achtergrond

Geenstijl

login

word lid

nachtmodus

tip redactie

zoeken

@boekjegelezen

BOEKJE GELEZEN. De zaaddodende zelfhulp van existentieel zenuwpees Ernst-Jan Pfauth

argh

Disclaimer: uw scribent van dienst heeft Ernst-Jan Pfauth weleens ontmoet en vond hem hartstikke aardig, dus beleeft niet per se plezier aan het schrijven van deze recensie. Maar ja, een boek dat op de achterflap zo vurig wordt aangeprezen door vleesgeworden verschrikkingen als Rutger Bregman ('Lees dit boek en word een beter mens') en Alexander Klöpping ('Ervaar minder ruis en meer geluk') kan nu eenmaal niet zomaar onbesproken blijven, dus bij dezen. 

Pfauth was als prille twintiger internetbaas bij NRC, en werd daarna uitgever en mede-oprichter van De Correspondent, dat - zeker voor Nederlandse begrippen - een doorslaand succes werd. Hij is co-host van een gevierde podcast, en publiceerde twee boeken: het plaatsvervangende schaamte oproepende Sex, blogs & rock-'n-roll (2010) en het Dankboek (2017). Die laatste is een schitterend voorbeeld van 's mans kwaliteit als ondernemer. Het dankboek kent namelijk één kort hoofdstuk, en daarna alleen maar lege pagina's, waarop de lezer iedere dag zelf mag schrijven waar hij dankbaar voor is. Geniaal in zijn eenvoud, je moet het maar durven. 

Verder kennen we Pfauth van stukjes over zelfhulp, uitgesmeerd over De Correspondent, LinkedIn en zijn eigen nieuwsbrief. Wie er in geïnteresseerd is kan zo van alles over hem te weten komen - dat hij erg worstelde met haarverlies bijvoorbeeld, maar zijn onzekerheid uiteindelijk heeft weten te temmen met implantaten. Eerder was hij ook heel erg bezig met de FIRE-beweging, wat staat voor Financial Independence Retire Early, een verzameling van mensen die er niet in slaagt in het moment te leven, en dus zo snel mogelijk genoeg geld wil hebben verdiend en gespaard om met pensioen te gaan, in de illusie dat het dan plotsklaps, magie, helemaal goed komt tussen hen en het moment. 

Misschien komt het voort uit zijn enorme bewondering voor alles wat vijftien jaar geleden uit Silicon Valley kwam overwaaien, maar Pfauth is erg bezig met maximalisatie en productiviteit. Imperfecties en onvolgroeidheden zijn er om op zo gecalculeerd mogelijke wijze uit te bannen. De goede man had als twintiger alle succes van de wereld, maar dat weerhield hem er niet van om ongelukkig te zijn, en de hele tijd allemaal excel-bestandjes met uitgaven en inkomsten bij te houden die ertoe moesten leiden dat alles drie decennia verder op z'n pootjes terecht zou komen.  Klinkt kortom niet echt als iemand die heel gezellig is in de kroeg. Die constante en obsessieve nadruk op zelfverbetering verraadt een diepe onzekerheid en is, nu ja, nogal onaantrekkelijk. 

Jezus Christus gozer, ontspan eens een beetje, zou je in zijn oor willen schreeuwen. Neem het leven zoals het komt. 

Afijn, nu is er dus Intentioneel leven, een werk dat toch al gauw vijf keer zoveel woorden bevat als het Dankboek en op het moment van schrijven dus geldt als zijn magnum opus. Stilistisch zit het prima in elkaar, al is de jeukwoord-dichtheid zoals het een zelfhulpboek betaamt hoog (vliegwielen, geluksmakers, gelukskrakers - dat werk). Bovendien bevat het bar weinig wijsheden die je niet ook zou kunnen ontdekken door naar een Disneyfilm te kijken met een kind van drie. Het voordeel van zo'n Disneyfilm is dat het ook wat herkenbaarder is voor de gemiddelde mens. Neem deze passage: 

"De dure statussymbolen die we in de reclame voorbij zien komen, maken hun belofte vaak niet waar. Ga maar na: je dacht dat een SUV je het gevoel zou geven succesvol te zijn, maar na een paar weken ben je eraan gewend en heb je alleen nog maar oog voor de Land Rover Defender van de buren."

Ernst-Jan, enorme schat, we zijn zo vrij geweest even naar buiten te lopen en geen van onze buren heeft een SUV, laat staan een Land Rover Defender. Ongetwijfeld beschouw je ons als verpauperd plebs, maar heeft verpauperd plebs niet evengoed recht op (de illusie van) zelfhulp? 

"De eerste tien jaar van mijn carrière werkte ik aan één stuk door. Deels uit plezier, zeker, maar toen ik aan mijn zelfonderzoek begon, ontdekte ik dat ik ook gemotiveerd werd door ijdelheid." 

Gefeliciteerd, je bent een mens! Dat is dan wel weer herkenbaar. 

Wat zou je deze auteur wat existentiële rust gunnen. In het boek pocht hij dat hij ter research zo'n zeventig zelfhulpboeken heeft gelezen, jammer genoeg voor Ernst-Jan zelf heeft hij de belangrijkste, die het volledige genre in 127 pagina's overbodig maakt, per abuis gemist. We sluiten graag af met een citaat uit het Zelfverwoestingsboek (2019) van Marian Donner, dat we - in tegenstelling tot Intentioneel leven - van harte aanraden. 

"Nee, ik zal mijn natuurlijke lichaam niet haten. Ik zal het niet vatten in cijfers en diagrammen en ik zal niet alles willen repareren. Ik hoef geen god te zijn. Ik mag te dik zijn, oud en ongezond, scheve tanden hebben en vlassige haren, ik mag zweten en stinken, ik mag falen ten opzichte van de heersende gezondheids- en geluksideologie, net als ieder ander dat mag doen."

Amen.

BOEKJE HERLEZEN. Pienter pleidooi tégen empathie

Op rekest uit 2016: Paul Bloom's Against Empathy in het stamcafé

Heel gek maar er zijn hele bibliotheken vol geschreven over empathie en toch komt de empathiekritiek er wat bekaaid vanaf. Empathie is goed, warm, menselijk, leuk, lief; het tegenovergestelde is dus per definitie slecht, koud, onmenselijk, vervelend en gemeen. Empathie is nagenoeg heilig, en heus niet alleen voor de Jesse Klavers van deze wereld. Rare jongen dus die er tegen van leer trekt, en toch deed hoogleraar psychologie Paul Bloom dat in dit boek, acht jaar geleden al weer. 

Bloommans omschrijft empathie als ons vermogen zich in een ander te verplaatsen, wat op microniveau natuurlijk hartstikke waardevol is. Wie zich in een tramconducteur kan verplaatsen, zal niet snel geneigd zijn hem in het gezicht te tuffen; wie zich kan verplaatsen in een ambulancemedewerker, zal hem niet snel het ziekenhuis in schoppen. Zo beschouwd staat empathie voor beschaving, terwijl een gebrek eraan een vereiste is voor asociaal of zelfs ronduit psychopathisch gedrag. 

Het probleem ontstaat volgens Bloom iets verder uitgezoomd, op macroniveau. Want hoewel de mens fundamenteel een invoelend wezen is, beschikt hij ook weer niet over onuitputtelijke empathie - dat zou het bestaan ondraaglijk maken. Bovendien heeft empathie zo haar beperkingen; ze is bepaald geen exacte wetenschap, heeft weinig met objectiviteit van doen, maar is vaak een kwestie van perspectief en daardoor ook eenvoudig te bespelen. Empathie ontstaat vooral door goede, hapklare voorbeelden - het leed van individuen of kleine groepen, bij voorkeur bij mensen waar we ons in herkennen. 

Als voorbeeld haalt Bloom school shootings aan, die bij de massa steevast tot meer verontwaardiging en schok leidt dan de tientallen minderjarigen die de weken eromheen vaak in de buurt van zo'n school worden afgeknald. 

Empathie werkt een beetje als een schijnwerper, schrijft Bloom, die onze blik richt op één probleem. Hartstikke mooi, maar er kleeft ook een nadeel aan: wat er (vlak) buiten het felle licht van de schijnwerper gebeurt ontsnapt aan onze aandacht, sterker, daar worden we juist ongevoeliger voor. 

Weinig kan de massa zo in beweging brengen als empathie. Zodra die radartjes eenmaal gaan werken, zijn we geneigd al het andere uit onze spreekwoordelijke tengels te laten vallen. Daarin schuilt naast een overduidelijke kracht ook een iets beter verholen gevaar. 

Het plan dit boek te herlezen ontstond kort na 7 oktober.

Acht dagen later, nog niet eens alle lijken waren geïdentificeerd, het trauma was nog geeneens een trauma omdat het nog bezig was, vond er een demonstratie op de Dam plaats. Vijftienduizend mensen kwamen opdraven om hun steun te betuigen aan... de Palestijnen. Ontegenzeggelijk speelde antisemitisme hier een rol, maar het voert wat ver om het daar volledig aan toe te schrijven. Wat hier eveneens zichtbaar werd, was de huiveringwekkende uitwerking van empathie. Deze mensen hadden zich emotioneel zo uitgeleverd aan de Palestijnse zaak, waren zo geraakt door op sociale media opgeduikelde filmpjes van onrecht - echt en geveinsd - dat ze zich zelfs onder deze omstandigheden, zelfs temidden van deze absolute hel, niet konden verplaatsen in het lot van de Israëli's (en in het kielzog daarvan: het lot van de Joden). 

Diezelfde giftige cocktail van antisemitisme en gebrek aan empathie zien we in de nasleep van 8 november. Begeesterd door de afschuwelijke beelden uit Gaza tellen voor wel erg veel mensen de afschuwelijke beelden van die nacht niet, of in ieder geval, nauwelijks. 

Daartegenover staan een boel mensen die laconiek, schouderophalend reageren op de oorlogsslachtoffers in Gaza, voor zover bekend meer dan 43 duizend inmiddels (er valt ongetwijfeld wat op die cijfers af te dingen, pin ons er niet op vast). Voor hen waren de beelden van 7 oktober zo schokkend, zo gruwelijk, zo mensonterend, dat er geen greintje empathie meer over is voor de Palestijnen en hun tamelijk erbarmelijke lot, ook niet geconfronteerd met genoeg burgerdoden om een flink voetbalstadion mee te vullen. 

Ongetwijfeld tot tevredenheid van Hamas. Wijlen Yahya Sinwar met zijn dorre geitenbek lacht zich een breuk. 

Oorlog, verdeeldheid, haat, dood, verderf; joepie. 

(Nee maar serieus, koop dat boek - goed spul)

BOEKJE GELEZEN. Extreem mooie kerel blijkt naast extreem slecht politicus ook extreem goeie schrijver

sodeju 768 pagina's: de autobiografie van Boris Johnson

Gek eigenlijk. Niemand kiest een hartchirurg, huisarts of kapper omdat het toevallig een mooie kerel is, maar eenmaal in het stemhokje is dat onder de streep vaak de allerbelangrijkste factor. Terwijl charisma en landsbestuur uiteindelijk evenveel met elkaar in gemeen hebben als, nu ja, charisma en hartchirurgie. 

Bij nader inzien: hartchirurgen, huisartsen en kappers voeren doorgaans geen campagne, met gelikte filmpjes, scherpe tweetjes en ontwapenende kranteninterviews. Als ze dat wel zouden doen, zou de doorslaggevende factor vermoedelijk dezelfde zijn als bij politici. 

Hoewel over het hoofd gezien door Joris Luyendijk is het mooie kerelschap (m/v/x) misschien wil het grootste privilege waarover een mens kan beschikken. Charisma is bovendien hoogst ongrijpbaar en niet of nauwelijks aan te leren: van een Jolande Sap kun je geen Femke Halsema maken, van een Frans Timmermans geen Geert Wilders, en van een Wopke Hoekstra geen Mark Rutte. 

Het helpt als mensen met een overschot aan charisma enigszins verantwoordelijk met hun aanleg omgaan. Dat brengt ons bij Boris Johnson, voorheen journalist, columnist, hoofdredacteur, premier van het Verenigd Koninkrijk, biograaf en groot bewonderaar van Winston Churchill, en bij uitstek iemand waarmee iedereen een avondje in de kroeg zou willen zitten. 

Maar ook: iemand die een ongekend zooitje van Groot-Brittannië wist te maken, en vooral herinnerd zal worden om een imposante reeks schandalen en leugens

Laat er nou net één beroep zijn waar het juist de bedoeling is om er naar hartenlust op los te fantaseren, fabuleren en verdraaien: het schrijverschap. Het onlangs verschenen Ontketend staat weliswaar vol van de aantoonbare onzin, het zijn misschien wel de leukste politieke memoires die we ooit hebben gelezen (en we houden nogal van politieke memoires). Stilistisch steekt het uitstekend in elkaar allemaal, 's mans bespiegelingen op de EU zijn even scherp als hilarisch, hij beheerst de zeldzame kunst kneitervilein te zijn op een ingetogen manier. Johnson drijft de spot met alles, hemzelf incluis. Zo blikt hij bijvoorbeeld terug op zijn hoofdredacteurschap van het liberale Britse weekblad The Spectator: 

"Ik ben bang dat er ook toen tijden waren waarop ik met mensen gingen lunchen met de bedoeling ze te ontslaan, die - na een aantal flessen drank - vertrokken met de vage indruk dat ze promotie hadden gemaakt."

Fijn dat zo iemand nu gewoon schrijver is en niet langer politicus, en nogmaals, wij willen bijzonder graag met hem de kroeg in.

BOEKJE GELEZEN. Onbegrensde gesprekken met (enigszins) onafhankelijke geesten

Ja, aanrader

Eigenlijk was het de bedoeling vandaag iets te schrijven over Het jaar van Caroline, Pieter en Geert, het boek waarin Joost Vullings (Avrotros) en Xander van der Wulp (NOS) de politieke aardverschuiving van de afgelopen verkiezen proberen te reconstrueren en duiden. Helaas: na 28 bladzijden zagen we ons genoodzaakt het voor gezien te houden. Zelden werd een boek geschreven door een tweetal dat zo nadrukkelijk niet kan schrijven. De heren doen met taal wat Lil' Kleine ooit met Jaimie Vaes deed: vernederen, verwaarlozen, verminken. Elke derde zin bevat een gekmakend cliché, het is net alsof je een bundeling wedstrijdverslagen van een uit 2004 afkomstige Voetbal International leest. Xander, Joost; jullie maken een alleraardigste podcast en doen schijnbaar ook iets met televisie, hou het daar in de toekomst in godsnaam bij. 

Toevalligerwijs zat uitgever Ezo Wolf bij ons te leuren met een boek waar we helemaal geen zin in hadden, maar dat onze scepsis grotendeels logenstrafte: Vrijheidsvuur - onbegrensde gesprekken met onafhankelijke geesten door journalist en publicist Hans van Willigenburg. Een uitstekend werk, dat iedereen die houdt van Nederland en/of het publieke debat zou moeten lezen. Vooral de interviews met Paul Cliteur, Arnon Grunberg, Delphine Lecompte en Dyab Abou Jahjah zijn zinderend, maar de auteur heeft ook oa Esther van Fenema, Pieter Waterdrinker, Ewald Engelen en Maarten Keulemans in de aanbieding. Met als doel dus: onbegrensde gesprekken met onafhankelijke geesten. De interviews zijn meer beschrijvend dan bevragend van aard, wat een stijlkeuze is die prima te verantwoorden is, maar soms ook jammer is: ook als je ideeën onderschrijft kan het geen kwaad ze kritisch te bevragen integendeel, daar worden ze alleen maar sterker van. Een voetbalclub die een transfervrije spits op proef heeft, zet tijdens training bijvoorkeur een of twee slagers van verdedigers op hem. Scoren zonder tegenstand kan immers iedereen. 

On that note bergen we de loftrompet dan ook weer even op. 

Voor wie onder een steen heeft geleefd: het wemelt op het internet van de podcasts waarin een vaste interviewer semi-gedurfde gesprekken voert met zogenaamd onafhankelijke geesten. Tegendraadse denkers die, stom toeval, vaak op exact dezelfde manier tegendraads denken als de interviewer. Zulke podcasts zijn naast ontzettend verslavend ook ontzettend voorspelbaar. 

Zo nu en dan dreigt Vrijheidsvuur in iets dergelijks te ontaarden, zij het in boekvorm. Een beetje een brommerige boomerselectie is geen ramp natuurlijk, en zoals gezegd levert het interessante en soms fascinerende gesprekken op. Tegelijkertijd wordt het een tikje vermoeiend als Van Willigenburg niet één of twee maar drie van zijn gesprekspartners (Grunberg, Ephimenco, Van Fenema) laat leeglopen over Sander Schimmelpenninck, die ze stuk voor stuk hartstikke stom vinden. Erg veel eer, en bovendien: was het dan niet spannender geweest om Schimmelpenninck zelf te benaderen voor een interview en eens fiks de degens te kruisen? Of zijn geesten alleen onafhankelijk en tegendraads wanneer Van Willigenburg hen geen lul met vingers vindt? 

Dat gezegd hebbende: wij raden dit boek van harte aan. Bestellen kan hierrr.

BOEKJE GELEZEN. De nieuwe Dimitri Verhulst is dus hartstikke goed

Zomerverkansietip

Dimitri Verhulst is een van de beste (maar vooral ook: leukste) schrijvers van het Nederlandse taalgebied. De helaasheid der dingen (2006) en Godverdomse dagen op een godversome bol (2008) zijn meesterwerken die voor iedereen leuk zijn om te lezen, en niet alleen voor senior-medewerkers van Het Letterenfonds, pretentieuze beroepsrecensenten of UvA-alumni die graag fronzen maar zelden lachen. 

Dat gezegd hebbende: de klad is er na het eerste decennium van deze eeuw een beetje ingekomen. Elke pagina Verhulst bevat iets geweldigs; hij schrijft nog wel geniale zinnen, maar al een poosje geen geniale boeken meer. 

De enige keer dat hij bij zijn oude niveau in de buurt kwam was nota bene non-fictie, en liet genadeloos zien waarom het allemaal al een tijdje minder was. Onze verslaggever in de Leegte - ongedateerde dagboeken (2020) is een memoire over middelenmisbruik; van coke tot methylfenidaat (en koning alcohol natuurlijk). Pas aan het eind van het (nogmaals: geweldige) boek krijgen we iets van een aanleiding voor zijn zelfdestructie. Een ex beschuldigde hem (onterecht, volgens de rechter) van verkrachting. Dat is zo'n beetje het ergste wat een manmens kan doen, waar dan weer tegenover staat dat een valse beschuldiging ervan een van de ergste dingen is die een vrouwmens kan doen. Hoe dan ook. Omdat de meeste mensen denken dat rook een teken van vuur is hing Verhulst een veenbrand boven het hoofd; de tijdsgeest helpt natuurlijk ook niet mee. Ja, dat zijn ideale omstandigheden om jezelf een delirium in te verdoven.

Zal je altijd zien: krijgt zo'n vent eindelijk weer iets hoogwaardigs uit zijn tengels, komt vrijwel niemand het te weten. Het ontging recensenten, die het te druk hadden met het aflebberen van auteurs van identitaire non-fictie of met noeste pogingen krantenlezers ervan te  overtuigen dat er in afgedankte theezakjes als Mariken Houtman en Gerda Blees een Grote Schrijver schuilt. 

Goed, dan, zijn nieuwe werk, Bechamel Mucho. Over: Alex, animator bij een vakantieresort op Mallorca, en over de vrouwen met wie Alex rampetampt. Verhulst was ooit zelf animator, vertelde daar in een interview over en prompt ging overal het luchtalarm af. Als begintwintiger had hij bonussen gekregen om met (minderjarige) meisjes naar bed te gaan en daar kunt u van alles van vinden maar laten we op dit weblog een radicaal experiment uitvoeren: de kunstenaar loskoppelen van de kunst, of in ieder geval, de kunst niet afserveren op basis van mogelijke smakeloosheden van de kunstenaar. 

Als je dat namelijk doet, krijg je er een ongelooflijk grappig, vilein en menselijk boek voor terug. Net zoals in zijn hoogtijdagen maakt Verhulst het sublieme toegankelijk en het toegankelijke subliem. Zo goed als toen is het nog niet helemaal, maar hij komt er verdraaid dicht bij in de buurt. 

GeenStijl-expertoordeel: lees dit boek. Deze zomer nog. Hier verkrijgbaar als paperback, of hier verkrijgbaar als e-book. Doe jezelf een plezier. Van lezen op vakantie heeft nog nooit iemand spijt gekregen.

BOEKJE GELEZEN. Mondsnoeren voor gevorderden in Amerika

vvmu onder vuur

Erika López Prater, heet ze, en ze doceerde kunstgeschiedenis aan de Hamline University te Minnesota. Doceerde, want haar baan is ze inmiddels hartstikke kwijt. In een van haar lessen liet ze een schilderij uit de veertiende eeuw zien, destijds gemaakt in opdracht van een islamitische koning, door een eveneens islamitische schilder. Het kunstwerk bevat een afbeelding van de heilige profeet Mohammed.

Ze vertoont het schilderij niet zomaar; ze wil er iets mee zeggen: dat er weliswaar dominante stromingen zijn, maar dat ook (zelfs) de islam geen monolitische cultuur is, of in ieder geval, hoeft te zijn. Een onschuldig geluid, zou je denken, waar iedereen van rechts tot links zich achter kan scharen. Lekker constructief.

Omdat Erika López Prater niet van gister is, neemt ze voorzorgsmaatregelen. In de syllabus kondigt ze het vertonen van het kunstwerk aan, en roept ze iedereen die vragen of zorgen heeft op zich bij haar te melden. Aan het begin van de desbetreffende maakt ze er ook nog eens een punt van om te benadrukken dat iedereen die er een probleem mee heeft, even naar buiten kan. Zonder consequenties. Heeft er iemand bezwaar? Nee, niemand. 

Maar dan. 

Na de les dient een 23-jarige student alsnog een klacht in. "I am 23 years old. I have never once seen an image of the Prophet," zegt ze. "It just breaks my heart that i have to stand here to tell people that something is Islamophobic and something actually hurts all of us, not only me." 

Er ligt al een contractverlenging voor Erika López Prater klaar, zodat ze ook het komende semester kan blijven doceren. Binnen een paar weken wordt het aanbod ingetrokken.

***

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.