Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (13)
0% in het Stamcafé
Dinsdag 28 maart
Holyhead, Wales. Mijn uitgever Otto Wollring is met zijn auto overgekomen uit Nederland, vanavond pakken we de veerboot naar Dublin. In Caergybi (de Welshe naam voor Holyhead) wil je dood noch levend gevonden worden. De belangrijkste economische activiteit in de stad was een aluminiumfabriek. Die sloot in 2009, 400 medewerkers verloren hun baan.
Het lijkt wel of de cholera en de pest zijn uitgebroken in Holyhead, zo leeg zijn de paar straatjes. Alleen bij de diverse bookmakers valt enige beweging waar te nemen. En ik zag een junkie-stelletje rond onze auto scharrelen. Holyhead is een topplek om aan de heroïne te gaan: en ik maar denken dat er hier niets te doen is...
Enige lichtpunten in dit spookdorp: de laatste boot naar Dublin, Dawn French werd hier geboren en er zit een verrukkelijk Thais eethuisje, met vrolijke meiden in de keuken. Bij mijn weten helaas geen ladyboys, maar desalniettemin is het personeel balsem voor de ogen, na de freakshow die ik vandaag zag passeren in deze shallow gene pool. Uiteraard regent het pijpenstelen, de boot gaat pas vanavond laat. Dan maar naar de Holland Inn. Ik drink al drie dagen geen druppel. Goeie timing, en gezellig voor mijn uitgever. Het bacchanaal met mijn maat Neil Syson van The Sun en correspondent Patrick van IJzendoorn heeft mij de das omgedaan. Tijdens zo’n drinkgelag rook ik zo twee pakjes sigaretten op, en de naweeën daarvan zijn de volgende dag nog erger dan de kater. Alsof mijn bek vol zit met dode vogels. Piepende longen, overal pijn, die gepaard gaat met een oprechte doodswens. Daar zit ik dan, in de Holland Inn, met een cup of tea, te midden van een verzameling comazuipende Onslows en hooligans. Otto drinkt uit solidariteit warme chocomel en ze moeten wel denken dat we een truttig homosetje zijn. Ik begin maar wat te lullen over de honderden voetbalsjaals die aan het plafond hangen. Alleen die van Ajax zit er niet bij, wel die van Vitesse, Feyenoord, Heerenveen en PSV. Ik kan tegen het geteisem natuurlijk wel gaan roepen dat Bert Vuijsje, de gewezen bobo van de Volkskrant en de Haagse Post, mij de Bukowski van de Algarve noemt, maar daar trapt dit volk niet in terwijl ik aan mijn thee slurp. Ik word altijd een beetje verlegen van zo’n compliment van ome Bertus omdat het een te grote eer is. Ik word echter liever met schrijver John Fante vergeleken en lees zijn Ask the dust, Dreams from Bunker Hill en Wait until spring, Bandini nog regelmatig.
Begin jaren tachtig kleefde op mijn oude Underwood-tiepmasjien een sticker met de tekst Bukowski for president, kado gekregen bij de aanschaf van een stapeltje prachtig door Black Sparrow Press uitgegeven werken van "Buk". Het plakplaatje stimuleerde niet, want mijn eerste boek kwam pas 26 jaar later uit. Even ten goede van Bukowski: hij was een groot liefhebber en kenner van klassieke muziek en literatuur, een man met een zeer verfijnde smaak. Bukowski werd - net als ik - altijd geframed als een pathetische zuiplap en dat komt door de journalistiek. Kijk maar naar dit wanstaltige, larmoyante portret dat de Belgische televisie van hem maakte. De interviewer is een geparfumeerde drol, een sneue circus-poedel, het draait allemaal om hem, en ik vraag me nog steeds af waarom Bukowski, die steeds geïrriteerder raakt, gewoon niet de kop van de romp van die stomme Vlaming afscheurde.
Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (12)
Donderdag 23 maart
Vliegen van Faro naar Luton, in het kader van European Patriots. Door de douane, want Brexit. Ik krijg altijd de bibberitis zodra er iets met paspoorten is. Trillende handen, zenuwachtig gefrommel in jaszakken, dingetjes kwijtraken, zwetende oksels. Een kinderachtig trauma, opgelopen door grensovergangen in Afrika en het Midden-Oosten. Corrupte en volledig onberekenbare douaniers, soldaten, politie en geheime dienst-griezels bij de grensposten van Jordanië / Irak, Turkije / Syrië, Syrië / Libanon, Jordanië / Israël, Egypte / Israël, Algerije / Tunesië, Algerije / Marokko, Afghanistan / Tajikistan, Zambia / Zimbabwe, Benin / Togo en dan ben ik er nog een paar vergeten. Ooit 48 uur vastgezeten in het desperate niemandsland tussen Algerije en Tunesië. Ik had in Algiers een stapel boeken over de fundamentalistische islam gekocht, voor mijn doctoraalscriptie over de jihad in Algerije en het Front Islamique du Salut. Die boeken waren verboden in Tunesië en werden ter plekke onmiddellijk geconfisceerd door een gluiperige snorremans. Ik mocht Tunesië niet in, zonder dat er iets werd uitgelegd. Overgeleverd zijn aan de nukken en grillen van sadistische debielen is geen picknick. Maar dat is natuurlijk allemaal klein bier in vergelijking met de horror die Ryszard Kapuscinski doorstond in Afrika. De Pool is een van mijn journalistieke helden, samen met Tom Wolfe, Hunter S. Thompson, Egon Kisch, Graham Greene, Albert Camus en Boris Vian.
Weinig dingen in dit leven zijn zeker in dit leven maar mij krijgen ze niet meer naar de Maghreb, de Levant en het Midden-Oosten. Althans niet levend.
Ik kan mij nu - terwijl ik terugblik op mijn hedonistische en dus volstrekt zinloze leven, dat hoogstens dit vrijblijvende gekrabbel heeft opgeleverd - niet meer voorstellen dat ik ooit een fanatieke oriëntalist was. De term oriëntalisme komt bij de Palestijnse literatuurwetenschapper Edward Said vandaan, die in zijn beroemde boek Orientalism **(1978) de westerse blik op het Oosten hekelde. Volgens Said stelt het Westen het Midden-Oosten voor als barbaars, irrationeel en verleidelijk, terwijl het Westen beschaafd, rationeel en deugdzaam zou zijn.
In een interview legde ik uit wat mij aantrok in oriëntalisme:
‘‘Het woord van Said ging er in als Gods woord in een ouderling. Orientalism was een heerlijk boek en een zeer inspirerende grabbelton. Ik haalde de krenten uit de pap en dus bereikte Said bij mij precies het tegenovergestelde. Dankzij zijn ‘tips’ genoot ik van het oriëntalisme dat hij zo verfoeide. Ik geniet van die romantische, erotische kijk op Noord-Afrika, Egypte en de Levant. In het Bardo-museum in Tunis – ja, waar in 2015 die islamitische terreuraanslag door mohammedaanse jihadisten is gepleegd – hangt een schitterende collectie van de Oriëntalisten en met name van Eugène Delacroix. Lekker veel dames in de hamam, de wellust en de geilheid spatten ervan af. De ‘preciezen’ bij de vakgroep Arabisch waarschuwden mij dat mustashriqin, oriëntalisten in het Arabisch, een scheldwoord was in het Midden-Oosten. Nou, daar heb ik niets van gemerkt. Zolang je maar betaalde voor al die zondige uitspattingen was er niets aan het handje.’
Toen collega-oriëntalist Sigrid Kaag een twiet van mij deelde, schreef ik een spontane liefdesverklaring aan de beste première die we nooit hadden:
Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (11)
Met een gerse Ramadan-uitsmijter!
\
Woensdag 15 maart
Weet je wat een Rotterdammer het mooist van Mokum vindt
Da's de laatste trein naar Rotterdam, dat weet het kleinste kind
Hij vindt Amsterdam wel aardig maar hij doet een dubbele moord
Voor z'n metro, z’n tunnel en voor Feyenoord
Voor z'n metro, z’n tunnel en voor Feyenoord
Ach, leefde Dorus nog maar.
De zon scheen zowaar even in Roffa, tussen twee sneeuwbuien door. Maar wat is is hier teringduur, het lijkt 020 wel. Even een meerzaden landbrood, twee bakkies pleur en iets zoets bij bakkerij Jordy aan de Nieuwe Binnenweg: 15 euro. Da’s niet zo gers.
Een simpel biertje op een Rotterdams terras: 3.80. Een tjauw min moksi meti bij een willekeurige Suri op de Nieuwe Binnenweg: 14 euro. Dertig gulden en 85 cents!
Waar betalen al die mensen het van?
Europese Patriotten — Caroline van der Plas (BBB)
Arthur van Amerongens queeste naar mensen die van hun land houden
Ik was afgelopen dinsdag namens GeenStijl op bezoek bij Caroline, in de fractiekamer van de BBB in Den Haag, in het kader van mijn serie Europese Patriotten. En natuurlijk om haar als eerste te feliciteren met haar nakende eclatante overwinning! Ik ben vanaf het prille begin fan van BBB, hetgeen ik kan bewijzen met foto’s van mij bij omgekeerde vlaggen in een weiland (waardoor ik wederom als fascist werd afgeserveerd door mijn geliefde vijanden). Mijn schaamteloze liefdesverklaring aan Caroline (haar moeder is Iers, vandaar Ke-ro-line en niet Carolientje) en het allereerste gefilmde interview met de baas van BBB (ruim twee jaar geleden) kunt u hier gratis lezen bij HP/De TIJD.
Caroline had het razend druk, toch maakt ze tijd voor mij vrij. Ik zat tussen Sven Kockelmann en Floor Bremer, had een half uurtje en het werd drie kwartier. Toen we de fractiekamer uitkwamen, stond Floortje daar duidelijk gepikeerd te dribbelen met haar cameraman. Caroline schoot in de lach. Ze vertelde mij dat ze de Stentor, een DPG-krant voor Oost-Nederland, haar gevolgd had en dat de Stentor een grote reportage had geplaatst. Tubantia – ook DPG en ook Oost-Nederland – plaatste die reportage niet, terwijl in die hoek van Nederland de meeste BBB-stemmers wonen. En wie is de hoofdredacteur daar? Juist, de reeds genoemde Daan Bonenkamp, een gesjeesd mager mannetje van Kaag.
Genoeg geluld, zou Caroline zeggen, hier het interview. Oh ja, en de dames van @StemopeenVrouw liegen dat het gedrukt staat. Caroline van der Plas, alias @lientje1967, is zelfs niet een keer genoemd de afgelopen dagen, laat staan gefeliciteerd. Dat was bij de vorige verkiezingen wel anders, toen er vrouwen van hun persuasie wonnen.
Caroline van der Plas: “Het CDA gaf een paar jaar geleden bij monde van Hugo de Jonge aan dat de partij zich meer op de stad ging richten. In 2018 was ik kandidaat voor de gemeenteraadsverkiezingen in Deventer, voor het CDA. Deventer heeft een heel groot buitengebied en ik riep dat juist dáár onze kiezers zaten, en niet in een stad als Deventer. Laat je daar zien, zei ik, mensen in de periferie missen het CDA.
Dat was mijn eerste red flag.
Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (10)
De verkiezingsspecial (zometeenstraks livestreamtopic/stamcafé)
Woensdag 8 maart
Vliegen van Faro naar Zestienhoven voor de presentatie van mijn boek de Boze Blanke Man in jazzkroeg de BIRD in Rotterdam, tijdens het derde Bullebal. Op luchthavens borrelt mijn misantropie op als zwaveldioxide in een vulkaan. Uitgelaten en dronken groepjes golfers. Sneue stelletjes met krijsende baby's. Nerveuze, bijna hulpeloze bejaarden bij de veiligheidscontrole, in de weer met schoenen en broekriemen.
Het veiligheidspersoneel zal mij ongetwijfeld ook tot de bejaardencategorie rekenen, ook al zie ik mijzelf als een puber. Een puber in een aftakelend lichaam, dat dan weer wel. Dat meewarige gebruik van de term 'bejaarden' heb ik van mijn moeder. Ze was dik in de zestig en ging, terwijl haar lijf was gesloopt door de kanker, “bejaarden” en “oudjes” helpen.
Er zit een groot verschil tussen passagiers naar Eindhoven, Amsterdam of Rotterdam. Op de vluchten van Faro naar Rotjeknor vaak matjes, campingsmokings met Feyenoord-embleem en van die typische Leo Beenhakker-regenjassen met ceintuur. Brabo’s op de vluchten van Eindhoven naar Faro zie er vaak uit als Brabo's: Mantafahrers dus. En gebronzeerde Amsterdammers zouden het liefst in een reetveter naar huis willen vliegen.
Ondanks al deze narigheid in de vliegtuigen van de prijsvechters drink ik niet meer in de lucht. Omdat ik vermoedelijk iets onder de leden heb heb dat aan ADHD gerelateerd zou zijn, wil ik nogal eens rommelig en chaotisch zijn. Met drank wordt dat een chaos. Eens vloog ik van Teheran naar Amsterdam, met een tussenstop in Parijs. Ik had veertien dagen drooggestaan in Iran en zette het op een zuipen bij Air France. In het gewoel in het vliegtuig verloor ik mijn boarding pass voor de vlucht naar Amsterdam en moest ik voor een tiet geld een nieuw ticket naar Amsterdam kopen bij Air France.
Wat die ADHD betreft: als kind was ik nogal "apart" en op de Veluwe werd je in de jaren zestig meteen afgeserveerd als een debieltje die naar de LOM-school moest. Het is een familiekwaal, dat drukke. Mijn moeder werd door haar familie in de inrichting geparkeerd omdat haar broers haar gek vonden. Vooruit, ze had wat psychoses gehad en liep wel eens in haar blote bips over straat, maar wie heeft dat niet gedaan?
Ik heb met mijn moeder verschillende kinderpsychiaters bezocht en werd geobserveerd en getest als een resusaapje in de laboratoria van TNO. Eerst was de diagnose "hyperactief", daarna werd ik MBD'tje: Minimal Brain Damage. Uiteindelijk werd dat ADD, dat suggereerde althans een ex die chirurg was in het AZM in Maastricht. Op haar aandringen heb ik mij laten testen op ADHD in Vijverdal, het gekkenhuis van Mestreech. De psychiater zei voorafgaand aan het loodzware onderzoek dat ADHD helemaal niet bestond en dat ik het dus vermoedelijk niet had. Ik vertelde hem over de zes kinderen van mijn zus. Vijf daarvan waren door de huisarts op de ritalin gezet terwijl ze nog piepjong waren. Het waren hoogstens wat drukke kinderen en dat is normaal in zo’n groot gezin. Ik zei tegen de ADHD-dokter dat het een samenzwering was van de farmaceutische maffia. Hij zweeg wijselijk. Het werd een loodzwaar onderzoek dat weken duurde, maar ik had toch niks te doen. De uitslag was zoals de dokter had voorspeld: geen ADHD. Wat ik dan wel heb? Geen idee.
Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (8)
Renaissancevloot meert aan bij de Don
Dit stuk in een halve minuut:
Kijk, dat is nou nog eens een fijne service voor mensen die lezen haten!
- Pas op voor de kleptomane hoeren in Olhão
- Fiets gestolen in Olhão? Bel Tuur.
- De column des doods
- Post van A.H.J. Dautzenberg
- Thierry Baudet op campagne in de Algarve
Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (7)
Carnaval in het Stamcafé
Woensdag 15 februari
De afgelopen weken mocht ik naar aanleiding van dit molièresque dagboek veel bezorgde post van ongeruste lezeressen ontvangen. Nooit zit er eens een fatsoenlijke schenking tussen, of het vooruitzicht van een royaal legaat. Wat ik wel kreeg van de postbode: een flink uitgevallen damesslip (z.g.a.n.), een gerafelde beha zo groot als een circustent (geplengd met rozenwater) en de belofte van een fijne fellatio van een alleenstaande oma in Delfzijl. Tot op het merg, beloofde ze mij.
Ik heb even gekeken op de reisplanner van de Nederlandse Spoorwegen hoe lang de reis van Schiphol naar Delfzijl duurt en ik vrees dat ik er toch vanaf moet zien, ook al is het vooruitzicht van een kunstgebit in een glas water op een IKEA-nachtkastje behoorlijk opwindend.
Anderzijds was ik graag nog eens gecremeerde kroketten gaan eten in het treurigste hotel van Nederland: het Eemshotel. Ineens ruik ik die meur weer als je daar binnenkomt: lysol, frituurvet dat in maanden niet gefilterd is, verschaald bier en chloor van de plees plus de lucht van versleten tapijt in combinatie met de weeïge geur van een warme stofzuiger. Voor het landelijk rookverbod inging, kon je in het Eemshotel de sigarenwalmen knippen.
Mijn toenmalige verloofde Tanja liep coschappen in het ziekenhuis van Leeuwarden en in het weekeinde gingen we op zoek naar de allergoorste restaurants van Friesland en Groningen. In onze top tien stonden hoofdzakelijk dorpschinezen, plus een kroeg in een gehucht waar ze een zak “bami van de slager” in de magnetron lieten ontploffen en natuurlijk het Eemshotel. Oh ja, en de lunchroom Afsluitdijk stond ook in de top 10. Daar rook het frituurvet zo mensonterend, dat Tanja en ik afzagen van de frikandellen en uit lijfsbehoud warme chocomel met rum dronken en er half bevroren appeltaart bij aten. De lunchroom is helaas gesloten, lees ik in de krant.
Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (6)
Houdt het dan nooit op!?
Donderdag 9 februari, Antwerpen
Doet het pijn? Alleen als ik lach.
Freelancers zijn gek genoeg nooit ziek. Of beter gezegd: melden zich nooit ziek, want de schoorsteen moet roken.
Tijdens mijn studie werkte ik als uitzendbureau-tiepgeit bij alle mogelijke instanties van de gemeente Amsterdam. Meer dan de helft van het personeel was chronisch schoolziek: het Syndroom van Ollongren.
Ik kwam - hoe slecht ik me ook voelde - altijd braaf opdraven, want als ik dat niet deed kreeg ik geen centjes. Mijn arbeidsethos is deels genetisch, deels pragmatisch. Dit dagboek komt mij soms de neus uit, maar toch sleep en sleur ik mezelf achter de laptop.
Ik had een alleraardigste kapper toen ik in Brussel woonde, en die zei mij eens: als je na vijftigste op een dag wakker wordt zonder pijn, ben je dood.
Nou ben ik niet bepaald kleinzerig. Dat komt uit de tijd dat ik nog gebruiker was en regelmatig met het fenomeen cold turkey te maken had. Bepaald geen sinecure, maar de koude kalkoen duurt slechts drie dagen. Daarna is het afkicken vooral een mentale kwestie. Ik heb nu permanent overal pijn, sinds kort in de leverstreek. Het doet mij denken aan een cartoon die ik ooit zag in een Amerikaans tijdschrift. Een Engelsman in een kaki-pak is doorboord met een speer en staat vast aan een boom. Om de boom rennen Zulu’s. Zijn maat vraagt: doet het pijn? Alleen als ik lach, zegt de gespietste.
Ik email naar mijn geneesheer in de Algarve dat ik volgende week langskom. Ik lijd niet aan iatrofobie en vind het altijd interessant om naar de dokter te gaan, net zoals ik met plezier naar de tandarts ga. Die mensen hebben het beste met je voor. Ik kan dan ook heel geestig vertellen over mijn medische perikelen. Zo heb ik traag zaad: het komt er wel snel en rijkelijk uit maar die donderkopjes zijn allemaal misvormd, met happen uit de staart en/of de kop. De laatste keer dat ik mijn spermatozoa zag, was begin jaren tachtig. Vrienden bezochten met een zekere regelmaat de spermabank, waar ze vijftig gulden per zaaddonatie kregen. Ik vroeg na het onderzoek aan de laborante of ik mijn sperma mocht bekijken. ‘Maar het zijn er toch best veel’, zei ik tegen de laborante. Die moest lachen en zei dat die paar goeie die ik had, het invriezen vermoedelijk niet zouden overleven. Ik kon mij ook niet voorstellen dat er vrouwen waren die op mijn eventuele profiel bij de zaadbank vielen: mager, rood haar, sproeten en drie turven hoog (en een klein drank- en drugsprobleem, maar dat had ik verzwegen). Hoe het ook zij: doei, vijftig pop!
Jaren later ging ik op aandringen van mijn tweede grote liefde naar de IVF-kliniek in het AMC. Ze wilde een kind. Achter de balie zat een juffrouw met een hoofddoek. In een naargeestig hokje probeerde ik mij af te trekken in een minuscuul potje. Qua rukmateriaal lag er een jaargang Aktueel en een jaargang Panorama. Na een half uur was ik nog niet klaargekomen en het zweet droop van mijn gezicht. Toen het uiteindelijk gelukt was, zei ik tegen de juffrouw dat ze er wel eens leukere boekjes konden neerleggen. Ze lachte schaapachtig en zei dat ze veel klachten had gekregen van “broeders” over de pornografische boekjes die er eerst lagen. Ik zei dat die wellicht wat harder moesten bidden om goed zaad want slecht zaad is een straf van Allah.
Een week later keek de IVF-arts mij bezorgd aan. De uitslagen van het onderzoek waren verontrustend, tussen neus en lippen door en bladerend in zijn agenda bromde hij dat het wel eens op een hersentumor zou kunnen duiden. Ik zakte door de grond. Even later bedacht ik mij dat ik de avond voor het geruk in het naargeestige hokje allerhande drugs had gebruikt, iets dat ik niet vermeld had. Mede door de heroïne (die er voor zorgt dat je amper kunt poepen, piesen en klaarkomen) had ik mij suf gefapt.
Ik vroeg een tweede zaadtest aan en bleef tot die test clean. De tumor was verdwenen, tot verbazing van de specialist. Wel raadde hij mij een kleine operatie aan, er zat een knoopje in een of andere zaadkanaaltje dat naar mijn teelballen liep. Na een wachttijd van zes maanden was ik aan de beurt. Mijn schaamhaar werd weggeschoren, mijn vriendin kreeg een lachstuip. Na de couveuse had ik nog nooit eerder in een ziekenhuis gelegen. Toen ik aan de chirurg vroeg of ik mocht meekijken, met een spiegeltje, reageerde hij geïrriteerd: ‘mijnheertje, u doet uw werk en ik het mijne’. Mijn toon werd jovialer en de chirurg steeds bozer. Hij vroeg of ik wellicht naast hem in de schoolbank had gezeten. Uiteindelijk had de ingreep geen gunstige invloed op mijn sperma.
In de ochtend bij Teun aan de keukentafel een deel van mijn interviews met de kopstukken van de Vlaamse beweging uitgewerkt, in het kader van Europese Patriotten. Filip Dewinter voor komende zaterdag. Daarna de trein van Antwerpen naar Charleroi. Veel treinen zijn uitgevallen, zoals altijd in Belgikistan. Ik had uitgerekend dat vier uur reizen voldoende moest zijn, maar door alle vertragingen wordt het nog krap. De bus van Charleroi naar de luchthaven gaat om het half uur, en ik heb geluk. Ryanair is altijd weer een spektakel, een optocht van genetische narigheid. De freakshow van Manchester naar Faro staat in mijn top 10, maar deze vlucht is ook heel bijzonder. Spuuglelijke Walen, in bizarre vodden, steenkolen-Frans kwebbelend. Mijn pijnen gedijen goed in dit voorgeborchte van de hel. Ik haat vliegen. Wonder boven wonder had ik één keer seks in een vliegtuig. Dat was niet toevallig want ik had kennis aan een prachtige struise stewardess en we gingen op kerstvakantie naar Mombasa in Kenia. Tijdens de lange nachtvlucht (Sjoukje had dienst) waren er twee feestelijke momenten: ik passeerde voor het eerst de evenaar en vervolgens schoof ze in werkkleding maar zonder slipje bovenop me en zei op vrolijke toon toen het klaar was: 'welcome to the mile-high club, baby!'
Troostende muziek van mijn held Burt Bacharach. Ook dood. 94 geworden. Ik moet er niet aan denken zo oud te worden, zonder pensioen, met een AOW’tje van een paar stuivers, kwijlend in een rolstoel en een verpleger die mij voortdurend in elkaar mept.
Bart en Dieuwertje halen mij op in Faro, mijn verloofde heeft een cater-klus. Hondjes door het dolle heen. Ik mik er een paar pijnstillers in en val in slaap met het vertrouwde gebrul van de Atlantische Oceaan en de scheten van de snurkende hondjes.
Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (5)
Tuur achter de tap in het Stamcafé
Woensdag 1 februari
Zowaar een lichtpuntje in mijn droeve bestaan, wachtend op de verlossende zeisslag van mijn trouwe metgezel Magere Hein alias the Grim Reaper: mijn nieuwe bestseller De Boze Blanke Man is uit!
U kunt dit vrolijke boekje het best direct scoren bij mijn uitgever (gesigneerd en gepreegd) want als u het bij de boekhandel koopt, pakt die 42% van de verkoopprijs. En bij Ezo Wolf krijgt u mijn geschriften ook nog eens gepreegd en gesigneerd. Wat wil een mens nog meer? Ja, 'zuipen, hoeren neuken en nooit meer werken!', hoor ik de trouwe lezer denken.
Vorige week vertelde ik u hoe ik van luchthaven Charleroi naar professor Teun Voeten in Antwerpen treinde. Die had een pan troostende erwtensoep op het vuur staan en dat was maar goed ook, want ik was een beetje droefgeestig geworden van het grauwe weer en van de spuuglelijke mensen in de trein, die bovendien heel vies roken. Mijn geurenkabinet sloeg spontaan aan en ik was weer terug in het België van 1980. In dat geurenkabinet koester ik reukherinneringen, van de ochtendbolus van mijn vader in combinatie met sigarenrook tot zuur vagijnzweet op een Texelse camping in 1975 en gifgroene slingerpoep als gevolg van een bedorven broodje warm vlees in een sloppenwijk van Caïro, medio augustus.
Al in 1980 woonde ik in Antwerpen, aan de Italiëlei, en 't Stad was een punkparadijs, met kroegen als het oude Pannenhuis, de Groene Michel, de Vagant en de legendarische Cinderella aan de Stadswaag, kroegen die nooit sloten en waar je als een zot de pogo kon springen of kon stuiteren op geweldige Jamaicaanse dub. De Belgische punks waren hartstikke lief en ik had nog een poosje kennis aan Bie, die er gevaarlijk uitzag maar altijd op fluistertoon sprak, een euvel dat vaker voorkomt bij Vlaamse maskes. Ik heb Bie nooit boos gezien, terwijl ik me soms best wel misdroeg. Ik zag de sinjoren eigenlijk alleen maar boos worden als Nederlanders na een nacht stappen stomdronken tegen de kathedraal en de kerken rond de Vogeltjesmarkt stonden te pissen.
Na fijne man-tot-man-gesprekken met den Teun, bleef ik alleen achter in de keuken en ging ik Belgische plaatjes draaien, van TC Matic, Gorki, dEUS to Adamo en Bobbejaan Schoepen. Ik denk vaak dat ik een Slavische ziel heb. Melancholisch, op het pathetische af, en vooral wanneer ik drink. Gelukkig heb ik nooit een een kwade dronk. Hoogstens een kwade kater.
De patriotten van Chega: Iberische bonvivanten van het houtje
Europese Patriotten, deel IV - Portugal. Tekst & foto's Arthur van Amerongen
“Nou nou, dat zou in Nederland niet kunnen horen hoor, zo’n gigantisch schilderij met negerslaven”, fluister ik tegen Ricardo Regalla Dias Pinto, de kabinetschef van Chega!, de derde partij van Portugal en tevens de meeste patriottische. Chega betekent genoeg. Basta!
Op het enorme schilderij zien we hoe de legendarische ontdekkingsreiziger Vasco da Gama (bekend van de sigaren en een fijne straat in 020-Gaza) met alle egards wordt ontvangen door de samorijn, de vorst van Kozhikode (Calcoen in het Nederlands) aan de Malabarkust in het huidige Kerala in India. De negerslaven buigen voor Vasco.