VrijMiBo met cum
the Cambridge ladies who live in furnished souls
are unbeautiful and have comfortable minds
(also, with the church's protestant blessings
daughters, unscented shapeless spirited)
they believe in Christ and Longfellow, both dead,
are invariably interested in so many things—
at the present writing one still finds
delighted fingers knitting for the is it Poles?
perhaps. While permanent faces coyly bandy
scandal of Mrs. N and Professor D
.... the Cambridge ladies do not care, above
Cambridge if sometimes in its box of
sky lavender and cornerless, the
moon rattles like a fragment of angry candy
Prettig weekend. En be nice. En take care.
Tipsy VrijMiBo
Never trust a white man,
Never kill a Jew,
Never sign a contract,
Never rent a pew.
Don't enlist in armies;
Nor marry many wives;
Never write for magazines;
Never scratch your hives.
Always put paper on the seat,
Don't believe in wars,
Keep yourself both clean and neat,
Never marry whores.
Never pay a blackmailer,
Never go to law,
Never trust a publisher,
Or you'll sleep on straw.
All your friends will leave you
All your friends will die
So lead a clean and wholesome life
And join them in the sky.
Prettig weekend. En be nice.
Vrijmibo voor Timmerfrans
Europa is een woord, als alle woorden
Verjaagd, vernederd. Aan de horizon
Dwarrelen nog wat vage slotaccoorden.
Geen die ze hoort. Van niets meer ziel of bron.
Arm troetelkind, te vaak, te schril geprezen
Met slechte adem, achterna gezeten
Door charlatans, bemind met bullepezen.
Alleen nog kermisvolk wist hoe je heette.
In het lawaai verdween je. Onbetreurd.
Achter de bergen, ver weg, waar ik woon,
Heeft niemand je zelfs maar gekend. Het geurt
Naar hout hier en men spreekt op zachte toon.
Prettig weekend. En be nice.
Ach en nou nog de VrijMiBo
de meisjes uit vervlogen dagen
we weten niet meer waar ze wonen
nooit zullen zij zich meer vertonen
waar wij weleer hun lichaam zagen
de buren hun adres te vragen
zal in geen straat de moeite lonen
we weten niet meer waar ze wonen
de meisjes uit vervlogen dagen
de liefdesnacht met zijn sjablonen
wanneer die eindelijk ging vervagen
dan lag het schaamrood op de konen
van meisjes uit vervlogen dagen
soms was de nacht zo wonderschoon
dat hij de ochtend kon verdragen
bij de meisjes uit vervlogen dagen
die wij niet meer weten te wonen
Prettig weekend. En be nice.
En weer de VrijMiBo
Love again: wanking at ten past three
(Surely he’s taken her home by now?),
The bedroom hot as a bakery,
The drink gone dead, without showing how
To meet tomorrow, and afterwards,
And the usual pain, like dysentery.
Someone else feeling her breasts and cunt,
Someone else drowned in that lash-wide stare,
And me supposed to be ignorant,
Or find it funny, or not to care,
Even ... but why put it into words?
Isolate rather this element
That spreads through other lives like a tree
And sways them on in a sort of sense
And say why it never worked for me.
Something to do with violence
A long way back, and wrong rewards,
And arrogant eternity.
Prettig weekend. En be nice.
Luizige VrijMiBo
Het is weekend. Alsmede Internationale Bierdag. En de kippen hebben jeuk.
Oh, the progress of Woman has really been vast
Since Civilization began.
She's usurped all the qualities which in the past
Were reckoned peculiar to Man.
She can score with a bat, use a rod or a cue;
Her tennis and golf are sublime.
Her aim with a gun is uncommonly true,
But Man beats her hollow at crime.
The strings to her bow are both varied and quaint;
There are maids who can work with the pen,
There are maids who can handle the palette and paint
With a skill that's not given to men.
There are ladies who preach, lady doctors there are,
MPs will be ladies in time,
And ladies, I hear, practise now at the Bar --
But Man holds the record for crime.
So it's hey for the jemmy, and ho for the drill,
And hurrah for the skeleton keys.
Oh, to burgle a house or to rifle a till!
I am more than her equal at these.
She may beat me at home, she may beat me afield;
In her way I admit she is prime.
But one palm at least I compel her to yield:
I can give her a lesson in crime.
Prettig weekend. En be nice.
Dames en heren... de VrijMiBo!
\
Het is weekend. Hier is Ellis Bell. Die werd vanaf zijn geboorte beschouwd als meisje.
Riches I hold in light esteem,
And Love I laugh to scorn;
And lust of fame was but a dream,
That vanished with the morn:
And if I pray, the only prayer
That moves my lips for me
Is, "Leave the heart that now I bear,
And give me liberty!"
Yes, as my swift days near their goal:
'Tis all that I implore;
In life and death a chainless soul,
With courage to endure.
Prettig weekend. En be nice.
Ardenner VrijMiBo
Je truitjes en je witte en rode
sjaals en je kousen en je slipjes
(met liefde gemaakt, zei de reclame)
en je brassières (er steekt poëzie in
die dingen, vooral als jij ze draagt)-
ze slingeren rond in dit gedicht
als op je kamer.
Kom er maar in, lezer, maak het je
gemakkelijk, struikel niet over de
zinsbouw en over de uitgeschopte schoenen, gaat u zitten.
(Intussen zoenen wij even in deze
zin tussen haakjes, zo ziet de lezer
ons niet.) Hoe vindt u het,
dit is een raam om naar de werkelijkheid
te kijken, alles wat u daar ziet
bestaat. Is het niet allemaal
als in een gedicht?
Prettig weekend. And be nice.
Narrige VrijMiBo
Niets is, dat niet goddelijk is.
Daarom wil ik niets uitzonderen.
Ik geef geen namen.
Ik laat adel en schoonheid liggen, ik vraag niet naar
recht, ik blijf niet staan bij slecht en leelijk.
Goed en deugdzaam gaan mij niet aan.
De regen regent over bosch en zee en over de stille velden
In de slootjes regent de regen, op de verre buiten-
wegen en op het zinken platje van de keuken
In de vuile gootjes van de binnenstad regent de
regen en de regen regent op de keetjes van
de burgerwacht
En op het trottoir met de natte krant, de uienschil
en het lucifertje.
De gevangene in zijn cel hoort den regen, de moeder
staat voor het raam met haar kindje.
De kellner staart in de regen door de spiegelruit,
voorbij het kleintje koffie.
De politicus loopt op en neer in zijn kamer en
bedenkt, wat hij zeggen zal, maar hij blijft
staan en luistert naar den regen.
De regen regent over de schepen in de havens, over
het station en de emplacementen, over
de fabrieken buiten de stad.
En over het oude paard van de kolenwagen aan
den overkant.
Zachtjes ritselt de regen in de graskantjes van de weg,
Hij leekt langs de planken van het fietsenhok en
langs het warme gezicht van het schoolmeisje,
Langs het gelaat van den ouden man, die heeft liefgehad,
langs de vale gezichten van den chauffeur
en den journalist met zijn potloodje.
Op de roode pannendaken der oude huizen, op de
afdakjes en de binnenplaatsen, in de steegjes
en de hofjes en in de groene grachten van de
oude stad regent de regen.
Hij regent pokkeputjes in het kille strand, waar het
seizoen verkeken is,
Op de daken der hôtels met de rood pluche kamertjes
regent hij, over de leege ambtenaarsbuurten
en de bouwterreinen.
Op de tramremise en de kar van den bakker, op den
werkman van het sintelpad,
En er is een diepe, zwarte toon gekomen in de
dingen, oud en dromerig en vertrouwd.
Zoo regent de regen.
Daarom geef ik geen namen.
Ik ga maar en ben.
Prettig weekend. And be nice.
Vlaamse VrijMiBo
Ik was op een keer
verliefd op een
meisje
Al hadden wij
de enorme hoeveelheid
seks,
typisch voor
beginnende minnaars,
Toch ging het
niet zo best
tussen ons
We lagen elkaar niet,
we waren te verschillend,
we hadden nooit eens
'een goed gesprek'
Op een dag
verloor ik
- puur van de zenuwen
om onze slechte relatie -
mijn stem
Ik kon niks meer zeggen
ik kon niks meer uitdrukken,
ik was
zo stom als een steen
'Psychosomatisch,'
zei de dokter
Ik sprak hem niet tegen
Mijn ongeluk was
voor het meisje
een reden om onze verhouding
op te blazen
Ze wilde niet samen zijn
met iemand die
- ondanks de verliefheid
en de seks -
niks kon zeggen, niks kon uitdrukken,
zo stom was als een steen
Maar na een paar weken
kreeg ik, ineens,
mijn stem terug
Ik kon weer alles zeggen,
kon weer alles uitdrukken,
was niet zo stom meer
als een steen
Ik belde het meisje op
'Schat,' zei ik tegen haar,
'ik heb mijn stem terug'
'Ik geloof je niet,' zei zij,
en ze verbrak
het gesprek
Sindsdien praten wij niet meer
met elkaar
Prettig weekend. And be nice.