorie, wier schrijfstijl wordt gekenmerkt door saaiheid en gebrek aan originaliteit. Ze zijn van allerlei kunne en hun karakter is gevormd door arrogantie en verstotingsangst. En door hypocrisie niet te vergeten, een menselijke eigenschap die toevallig vaak zo treffend door Waterdrinker wordt beschreven. Het  zal toch niet? Ja, het zal toch wel: ze hebben hun zin gekregen, met hun door diversiteit- en inclusiegeboden gestuurde grote bekken. U herinnert zich vast wat vroeger de foute boeken waren. Welnu, de foute boeken van tegenwoordig zijn van de hand van oudere witte mannen en ontkomen zelfs niet aan de kwalificatie ‘fout’ wanneer ze voortreffelijk zijn geschreven. De woke-cultuur is definitief op de praalwagen van de letterenfaculteit van de Radboud Universiteit de wereld van de literatuur in getrokken.

Gelukkig hebben de lezers schijt aan de inktkoelies en de mandarijntjes van het NRC, want Pieter Waterdrinker komt met stip binnen op 14 in de top 60 van bestsellers.

Zaterdag 13 mei

Vanavond is het songfestival en alle nichten en huisvrouwen in Nederland krijgen daar een natte voeg van. Een paar jaar geleden was ik toevallig in Lissabon, waar het festival toen plaatsvond. Ik zag Cornald Maas en Waylon rondscharrelen bij diverse pisbakken en in de bosschages bij het Verride Palácio de Santa Catarina, het schitterende designhotel waar de hotshots van het Songfestival bivakkeren. Ik was echter voor het dubbeldikke zomernummer van de Haagsche Post op stap met Charles Hofman, de man van Gerrit Komrij. Cornald wuifde nog wel naar me met een biljet van 5 euro, maar het werk gaat voor het meisje en bovendien encanailleer ik mij niet met het lagere variété-segment.

Ik vind Cornald - met zijn griezelige Cocu-neusje en zijn pathetische Paternotte-zeiloren, een geparfumeerde flapdrol. Maas, een hedendaagse Erasmus en Spinoza, vindt het ontzettend gek dat hij zo weinig aanvragen voor grote interviews krijgt. Dat bekent de TROS/AVRO-presentator in de VARA-gids. Maas vindt zichzelf er interessant genoeg voor.

“Ik presenteer nu vijf jaar met groeiend succes Opium en dat is zelden aanleiding geweest voor een portretterend interview. Ik vind het raar. Zelfs bij het uitkomen van mijn boeken over de dood en over echtscheiding vroeg niemand echt door naar mijn drijfveren en pijnpunten.“

Het zou journalisten juist moeten prikkelen, vindt Maas. “Je zou zeggen dat deze onderwerpen genoeg munitie geven om mij eens door te zagen.” Het gebrek aan interesse komt er volgens Maas doordat  hij zo veel diverse dingen doet. “Het boeit me allemaal bovenmatig. Mensen vragen soms: wat is nou eigenlijk het merk Maas? Nou, dat is iemand die in allerlei vormen van kunst en cultuur is geïnteresseerd. Of dat altijd in mijn voordeel werkt, is de vraag. Die diversiteit vertroebelt mijn imago. Het maakt me minder spannend.”

Nou ja! Enfin, het geeft wel aan wat voor leeghoofden mee mogen slobberen uit de welgevulde ruif van het Eurovision. Cornald Maas, de oppervlakkige uitvoering van Ivo Niehe. Mogen wij even overgeven…

Zondag 14 mei

Hoewel ik al bijna acht weken droog sta, gaat het snurken en het knarsetanden onverminderd door. Dat is een flinke tegenvaller voor mijn verloofde. Adrie “apneu” van der Heijden heeft de oorzaak van dat gesnurk mooi beschreven

In alcoholische kwesties zijn cirkels altijd mooi vicieus. Drinken leidt tot overgewicht, dat nachtelijk gesnurk in de hand werkt. Alcohol heeft een spierverslappende werking, waardoor het ‘weke’ vlees achterin de mondholte (huig, keelamandelresten) de neiging heeft op de ademtocht van de slaper te gaan ‘klapperen’, met als gevolg: harder gesnurk. Extreem snurken kan leiden tot apneu: het tijdens de slaap inhouden van de adem gedurende 10 tot 30 seconden, en dat zo'n 40 keer per uur. Als de bedgenote door het snurkgeluid nog niet haar toevlucht tot de logeerkamer heeft gezocht, zal zij het zeker doen bij de stikspasmen die de ademloze snurker vertoont: die zijn angstaanjagend. Bijkomende risico's: hoge bloeddruk, hartinfarct, hersenbloeding. Voor de apneulijder betekent de slaap een niet aflatend gevecht om adem, wat voert tot grote vermoeidheid overdag; men valt in slaap achter het stuur. In plaats van een wandeling te maken tegen de zwaarlijvigheid, kiest men voor een siësta van minimaal twee uur. Men wordt zwaarder, gaat harder snurken, de apneu verergert; het drinkgedrag wordt cynischer. De echtgenote keert niet terug in de slaapkamer. De eenzame ronker zoekt meer en meer troost bij de fles, het enige wezen in zijn omgeving dat hem nog een ziel te bieden heeft. En zo voort en zo verder.

Ik ben me speciaal voor de reaguurder wetenschappelijk gaan verdiepen in tandenknarsen en leerde dat de medische term bruxisme is. De etymoloog in mij dacht: als dat geen Grieks is en jawel: βρυγμός*,* -οῦ*,* *, (βρύχω),* a gnashing of teeth*: with* τῶν ὀδόντων added, a phrase denoting the extreme anguish and utter despair of men consigned to eternal condemnation, Matthew 8:12; Matthew 13:42, 50; Matthew 22:13; Matthew 24:51; Matthew 25:30; Luke 13:28.

(In Sir. 51:3 βρυγμός is attributed to beasts, which gnash the teeth as they attack their prey; in Proverbs 19:12 Sept. for נַהַם snarling, growling*; in the sense of* ***biting. ***

Ik ben vervolgens naar remedies tegen bruxisme gaan googelen en kwam terecht bij het Sova Nightguard anti-knarsbitje en bij botox. Botox lijkt mij een prima oplossing want dan ben ik meteen eindelijk van mijn oude rimpelkop af. Overigens vragen veel mensen mij: smeer je nou nooit eens je gezicht in, ome Tuur. Jawel, zeg ik dan, iedere ochtend met mijn lauwe but. Dat ziet u godverdomme toch! 

Botox dus, want: 

Botox zorgt er voor dat de kaakspieren verslappen, zodat je dus minder kracht op het gebit kan zetten. Tandenknarsen of kaakklemmen kan hierdoor verminderen en zelfs helemaal stoppen. Dan verdwijnen ook de klachten die ermee gepaard gaan, zoals spierpijn van de kaakspieren. Bij een botoxbehandeling kan het een paar weken duren voordat er effect is. De injecties zullen in het begin enkele malen herhaald moeten worden en worden daarna afgebouwd. De totale duur van de behandeling is afhankelijk van de mate waarin geknarst wordt en de ernst van de klachten. Ook een botox behandeling is aanzienlijk duurder dan een anti-knarsbitje, de prijs is afhankelijk van het aantal injecties en de hoeveelheid benodigde botox.

Maar goed, veel geknars en geen gesnurk maar al bijna 2 maanden geen kater. Daarom een opgewekt liedje van Johnny Cash en Kris Kristofferson: Sunday Morning Coming Down*. *

Well, I woke up Sunday morning

With no way to hold my head that didn't hurt

And the beer I had for breakfast wasn't bad

So I had one more for dessert

Maandag 15 mei

Het knarsen der tanden en het snurken mag dan gewoon doorgaan sinds in geheelonthouder ben, maar ik droom als een gek sinds ik niet meer drink en geen dope meer gebruik. En altijd ben ik dan weer terug in het ouderlijk huis. En altijd duiken mijn exen op. Dat is toch bizar want het is al 25 jaar uit met de grote ex (met wie ik 18 jaar was). Het zijn soms prettige dromen, maar vaak ook niet. Dan maakt de Grote Ex het weer eens uit en word ik op een hele nare manier wakker. Vroeger hield ik een droomdagboek bij. Ik werd een jaar lang gekweld door vreselijke hoofdpijnen die om elf uur ́s ochtends begonnen en pas laat in de avond in kracht afnamen. Ik heb toen werkelijk alles geprobeerd om achter de oorzaak te komen van die helse pijnen: een droomdagboek dus, psychotherapie, Bach-therapie, iriscopie, acupunctuur, aurafotografie, helderzienden, ik was toen ook weer eens met roken en drinken gestopt, ik rende elke dag twintig kilometer maar niets hielp. Op een dag waren de pijnen weg, zomaar. Sindsdien houd ik mij verre van al die esoterische ellende. Omdat ik totaal geen spiritueel tiepje ben, laat staan gelovig, wordt mij vaak verweten dat ik nihilistisch ben en dientengevolge niets en niemand serieus neem. Ik zou alles af doen met een lolletje, een gebbetje en een gekke grimas. Dat kreeg ik tenminste altijd te horen van mijn diverse exen wanneer die mij met kop en schouders het huis uit bonjourden. En daar ging ik weer, met mijn knapzak. Die exen hadden uiteindelijk het beste met mij voor, want steevast kreeg ik bij het afscheid dezelfde pocket over het Syndroom van Peter Pan mee. Ik citeer: 

“Het syndroom van Peter Pan is een informele term uit de psychologie. De term werd voor het eerst gebruikt door dr. Dan Kiley in het boek The Peter Pan Syndrome: Men Who Have Never Grown Up (1983) en duidt op het verschijnsel dat sommige mannen zich op latere leeftijd puberaal, onvolwassen en narcistisch blijven gedragen en bang zijn om zich te binden. Naast narcisme treden bij deze mannen onbetrouwbaarheid, rebelsheid, woede, afhankelijkheid en manipulatiedrang op. Kiley beschouwt dit gedrag als uiting van de diepgewortelde wens om bemoederd te worden.” 

Enfin, inmiddels ben ik – met negen tenen in het graf – best een beetje volwassen geworden en serieus geworden - helemaal nu ik broodnuchter ben - maar dat komt vooral door mijn hondjes. Die beestjes zijn mijn kinderen en ik ben altijd een uitstekende en zeer verantwoordelijke vader. Bovendien zorgen ze voor enige regelmaat in mijn verder zinloze bestaan. 

Het feit dat ik nihilistisch ben, wil niet zeggen dat ik geen moreel besef heb. Zo heb ik een bloedhekel aan mensen die zich beter voordoen dan ze zijn. De Schimmelpenninckjes van deze wereld. Dat heb ik van mijn moeder meegekregen. Zij was wellicht een beetje gek maar zuiver op de graat en goudeerlijk. Mijn mama kon binnen een seconde zien of iemand deugde of niet. Mijn moeder had een bloedhekel aan ijdeltuiten en narcistische leeghoofden. Graag gaf ze het voorbeeld van Nebukadnessar, de koning van Babel, een van de grootste ijdeltuiten uit de geschiedenis van de mensheid. Die eindigde gras grazend tussen de beesten des velds.  Laat dat een waarschuwing zijn voor Sander Schimmelpenninck, de Arie Boomsma van D66.

Dinsdag 16 mei

Het manuscript voor Portugal voor bonvivanten is zo goed als klaar en kan de productie in. Rond vaderdag te bestellen bij mijn uitgever. Liever niet via de boekwinkel want die pakt 40 procent van de verkoopprijs! 

Tijd om even stompzinnig naar Netflix te koekeloeren, naar een documentaireserie over criminelen. Een deel van de serie gaat over Klaas Bruinsma. Mooie archiefbeelden van Amsterdam en ik krijg bijna heimwee als ik mijn talrijke vrienden van kleur zie scharrelen op de Zeedijk, en die heerlijke koppen van Frits van de Wereld en van Zwarte Joop zie. Ome Frits had beheerde onder andere een een gokhal en een peepshow (die kwamen later in handen van Mieremet & Klepper) in de Reguliersbreestraat en ik wisselde geld in de peepshow pal naast  patisserie Kwekkeboom. Voor een piekkie mochten de klanten een paar minuten naar een uitgemergelde juffrouw in de spreidstand kijken. Voor een knaak kon hij met haar babbelen door een telefoon terwijl zij verzoeknummers deed. Erg leerzaam natuurlijk maar ik moest ook de cabines dweilen en moppen en de raampjes lappen. Het waren halve deurtjes en als een stouterdje dan ging fappen, kon ik zijn broekspijpen zien bewegen. Dan trapte ik het deurtje open en zei ik keihard, met plat Amsterdams accent: en nou godverdomme je smerige zaad opdweilen, vuile gore viezerik. 

Oh, oh, oh, wat mis ik mijn oude Amsterdam soms. Ik ben in een nostalgische bui en ga op YouTube naar De Inbreker en naar Naakt over de Schutting kijken. Wat een geweldige acteurs! Van de soundtrack van de Inbreker van Ruud Bos moet ik bijna wenen! 

Een leuke huiskamervraag: hoeveel van de locaties in mijn oude Mokum in die twee films herkent u nog?  Ik sluit deze melancholische dag af met de mooiste Nederlandse soundtrack ooit: die van Turks Fruit. Rogier van Otterloo, wat een geweldige componist was dat toch. Nog eentje dan maar, tevens twiet van de dag.

\

\

Dat komt nooit meer terug, mensen.

Reaguursels

Dit wil je ook lezen

De Bolle Gogh: een bruisende biografie over de Hemelse Roker

De Bolle Gogh is een rollercoaster. De biografie dendert bijna 700 pagina’s onvermoeibaar door, net als het leven van Theo. Ik ben van dezelfde generatie als Theo en het boek is een feest der herkenning voor iedereen die met name de jaren tachtig in het - toen nog - zo lekker gore Amsterdam heeft meegemaakt.

@Arthur van Amerongen | 13-01-24 | 21:30 | 658 reacties

Arthur van Amerongen - Soep van de Week: Eric Smit en Akwasi verklaren de oorlog aan Musk

Nieuw op GeenStijl: Arthur van Amerongen soept door de hete teeks van deze week in zijn nieuwe rubriek Soep van de Week, vandaag tevens ook Stamcafé. Vanaf nu: iedere week!

@Arthur van Amerongen | 10-01-24 | 21:50 | 505 reacties

Annus Horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (52)

“Meneer van Amerongen: steek uw Annus Horribilis maar in een geheime opening waar de zon nooit schijnt!” (tevens Stamcafé)

@Arthur van Amerongen | 03-01-24 | 22:15 | 458 reacties

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.