Tekst toespraak Ebru Umar Islamdebat Rotterdam
Dames en heren, als het aan een aantal betrokkenen bij deze avond had gelegen, had ik hier niet voor jullie gestaan.
Ik was niet welkom.
Want tja, ik ben ik.
Te controversieel.
Te ‘gatver’.
Te weetikveelwat.
Iemand die je blijkbaar fysiek moet weren omdat het verbaal niet lukt.
Kunt u het zich voorstellen, dat je een columnist het spreken onmogelijk wilt maken?
Het gebeurt wereldwijd, in landen die we aanduiden als bananenrepublieken. In landen die over de grens met Griekenland beginnen en het veto op vrij spreken spreidt zich uit over de rest van het Midden-Oosten. In vrijwel elke dictatuur, islamitische heilstaten voorop wordt het spreken onmogelijk gemaakt, maar hier? In Nederland?
Het schijnt emancipatie te heten, uitspreken dat je mensen niet wilt horen.
Uitspreken dat mensen niet gehoord mogen worden.
Het wordt veelal geëist door mensen die de mond vol hebben over emancipatie en respect, maar van wie de eigen tolerantiegrens diep onder het nulpunt ligt.
Ik heb schijt aan die mensen.
Ik woon in Nederland.
In een vrij Nederland.
En andermans vrijheid vind ik net zo belangrijk als mijn eigen vrijheid. Maar ik heb er een duidelijk grens bij: vrouwenonderdrukking, vrouwenmishandeling, vrouwenuitsluiting emancipatie noemen, goedpraten uit mom van een religie, is géén vrijheid. Mij mijn vrijheid misgunnen, is dat ook niet.
Dames en heren, het is 8 maart 2018, internationale vrouwendag en we houden in Rotterdam een islamdebat. Als je dat 45 jaar geleden tegen de eerste gastarbeiders had gezegd, hadden ze naar hun voorhoofd gewezen. De islam? Onderwerp van debat? Doe ff normaal zeg. De islam is iets van thuis. Iets wat ze achtergelaten hebben. Iets uit de oudheid, iets wat achterhaald is. De islam is privé. Niet westers. Waarom zouden ze het überhaupt over de islam hebben? Laat staan in de toekomst?!
En toch overheerst de islam inmiddels in elke verkiezingsstrijd, beheerst het elk debat en zorgt het voor maatschappelijke spanningen. Waar is het misgegaan? Sinds wanneer heet dit emancipatie te zijn? Hoe kun je hier als moslim trots op zijn – tenzij je erop uit bent de samenleving willens en weten te ontregelen? Wat heeft dit land moslims misdaan wat in het land van herkomst van hun grootouders beter zou zijn geweest?
Maar eigenlijk moet je die vraag omdraaien: hoe kan dit land haar oorspronkelijke bevolking zo enorm in de steek laten, door de maatschappij te laten ontregelen door een handjevol criminelen en actievoerders, die zich verschuilen achter en verzamelen onder die ene noemer: islam? Hoe kan dit land al haar principes te grabbel gooien: gelijkheid van vrouwen, vrijheid van meningsuiting, vrijheid om te zijn wie je bent, omdat achterlijke aanhangers van een godsdienst – of was het een achterlijke godsdienst – dat eisen?
Hoe kan het dat onze politici niet aan onze kant van vrijheid staan, maar aan de kant van dictatuur? Hoe kan dat in Rotterdam SP PvdA en Groenlinks samengaan met een partij, die onze vrijheden, onze waarden en onze normen met de voeten treedt? Hoe kan het dat om deze avond te organiseren vier man beveiliging is ingehuurd?
Ik heb hier geen antwoord op. Mijn grootste vijand echter wel: “Democratie is als een trein. We stappen uit wanneer we aankomen op het station dat wij wensen.”
Het station waar we nu zijn aangekomen, het perron waarop ik nu sta, is het perron van het islamdebat. Een perron dat nooit aangelegd had moeten worden, een perron waarop ik nooit had willen staan maar een perron waarvan ik regelmatig aan den lijve ondervind dat ik er niet welkom ben. Als het nou alleen om mij zou gaan, zou ik nog mijn schouders erover kunnen ophalen. Maar helaas. Dankzij onze politici die moslims behandelden als special snowflakes met hun eigen special rights die voorrang hebben boven álles wat normaal is in Nederland, zijn we als Nederland onderweg naar een station waar ik en met mij vele vrouwen niet eens mogen uitstappen.
Het is vandaag 8 maart 2018. Internationale vrouwendag.
Ik woon in een land waarin een vrouw, een op papier islamitische vrouw die niet in Nederland geboren is, voorzitter van de tweede kamer is geworden. Gekozen voorzitter. Zeik niet zo over discriminatie. Ik woon in een land waarin een man, een islamitische man, burgemeester van de allermooiste rotstad van dit land is geworden. Benoemd maar desalniettemin omarmd. Zeik niet zo over discriminatie. Ik woon in een land waarin vrijheden gelden voor nieuwkomers die ondenkbaar zijn voor de nieuwkomers in hún landen van herkomst. Daar moeten vreemdelingen zich aanpassen aan hún normaal aan hún wetten. Zeik niet zo over discriminatie. Doe. Normaal.
Reaguursels
Dit wil je ook lezen
'Telefoon Erasmussteker Ayoub M. vol IS-filmpjes'
Niet te verwarren met: Erasmsusschutter Fouad L.
Erasmusbrug-steker Ayoub M. langer vast
Islamitische terrorist!