Nieuwste aanwinst: de eerste Nederlandse vertaling van de Pensées van Blaise Pascal.
Europese Patriotten — Bart Jan Spruyt
In Nederland heerst er een soort elite, die bestaat uit wereldvreemde en ontwortelde mensen
Interview: Arthur van Amerongen
Bart Jan Spruyt is mede-oprichter en was van 2002 tot 2005 directeur van de Edmund Burke Stichting. Van 1994 tot 2002 werkte hij als politiek journalist bij het Reformatorisch Dagblad. Spruyt schreef onder meer Lof van het conservatisme (2003). Daarin staan essays over conservatieve denkers en politici waar Spruyt zich mee verbonden voelt, zoals J.L. Heldring, Ernst Heinrich Kossmann, Edmund Burke, Alexis de Tocqueville, Winston Churchill, Dietrich Bonhoeffer en C.S. Lewis.
In 2005 schreef hij het boekenweekessay De toekomst van de stad. In juli 2008 werd Spruyt aangesteld als columnist politiek bij het weekblad Elsevier (tot 2013), HP/De Tijd (tot 2011), Binnenlands Bestuur (tot 2012) en voor Opinio (tot aan de opheffing van dat blad in mei 2008). Hij organiseert activiteiten voor studenten die geïnteresseerd zijn in het conservatisme in het kader van de Burke Stichting.
Spruyt liet zich in 2005 op eigen kosten bewaken omdat hij werd bedreigd vanwege zijn uitspraken over de linkse politiek.
Spruyt is sinds enkele jaren docent Cultuur & Maatschappij aan Driestar Educatief te Gouda. Daarnaast is hij docent kerkgeschiedenis aan het Hersteld Hervormd Seminarie van de Vrije Universiteit.
Spruyt: “In 2000 richtten we de Edmund Burke Stichting op. Wij wilden een Nederlandse conservatieve partij en dachten dat dat kon via een herkaveling van het politieke landschap. Er was voldoende potentieel bij de ontevreden conservatieve achterban van het CDA, de VVD en de ChristenUnie, mensen die altijd geschaakt worden door de linkervleugel van hun partijen.
Politiek gaat om een bepaalde maatschappelijke ordening en wat je precies wil verdedigen. Ik vind de SGP sympathiek, stem er vaak op, maar ik heb me er nooit volledig aan verbonden. Ik vind het vrouwenstandpunt van de SGP onbegrijpelijk en ik ben het oneens met de theocratische aspiraties van de partij, gebaseerd op artikel 36 van de Nederlandse geloofsbelijdenis: de overheid mag alleen ruimte bieden aan het christelijk geloof.
Onze politieke aspiraties gingen over vrijheid, klassiek liberalisme. Een democratie veronderstelt een bepaald soort mensen, een bepaalde cultuur, een bepaalde moraal. Klassiek liberaal waren we, met wat Plato, die diep heeft nagedacht over het culturele fundament van een samenleving. Democratie vraagt immers om een bepaald soort burgers, goed opgevoed, goed opgeleid.
We hielden het aanvankelijk intellectueel, mensen moesten aan ons gedachtegoed wennen, alles keurig met elkaar bespreken, discussies in zaaltjes. Boekjes schrijven, opiniestukken. En goed nadenken: wat is nou precies conservatisme, en het mensbeeld daarvan? We dachten daar de tijd voor te kunnen nemen. Dries van Agt (‘die antisemiet’, bromt Spruyt) zat in de raad van aanbeveling, Eimert van Middelkoop, Hans Hillen. Ik deed het samen met Joshua Livestro , Andreas Kinneging, Paul Cliteur. Een substantiële club.
Iedereen verveelde zich dood onder Paars en het geld klotste tegen de plinten in Nederland. Wij kregen daardoor veel aandacht in de media, maar toch kwam onze gedroomde partij niet van de grond. Ik zat een keer met Hans Hillen te lunchen. Ik zei: ‘Wij besteden heel veel tijd en geld aan pogingen om een conservatieve partij van de grond te krijgen. Ik klop op die deur, maar er doet niemand open.’ Hillen antwoordde: ‘Weet je hoe dat komt, Bart Jan? Er zit niemand achter die deur. Het interesseert ze geen bal. Ze komen bij ons langs, shoppen een beetje en pikken themaatjes en ideetjes waar ze mee kunnen scoren.’
Maar ja: toen kwam 9/11 en werden Fortuyn en Van Gogh vermoord. Er was ineens een enorme urgentie in de samenleving. Pim vermoord door een links-extremist, Theo door een islamitische extremist. Dan kan je wel intellectuele discussies gaan voeren in zaaltjes, maar moesten we niet veel concreter gaan worden, ons veel meer richten op de politieke actualiteit? In 2004 brak Wilders met de VVD. De aanleiding was de Turkije-kwestie.
Ik had contact met Geert, heb een half jaar voor hem gewerkt, we zijn samen twee weken naar de VS geweest, in januari 2005. Een soort studiereis, het was mijn idee. In de Verenigde Staten weten ze wat conservatisme is. We bezochten het Witte Huis, de Senaat en heel veel politieke denktanks daar, neocons vaak, die door het gedachtegoed van Leo Strauss werden geïnspireerd, andere clubs ook, zoals The Heritage Foundation en het American Enterprise Institute. Zelfs bij Piet Hoekstra langs geweest, die later ambassadeur werd in Nederland. Wilders was geweldig en inspirerend gezelschap. Ik las hem voor uit een folder over Ronald Reagan en zei: ‘Hier gaat het om in de politiek, Geert: strenge financiën, de defensie op orde, een kleine overheid en uiteindelijk gaat het om de cultuur,’ en toen dacht ik dat hij ook iets begreep van ons platoonse plusje.
Wilders zei, dat gaan we doen, Bart Jan! Al halen we maar 1 zetel: hier gaan we voor.’ Uiteindelijk hebben die punten het niet gehaald. Geert is een warrior, een straatvechter, hij moet overleven. Daarom wilde en wil hij geen moeilijk verkiezingsprogram, met zo min mogelijk politieke filosofie. De belangrijkste agendapunten: Stop de islam en stop de immigratie. Wilders wilde sociaal-economisch richting de SP. Ik wilde een echte conservatieve partij.
We zijn als goede vrienden uit elkaar gegaan en Geert is als mens een gouden gozer. Ik heb vaak bij hem thuis gegeten, met mijn vrouw en zijn vrouw. Bij hem thuis moest er vooral niet over politiek gediscussieerd worden. Ik was een poos ziek en kreeg voortdurend sms’jes van Geert: hoe gaat het met je?’ Hij is heel erg loyaal. Mijn vrouw werd ernstig ziek en ik hoorde van niemand wat, terwijl ik 15 jaar op het Binnenhof heb rondgelopen. Alleen Geert belde.”
In de kraamkamer van Ongeloof en Revolutie, de voormalige boekenkamer in het huis van Groen van Prinsterer aan de Korte Vijverberg.
Een van de felste polemieken van Spruyt was gericht in een open brief aan minister Piet Hein Donner. In Trouw, iets wat nu onvoorstelbaar is. Daarin verwijt hij de minister dat deze ruimte biedt aan een geloof dat de westerse samenleving hartgrondig afwijst en zelf geen enkele ruimte geeft aan andersdenkenden. ’Christenen zijn in Nederland in belangrijke mate een probleem geworden. Want het probleem, excellentie, ligt niet bij die mensen die de grenzen van onze democratische orde – het resultaat van het westerse beschavingsproces – willen bewaken, ook al zien zij zelden of nooit een kerk van binnen, maar bij die mensen die iedere week of regelmatig een kerkdienst bezoeken, die in de praktijk aan een naïef multiculturalisme ten slachtoffer zijn gevallen.’ ”
Spruyt: : “Toen kwam die nacht met Ayaan Hirsi Ali, dat gedoe met Rita Verdonk, en ik dacht: ‘ik moet weg uit de politiek…’ Ik werd gek van het Binnenhof, wilde weer in de luwte zijn, lesgeven. Dat vind ik echt leuk.
Ik heb even de hoop gehad dat Thierry Baudet de nieuwe Fortuyn werd. Geen idee wat er met hem gebeurd is. Er is een blikseminslag geweest, hij is paranoïde geworden. Wij organiseerden zomerscholen, daar zat hij ook bij. Thierry studeerde in Amsterdam, wist alles te regelen, had een studentenclubje. Nodigde sprekers uit, hield discussieavonden. Ik ben daar een paar keer geweest. Baudet schreef stukken die ik erg goed vond, over Houellebecq. Toen ging hij bij Paul Scheffer werken en daar is iets misgegaan. Toen schreef hij nog een Zomermanifest, wat ik heel aardig vond. Maar daarna is het misgegaan. Wat hij daarna is gaan uitkramen vind ik onbegrijpelijk.
Nu hebben we gelukkig de BBB en Caroline van der Plas. Ik ben nog niet gevraagd, vreemd genoeg” (grijnst).
“Wat ik positief vind van Caroline en de BBB is dat zij zich niet zo antithetisch opstellen als Wilders en Baudet. Ze profileren zich heel anders. Ze praat met iedereen, ze zijn constructief. Ze nemen het echt op voor de boeren en de burgers. Mijn vrouw is een boerendochter. Ik werkte altijd graag op hun boerderij in IJsselstein. Koeien uit het land halen, stront scheppen. Vaak cirkelde daar een helikopter boven de weilanden, of er geen stront in de sloot werd gedumpt. De boeren werden toen al bij voorbaat als criminelen in de gaten gehouden. Ik ben een gewone jongen, zoon van een gescheiden bijstandsmoeder, weet precies wat armoede is. Ik ben niet met een gouden lepel in mijn mond geboren, niet in een intellectuele familie. Ik heb een zwak voor mensen als Caroline, ze komt voor de gewone man op, mensen die altijd de klos zijn. D66 en GroenLinks, daar heb ik totaal niks mee.
Ze wordt nu net als Fortuyn, Wilders en Baudet geframed door de MSM maar mensen hebben het inmiddels door. In Nederland heerst er een soort elite, die bestaat uit wereldvreemde en ontwortelde mensen. Een elite zonder enig gevoel voor onze geschiedenis. Ze zijn erger dan de ergste puriteinen in de 17e eeuw ooit zijn geweest. ‘Denken wat je wilt’ mag nu niet meer. De opvoeding van de kinderen komt onder curatele te staan. Er is een totaal gebrek aan identiteit bij onze leiders. Identiteit geeft zelfbewustzijn en een rechte rug. Als je geen rechte rug meer hebt, ben je verloren.
Ik vind het echt ongelofelijk wat er met Nederland gebeurt.
Alexis de Tocqueville waarschuwde daarvoor in *Over de democratie in Amerika: *
Wanneer ik denk aan de vorm die deze nieuwe tirannie zal aannemen, zie ik voor mij een massa van in alle opzichten gelijke mensen die rusteloos onbeduidende en banale genoegens najagen; die op zichzelf zijn teruggeplooid, die zich louter op hun gezin en een handvol kennissen richten en die zich van het bestaan van andere mensen nauwelijks bewust zijn, die nog slechts op zichzelf en voor zichzelf leven. Boven deze geïndividualiseerde massa troont een bevoogdend machtsapparaat dat over het wel en wee waakt, dat alles voorziet en alles regelt, maar dat de mensen in een staat van onmondigheid houdt. Het garandeert de burgers een veilig en welverzorgd bestaan, maar staat er op zelf uit te maken wat goed is voor hen. Zo zullen de mensen steeds minder gebruik maken van hun eigen oordeelskracht; de individuele wilskracht zal zich op een steeds beperkter terrein laten terugdringen.”
“Een dorp verderop ga ik naar de kerk. Na de preek maak ik meestal een praatje met de gemeenteleden. Veel boeren en timmerlui. Harde werkers. Aanpakkers. Tussen die mensen voel ik mij op mijn gemak. Ze stemmen BBB of SGP. Ik kom uit deze omgeving. Vroeger was het prachtig hier, het landschap van de Gouwe. Maar het landschap wordt verkracht. Modernistische agressiviteit, waarbij het nieuwe niet in het bestaande wordt ingepast, maar het oude wordt overweldigd.
De Nederlanders worden massa-mensen zonder identiteit. De burgers worden totaal afhankelijk gemaakt van de overheid. Ze moeten zelfs aan de overheid vragen hoe ze moeten denken. Mensen stellen zich vreselijk dociel op, worden zombies, laten zich wokeness en andere onzin aanpraten. Die bemoeizucht van de overheid irriteert me mateloos. Het betreden van onze vrijheden, de bureaucratie, het betuttelen… Ik snap niet dat er niet meer protest tegen komt.
Ik geloof niet in een complot. Het is gewoon het resultaat van de lange mars door de instituties, die begon in de jaren zestig. Denk maar aan de leraren maatschappijleer, met lange haren en spijkerpakken. De media zijn doordrongen van het sociaal-liberale denken. Als je daar kritisch over bent of er aarzelingen over hebt, vindt men dat dat eng en word je kaltgestellt. Kijk naar een door en door fatsoenlijke Martin Sommer, die in zijn eigen krant belachelijk wordt gemaakt door ombudsman Jeroen Trommelen. Die kennen we nog van de hoax over het gifschip.
Het grote plaatje is dat Nederland in zijn eigen onmacht lijkt te smoren. Al zijn er sprankjes van hoop: de opkomst van de BBB, en mevrouw Kaag lijkt de politiek te gaan verlaten, na het interviewtje met haar dochters. Er is dus verwachting. Vooral als de mensen nu ook nog de boeken van mijn vriend Andreas Kinneging gaan lezen.”
Reaguursels
Dit wil je ook lezen
Interview met Leon de Winter, de hardst werkende schrijver van Nederland
Tevens StamCafé, met extra friet
Rita Verdonk: politiek is niet voor bange mensen
BEMMEND INTERVIEW (tevens StamCafé)
Eindejaarsinterview met Metje Blaak: de hoeren en de boeren krijgen altijd de schuld
Metje Blaak (Almelo, 1949) zat in het volle leven, was woordvoerster van belangenorganisatie De Rode Draad en van Vakwerk, de vakbond voor prostituees, schrijft boeken en fotografeert.
Adjiedj Bakas, Trendwatcher des Vaderlands
De zelfverklaarde nattevingersjamaan, juichneger & choco-adoptiefje blikt vooruit
Volkskrant begint War on Martin Bosma
Mijnheer de Voorzitter...
Europese Patriotten — Lucas Hartong
Interview: Arthur van Amerongen
The Virtue of Nationalism: een handleiding voor Europese patriotten
Recensie van een in Nederland volkomen genegeerde internationale bestseller.
Door Arthur van Amerongen
Europese Patriotten — Hans Siepel
Interview: Arthur van Amerongen
Europese Patriotten — Bauke Geersing
Interview: Arthur van Amerongen