In memoriam Hafid Bouazza
Noot van de redactie: A. Nanninga is even terug, u snapt waarom
Hafid Bouazza en ik werden vrienden via GeenStijl. Hij en Gerrit Komrij (moge ook zijn nagedachtenis tot zegen zijn) lazen trouw ieder topic en toen ik voor GS ging schrijven vond Komrij mij een beste kerel. Maar 'A. Nanninga' bleek een vrouw, tot Komrijs niet geringe teleurstelling. Hafid vertelde het me later schaterend, hij vond de misogynie van zijn vriend een bron van vermaak en verbazing. Want Hafid hield juist veel van vrouwen en vrouwen hielden van hem.
Het was lastig om niet van hem te houden, vond ik. Het was trouwens ook best lastig om wel van hem te houden. Maar hij had de katachtige kwaliteit om mensen volstrekt autonoom en wispelturig tegemoet te treden en toch diepe genegenheid op te wekken.
Een duiding van zijn oeuvre, van zijn positie in de Nederlandse letteren, dat zult u in alle kwaliteitscouranten kunnen lezen.
Wat schrijf je over de beste schrijver?
De literatuurpausen en boekentypes zullen hun woordje ongetwijfeld klaar hebben. Sommigen misschien al een hele poos, op de plank, alleen de datum nog in te vullen want in de café's rond het Spui werd - soms met nauw verholen gretigheid - de laatste jaren vaker de gezondheid dan het werk van de schrijver besproken. 'Zeg. Gaat slecht he, met Bouazza?'
Nou, vul maar in jongens, 29 april 2021, nog even langs de eindredactie, fotootje erbij, klaar.
Hafid Bouazza gestopt met zichzelf doodzuipen
Absinthiër heeft zijn gedroomde bodem van de realiteit bereikt
Nee, we trachten hier niet cru te doen. Hafid Bouazza, schrijver, poëet en soefist des vaderlands, was al jarenlang bezig om zichzelf naar de glasbak van het aardse bestaan te dragen. Met een lever waar je in gearmde bloemenkring een bedevaart omheen kon lopen, sleepte hij zich door het leven - en soms langs de eerste hulp. Hij wilde al lang niet meer, zijn voortschrijdend inzicht was dat je de islam wel van je af kon werpen, maar de islam je toch altijd weer inhaalt. Niet in de laatste plaats dankzij de springplanken der blanke westerling, immer bereid om een voetstuk van de Mohammedaanse bidmat te maken. Hij kon zich literair laaiend maken over de vrome vertroeteling van de islam - een dode foetus - met een om verdoving schreeuwende moedeloosheid die wij onszelf niet durven permitteren omdat, nou ja - hij is het ons zojuist ontvallen bewijs van hoe dat afloopt.
We waren eens op een Avond van de Polemiek in de Balie, ooit een dingetje op 2 november, u weet wel waarom die datum. Daar was hij een aan het polemisch concours verplicht nummer, ditmaal gekleed in een grijze joggingbroek en een zwarte trui vol vlekken die de tegenzin om zijn woning te verlaten verrieden, om op trage en triestige toon zijn bijdrage te leveren en aansluitend intens bedroefd te moeten constateren dat hij nog gewonnen had ook (hij won overigens wel meer, voor zijn vele literaire werken en essays). De wisselbokaal, het Scalpel, ging in 2011 naar hem voor zijn polemiek over de Arabische Lente, die hij toen al doorzag als een staat van geestelijke rigor mortis. Tien jaar later eindigt zijn eigen afvallige lente in een fysieke rigor mortis.
We citeerden en verwezen veelvuldig maar zouden overdrijven als we zeggen dat we hem écht kenden (die eer was vooral aan onze oud-collega A. Nanninga voorbehouden), maar dat zijn eigen afvalligheid hem altijd achtervolgd heeft, was evident. We kennen niemand bij wie de geestelijke bevrijding zo veel drang naar zelfdestructie heeft aangewakkerd. Want eenmaal vrijgevochten, dan heb je geen kooi meer. Hafid, toch nog 51 geworden, laat helaas een zus na - Hassnae - maar gelukkig ook een literair archief bij Loor en op ThePostOnline, met een vrije pen die de bekrompenheid van zijn religieuze afkomst mijlenver voorbij gestreefd is. Nu maar hopen voor hem dat er na de crematie inderdaad geen hemel bestaat.