Don’t stick your dick in crazy
Soep van de Week in het StamCafé

door Arthur van Amerongen
Mannen, we moeten het eens over ‘mijn afschuwelijke witheid’ hebben. Deze openingszin had van Joris Luyendijk kunnen zijn, maar hij is van de stapelgekke Fréderike Geerdink. Zij valt in de categorie “don’t stick your dick in crazy”. Ik hoor de reaguurders meteen denken: “ik zou haar nog in geen duizend jaar doen! Nog liever word ik het bajesbruidje van Bubbah, zodat ik tenminste verzekerd ben van sigaretten, zeep en fraaie lingerie.”
Maar stel nou dat je Gekke Freddie uit Hengelo tegenkomt in de rimboe van Koerdistan en je zit met haar na een dag wapengekletter aan de bar in het enige hotel waar alcohol wordt geschonken, en je zuipt samen met haar een fles lokale moonshine op. Wellicht bestaat dan de mogelijkheid dat je met haar tussen de keihard gestevende lakens eindigt. Ver van huis en haard is zo’n avontuurtje redelijk ongevaarlijk, maar als deze escapade plaats zou vinden in de nabijheid van je woonst, dan is er een reële kans dat ‘s anderendaags het lievelingskonijn van je dochtertje in de pan ligt te sudderen. Want Fréderike is namelijk zo gek als een deur. Ik pak er even een zeer recente twiet bij.
Hoe Sinan Çankaya denkt, formuleert, in perspectief zet, alles: bewonderenswaardig. Ik herken het van je geloof vallen, en met die afschuwelijke witheid niks meer te maken willen hebben. Waar val ik op terug? Op onze gedeelde menselijkheid, probeer ik. Ik lig onder vuur omdat de racistische non-journalist me gequote heeft maar als jullie wisten waar ik ben en wat een enorm gaaf interview ik net heb gedaan, zouden jullie begrijpen waarom ik die sukkels allemaal keihard uitlach. You can't touch me!
Ik heb jankallochtoon Sinan uitvoerig behandeld in de potkast die ik met Ruben Gischler maak, en mijn preek van de week wijdde ik aan de volslagen mafketel.