achtergrond

Geenstijl

login

word lid

nachtmodus

tip redactie

zoeken

GeldBlog - Groen heeft extra tijd en grijs nodig

Intussen lachen de VVD-stemmers zich slap want het zijn zij die de gesubsidieerde Tesla’s rijden

Met de voorgestelde groene omwenteling (Green New Deal, Build Back better, Great Reset, Parijs-akkoord) hebben politici de wereld een gigantische taak voorgeschoteld. Los van het feit of de omwenteling zelf wel of niet gewenst is (zie eerdere columns), ontbreekt de realiteitszin bij onze beleidsmakers. Gewoon een regel of wet maken en dan denken dat het probleem is opgelost is wel erg simplistisch; het verbieden van plofkraken lost het probleem van plofkraken niet op. Op het vlak van de Green New Deal maken onze beleidsmakers in ieder geval twee grote fouten; het tijdspad is te kort en de cruciale rol die fossiel kan spelen in de omwenteling wordt genegeerd. De rol van links en de VVD in dit geheel is ook noemenswaardig.

Allereerst is er het probleem van de timeline. Onze regenten met hun expert panels (lobbyisten) hebben uiteindelijk het Parijs-akkoord ondertekend. Hiervoor zijn er op macroniveau bepaalde doelstellingen afgesproken. De opwarming van de aarde mag niet meer dan 2C bedragen ten opzichte van de gemiddelde temperatuur van voor de industriële revolutie. Om dat weer te bereiken, moet de uitstoot van Co2 (en andere broeikasgassen) op net zero uitkomen in 2050.

Sindsdien komen uit de klimaathoek steeds meer geluiden dat de urgentie dermate hoog is, dat deze targets eerder bereikt moeten worden. De EU wil daarin voorop lopen; het wil weliswaar net zero in 2050 bereiken, maar heeft de tussendoelstellingen voor 2030 inmiddels omhoog geschroefd.

Nu is het allemaal leuk en aardig om top-down een doelstelling neer te plempen en dan aan de lidstaten overlaten hoe ze daar maar moeten komen, maar enige realiteitszin is daarmee gelijk om zeep geholpen. Normaal zou een bottom-up analyse ook gemaakt moeten worden. Dat is niet of nauwelijks gedaan omdat de beleidsmakers is wijsgemaakt dat het een kwestie van leven of dood is. Het MOET gewoon SNEL gedaan worden en daarmee basta. De tijdslijn is dus gebaseerd op deze alles of niets zienswijze.

Maar de realiteit laat zich niet lang negeren. Steeds vaker wordt duidelijk dat de gestelde transitieperiode veel te kort is. De gehele energie-infrastructuur moet worden omgegooid, bouwbesluiten moeten worden genomen en gefinancierd, vergunningen moeten worden verleend (inclusief inspraakprocedures en herplaatsing van de halfgebruinde geribbelde ringoogpadden). Als de macrodoelstellingen in detail worden uitgerekend, dan wordt duidelijk dat in de huidige vrije markt omstandigheden (imho semivrije markt at best) het geheel niet echt haalbaar is.

In plaats dat overheden het tijdspad verlengen, stellen ze steeds vaker dat de “huidige omstandigheden” dus niet helpen. Niet het tijdspad is het probleem, maar het huidige economische systeem. Dat beetje vrije markt dat we hadden moet dus plaatsmaken voor een centraal geleide economie. De overheid bepaalt wat wel en niet kan, waarin moet worden geïnvesteerd, waarin niet, wat wel of niet mag worden geconsumeerd (BBQ en vleeslimieten) en zo verder.

Het Parijs-akkoord en de Green New Deal geven overheden dus het mandaat (dat vinden zij zelf althans) om meer macht naar zich toe te trekken. Maar zoals de USSR al heeft uitgevonden, leidt dit juist niet tot een snelle time to market. Het tegenovergestelde gebeurt juist.

In plaats van deze centralisatiedwang, zou de overheid (nogmaals: gegeven dat de doelstellingen van de Green New Deal goed zijn (heb ik serieus mijn twijfels over) het tijdspad moeten verlengen om de transitie zonder onnodige economische schade te laten verlopen.

De tweede fout die onze beleidsmakers maken is dat ze fossiele brandstoffen gelijk willen verbannen, terwijl ze deze juist zouden moeten omarmen om de transitie goed te laten verlopen.

Bijvoorbeeld, alle auto’s naar elektrisch kan het netwerk niet aan, terwijl een hybride systeem waar een generator in de auto op diesel of benzine juist de elektromotoren aandrijft, zou een prima tussenoplossing zijn zodat er ruimte en tijd ontstaat om de volledige transitie te voltooien tegen acceptabele kosten (nogmaals, wat in die kringen acceptabel zou zijn). Bestaande infrastructuur hoeft dan niet ineens te worden weggegooid (kapitaalvernietiging), consumenten en bedrijven kunnen meer geleidelijk overstappen naar groen en groene technologie kan zich verder ontwikkelen en dus goedkoper worden (transitie in 2050 duurder dan in 2060 bijvoorbeeld) waardoor de dislocaties in de economie grotendeels worden voorkomen.

In het algemeen is de omwenteling een investeringsvraagstuk; er is een beperkte hoeveelheid geld beschikbaar om de groene doelen te bereiken. Vraag is dan hoe dit kapitaal in te zetten zodat er uiteindelijk het meeste resultaat voor het minste geld bereikt wordt. De economie nog door laten draaien op fossiel, betekent een grotere taart waarvan een deel gebruikt kan worden voor vergroening. Nu echter moet de hele taart in no time op groen gebaseerd zijn. Gezien de groene alternatieven in hun geheel duurder zijn dan een grotendeels op fossiel gebaseerde economie, wordt de taart dus kleiner en moet de overheid een steeds groter deel op gaan eisen om alle plannen te kunnen uitvoeren. Een vicieuze cirkel is het resultaat…

Een te snelle omwenteling zou stijgende prijzen, dalende winstmarges, dalende volumes en dus een krimpende economie veroorzaken. De Green New Deal zoals de EU die nu voorstaat, zal stagflatie veroorzaken die iedereen zal raken.

De ironie wil dat de grootste groene ideeën bij de linker politieke flank te vinden zijn, maar dat de negatieve effecten van deze groene maatregelen juist hun achterban het hardste zal raken. De lezer zal de parallel met het immigratiestandpunt (of minimumloon, ontslagbescherming, etc etc) van links niet ontgaan zijn; juist de linkse achterban is hard geraakt door te hoge immigratie. De cynicus zou stellen dat links er bewust op heeft aangestuurd zodat het een schare van de staat afhankelijke kiezers zou ontstaan die gegarandeerd links blijven stemmen.

Wellicht moet de enorme steun voor de groene plannen vanuit links door dezelfde lens bekeken worden, want de omwenteling zal steeds meer mensen afhankelijk maken van de staat. Een soort Green Road to Serfdom

Intussen lachen de VVD-stemmers zich slap want het zijn zij die de gesubsidieerde Tesla’s rijden en achter zowat alle subsidieslurpende wind- en zonneparken zitten (koude douche is in aantocht overigens). De VVD-top kijkt ernaar en vindt het allemaal prima. Dat de staat almaar groter wordt en de privésfeer steeds verder binnendringt, dat Nederland steeds verder afglijdt naar een centraal geleide economie door (o.a.) de groene omwenteling, deert ze blijkbaar niet.

Daarmee is het klassiek liberalisme definitief ten grave gedragen. De cynicus zou opmerken dat hoe meer groen er door links wordt opgedroomd, hoe meer mensen op VVD zullen stemmen omdat het de enige partij is die weerstand kan bieden. Links en de VVD creëren elkaars markt… De geschiedenis leert dat cynisme en ironie vaak hand in hand gaan.

Reaguursels

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.