GeldBlog - COP28 en gevaarlijke wensdenkers
deel 2
Vorige week werd in deel 1 de eerste aanzet gegeven om de economische effecten in kaart te brengen van een verbod op fossiele energie vanaf 2050 zoals deze op de COP28 werd voorgesteld door een meerderheid van de 70.000 bezorgde bezoekers (en hun aanhang thuis), waaronder dus Wopke Hoekstra, die al jaar een dag bekend staat als een milieubeschermer. Deze week het tweede deel over de economische effecten.
Vorige week werd enerzijds het punt aangestipt dat de groene omwenteling tot een enorme vraag (en gezien het gelimiteerde aanbod: enorme concurrentie) naar bepaalde grondstoffen zal leiden en anderzijds dat bepaalde landen zich niet of niet zo streng zullen houden aan een verbod op fossiele brandstoffen, waardoor het Westen zich genoodzaakt zal voelen om invoerbelastingen te heffen (met ander woorden: handelsoorlog)..
Door toenemende schaarste, wijzigende belastingen en een escalerende handelsoorlog, moeten hele handelsketens dus opnieuw opgebouwd worden, iets dat enorm complex is en erg veel tijd en geld zal gaan kosten. Alle wensdenkers lijken deze realiteit te negeren. Toch doorzetten met een verbod op fossiel, zal leiden tot nog meer dislocaties in de economie, nog minder aanbod en nog hogere prijzen; de mensen in het Westen krijgen dus “minder voor duurder”.
Op zijn best leidt het verbod op fossiel tot groene stagflatie, maar een groene depressie is waarschijnlijker omdat de groene energie niet in de huidige energievraag (en dus BBP) kan voorzien.
Nu zijn er economen die wel het realisme hebben om te stellen dat een verbod op fossiele brandstoffen alleen kan plaatsvinden als we minder consumeren (met andere woorden, een lager BBP), de de-growth economen. In wezen zal het aanbod van groene energie bepalen hoeveel welvaart er mogelijk is en gezien bovenstaande zal dat dus een stuk minder zijn dan we gewend zijn. We zullen dus moeten ontgroeien, volgens deze economische school.
President klimaattop: Fossiele brandstof is oké, olé, olé
Lekker blijven branden!
Die hele klimaattop in een woestijnstaat voelt alsof u een conferentie over homogeluk in Mekka, of een debat over mensenrechten in Qatar organiseert en dat onderbuikgevoel blijkt volledig terecht. De president van het klimaatfestijn in de Verenigde Arabische Emiraten, Sultan Al Jaber, is exact de oliefanboy die u verwacht dat hij is. Vlak voor de top liet hij nog even zijn ware aard zien. "Sultan Al Jaber, has claimed there is 'no science' indicating that a phase-out of fossil fuels is needed to restrict global heating to 1.5C. (...) Al Jaber also said a phase-out of fossil fuels would not allow sustainable development 'unless you want to take the world back into caves'." Wat hadden die klimaatstrijders dan verwacht toen ze de directeur van de Abu Dhabi National Oil Company voorzitter maakten van een klimaatconferentie? Natuurlijk gaat hij pleiten voor lekker lang oliestoken, benzinebrullen en dieseldampen: dat is tenslotte zijn verdienmodel. En nu zijn de klimaatdrammers uit alle hoeken van de wereld naar de woestijn gevlogen om daar naast de blazende airco's en onder leiding van deze oliesjeik heel geloofwaardig te vergaderen over het bijplanten van een paar windmolens. Wat een farce. Nu al zin in de volgende klimaattop naast een raffinaderij in Saudi-Arabië of op een olietanker in internationale wateren. Wij zijn in de tussentijd onze V8 nog een keer aan het bijvullen; van de president van de klimaattop mag het.