Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo
Deel III Dagboeken Arthur van Amerongen deep-readen in Het StamCafé
Woensdag 18 januari.
“I never travel without my diary. One should always have something sensational to read in the train.” ― Oscar Wilde in The Importance of Being Earnest.
Eerst Malaga zien en dan sterven. Ivo heeft interessante dope voor mij gescoord.
"Het kan natuurlijk zijn dat je inderdaad kanker hebt maar is het niet gewoon maagzuur, Tuur? Daarom moet je dit slikken. Probaat middeltje.”
"Jaja, gewoon maagzuur, en waarom heb ik dan al maandenlang slijm in mijn keel, steken in de rechterborst en een brandend gehemelte en hoestbuien en stik ik bijkans in in mijn gerochel?”
“Luister, amigo, je hebt gisteren hier aan de keukentafel een hele fles Cuarenta y tres leeggezopen. Daaraan gingen een sol y sombra bij je ontbijt, een half krat bier en twee flessen Rioja vooraf. En je hebt drie pakjes Chesterfield weggepaft. 's Avonds een vent, 's morgens een vent. Kom, neem een carajillo of een herstelrummetje. Vamos curar la resaca. Je moet vanavond weer fris zijn voor El Pimpi Florida. Misschien komen we Jeroen Pauw wel tegen, die woont daar om de hoek.”
Daar heeft mijn maatje wel een punt: is het wel zo verstandig om te blijven drinken en roken? Mijn geheugen wordt ook steeds minder. Ik moet tegenwoordig echt een knoop in mijn zakdoek leggen. Wie was Sergej Sergejevitsj Korsakov ook al weer?
De laatste poging om echt te stoppen, was in een ander leven. Ik woonde braaf samen op de Roelof Hartstraat in Amsterdam, schuin tegenover Wildschut, en mijn toenmalige verloofde had me voor het blok gezet: “of die drank er uit, of jij er uit.”
Dat werd dus 12 dagen detox in de Jellinek in de Obrechtstraat, amper een kwartier lopen van mijn woonst. Twaalf dagen lag ik op de pijnbank, om uiteindelijk van een geparfumeerde drol met een pagekapsel bevestigd te krijgen dat ik een hopeloos geval was. Stilletjes had ik gehoopt iets meer te weten te komen over het verslavingsmechanisme in de krochten van mijn ziel. ‘Voor dat soort zaken,’ zo hield de psychiater mij voor, ‘moet je bij het RIAGG zijn.’
Volgens de Jellinek lagen zelfmedelijden, eenzaamheid en faalangst ten grondslag aan mijn diverse verslavingen. Ik zei tegen tegen de flapdrol dat hij het rapport op kon rollen en in zijn reet kon schuiven. Toen ik op vrijdagmiddag werd vrijgelaten, rende ik meteen naar alcoholistenkroeg Welling, achter het Concertgebouw, en bestelde ik een kopstoot, de eerste van een hele serie die middag. Mijn wraak op de Jellinek was zoet: ik had een dagboek bijgehouden voor de Nieuwe Revu en stond een week later op de cover voor een glasbak in oud-Zuid, met twee Turkentassen vol lege flessen. De fotograaf was Paul Levitton.
Ik drink mij moed in voor Pimpi Florida, een piepkleine flamencobar in El Palo. El Palo is oorspronkelijk een vissersdorp dat bij de gemeente Málaga hoorde en er later aan is vastgegroeid. Het is populair wegens de twee kilometer strand en vooral door de tientallen restaurantjes langs dat strand, waar voor een habbekrats verse vis kan worden gegeten. Teulings heeft een paar jaar geleden zijn huis in Amsterdam verruild voor een kast van een huis van 400 m2 met diverse terrassen, een buitenkeuken en een zwembad. Het ligt op 200 meter van het strand. Hij heeft een inloopkast met een paar dozijn witte linnen pakken en honderd paar puntschoenen in alle denkbare kleuren. Meestal is hij in de weer met zijn grote collectie funkplaten en professionele geluidsinstallatie die een belangrijke oorzaak is van het feit dat de politie regelmatig aan de deur komt met de vraag of het wat zachter kan.
Ik heb mezelf verplicht het dagelijks nieuws bij te houden voor dit dagboek. De waan van de dag. Ik zie Rutte en Hoekstra in het Witte Huis en voel plaatsvervangende schaamte. Tenenkrullend en -krommend. Wopke, die om bij onbekende redenen Wipke Fukstra werd genoemd toen hij praeses was - met geile Duitse pornosnor - van studentencorps Minerva in Leiden, staat er bij als een debiel. Rutte straalt als een aap met zeven lullen. Net als destijds Balkenende in het Witte Huis, op bezoek bij Bush, met die gluiperd zonder nek, hoe heet hij ook al weer. Japie de Hoop Scheffer!
Nederlandse politici blijven boertjes, spreken steenkolen-Engels, dragen verkeerde kapsels en pakken. Het ergste nog is dat Wopke uit Bennekom komt, en ik uit Ede. Bert Brussen komt ook uit Bennekom! Bertus en ik zaten beiden op het christelijke Streek Lyceum in Ede, zij het met een verschil van vijfentwintig jaar. Verder komt er niemand uit Ede. Ja, Hans Dorrestijn, Herman Krebbers, Arthur van Schendel, Gerdo Hazelhekke en Dick Schoenaker.
Donderdag 19 januari
"Ga je nog goed af?" vroeg een bevriende arts mij na het lezen van deel 1 van Annus Horribilis. "Poep je nog goed?" Welnu: mijn stoelgang is perfect. Drie keer per dag brei ik een bruine trui en vandaag bakte ik een dampende Pimpi Florida-bolus, geurend naar knoflook, garnalen en rum. Vrienden en verloofde zijn naar het Picasso-museum in Malaga, in het geboortehuis van de schilder. Ik zag ooit Le Picador, olieverf op hout, dat Picasso maakte toen hij acht jaar was, en ik was meteen van de leg door zijn genialiteit. Ooit had ik eens een vriendinnetje die een hele verzameling boeken had over hoogbegaafdheid. Ze vond zichzelf hoogbegaafd, maar was zo dom als stro. Ik heb nooit gedacht dat ik geniaal was, maar wilde in een vorig leven wel de beste journalist van Nederland worden. IJdelheid der ijdelheden, zegt de prediker; ijdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid. Bon, ik won met Loes de Fauwe de allerlaatste Prijs voor de Dagbladjournalistiek. Daarna werd het de Tegel, die 24 categorieën kent en zelfs een prijs heeft voor journalisten die in geen enkele categorie iets wonnen. Ik heb af en toe een aardige ingeving ('een springerige geest', noemde mijn hoofdredacteur Martin van Amerongen het) maar verder moet ik het hebben van hard ploeteren. Een schrijvende aap en een inkthoer ben ik. Misschien moet dat op mijn grafsteen komen, in plaats van Ik zei toch dat ik ziek was?
Waarom is Arie Boomsma nooit ziek, zoals een gewone sterveling als ik? Omdat hij elke dag in een ijskoude sloot springt, net als die pathetische IJsman? Ik moet mij ook zo laten portretteren, met een oude tiepmasjien van Adler of een Underwood Standard Portable. En dan handschoenen aan, een deken om en een flinke pulk snot uit de ijskoude neus. Arie kan mij nog maar op 1 manier verrassen: als hij zich door een motorclub uit laat wonen in de sling van een leerbar naar keuze.
Ik moet op dieet om mijn leven te rekken. Ik weeg 93 kilo terwijl mijn streefgewicht 80 is. Het vegen van de bips en het strikken van de veters zijn een nachtmerrie met een dikke pens. Nou is het algemeen bekend dat dikke mensen veel gezelliger zijn dan broodmagere mensen en dat je altijd met ze kunt lachen. Dikkerdjes zijn dan ook onlosmakelijk verbonden met de moderne geschiedenis van de humor: denk maar aan Hanneke Groenteman (voor de maagballon), Asha Ten Broeke, Roscoe ‘Fatty’ Arbuckle, Oliver Hardy, Lou Costello, John Candy, John Belushi, Dawn French, Rita Corita, Roseanne Barr, Mimi Kok en Annet Malherbe. Bij ons thuis werden de stripverhalen van Billie en Bessy Turf – de dikste studentjes van de wereld – verslonden. Grapjes over moddervette tantes vlogen tijdens de warme maaltijd over de tafel, maar als ze op visite kwamen, werden ze hoffelijk en respectvol behandeld. Al keek ma heel bezorgd wanneer de gasten puffend in haar antieke stoeltjes ploften. Ik plaagde de kamerolifantjes (dixit papa) nogal eens met scheetkussens en jeukpoeder. En als ik in gedachten mijn ouwe heer weer stikkend van het lachen naar de keuken zie vluchten, denk ik: wat hadden we het toch goed toen. Mama riep altoos als ze een dik iemand zag: ‘Ieder pondje gaat door het mondje.’ Meestal voegde ze daar zonder enige ironie aan toe: ‘Dikke mensen eten altijd, Tuurtje. Let er maar eens op.’ Zelf was Mien zo mager dat ze door de brievenbus kon dus ze had makkelijk praten.
Vrijdag 20 januari
Ondanks alle fysieke malheur voor GeenStijl op stap geweest. Op Franco-bedevaart met hier en daar een slokkie. Een leven zonder eten en alcohol is troosteloos. Roken doe ik gelukkig alleen als ik drink. Ik heb een ex gehad die in de slaapkamer rookte, met de cv in de hoogste stand en de ramen potdicht. Onder het bed ‘s morgen een enorme asbak vol met Gauloises Blondes-peuken. Ik slaap altijd en overal met de ramen open. Mens sana in corpore sano.
Op Twitter veel gedoe over de terreur van woke op de UvA: de opleiding Interdisciplinaire sociale wetenschap (ISW) aan de Universiteit van Amsterdam ‘neemt nadrukkelijk afstand’ van de uitspraken van docent Laurens Buijs. Die was in onder andere universiteitskrant Folia kritisch op het diversiteitsbeleid van de universiteit en ‘het verschijnsel non-binair’.
Ze zijn knettergek bij mijn oude alma mater. Nog niet zo lang geleden wilde die de alcohol verbieden: “De UvA voert een actief diversiteitsbeleid en wil een diverse en inclusieve studie- en werkomgeving zijn. Ook om die reden past de vanzelfsprekendheid van alcoholgebruik niet bij de UvA. De sociale norm waarin alcoholgebruik normaal is, is een norm waar sommige groepen zich niet in kunnen vinden. Met het nieuwe alcoholbeleid streeft de UvA ernaar meer rekening te houden met diverse groepen geheelonthouders die wegens uiteenlopende redenen -waaronder religieuze en gezondheidsoverwegingen- geen alcohol drinken.”
Te gek voor woorden dat de 390-jarige universiteit een handjevol excuusmohammedanen wil plezieren. Ik liep vanwege mijn vrij doctoraal Midden-Oosten college bij sociologie en antropologie, en in het Spinhuis aan de Oudezijds Achterburgwal waar die faculteiten waren ondergebracht, bevond zich een heuse bar die de hele dag geopend was en waar de hele dag baardapen aan de tap hingen. Zo heurt het.
De UVA is gedegradeerd tot een crèche voor millennials, sneeuwvlokjes en andere ongewervelden, een safe space vol teddyberen tegen tentamenstress, met rubberen tegels onder de klimrekken en diversiteitsboa’s die je bekeuren als je boe roept tegen een medescholier.
Zaterdag 21 januari
Eindelijk een dag van abstinentie. Holiday Inn Las Tablas. Niet ver van de vier torens in Noord-Madrid. De laatste keer dat ik een Holiday Inn zat, was in Amman, in afwachting van een visum voor Irak. Operatie Desert Fox. Wij - een enorme groep journalisten - verveelden ons dood. Ik zat er voor Vrij Nederland en liet op een gegeven moment mijn onderbroeken wassen door het hotel. De (drank)rekening ging naar Vrij Nederland. Na tien dagen kregen fotograaf Geert van Kesteren en ik als enigen van de tien wachtende Nederlandse journalisten het felbegeerde persvisum voor Irak, dankzij bemiddeling van Conny Mus. Ik denk de laatste tijd heel veel aan Conny Mus, die lang mijn allerbeste maatje in Jeruzalem was.
Eens gingen we een lang weekeinde naar Caïro, gewoon voor de lol. In de disco van het Hilton maakten wij kennis met twee dames, een Marokkaanse en een Keniaanse. Het leek alsof we ze al jaren kenden en waren dan ook hoogst verbaasd dat bij het ontbijt honderdvijftig dollar de man moest worden afgetikt. Toen we gevieren naar de bank liepen, hoorde ik plotsklaps de bulderende lach van Mus. ‘Je hebt met Manke Nelis liggen rampetampen, ouwe.’ Het ene been van mijn Marokkaanse verloofde (die nog steeds in avondkleding en op hoge hakken liep) was ongeveer dertig centimeter korter dan het andere. Ik had daar niks van gemerkt die nacht. Heel Caïro keek ons na. Ik voelde compassie opborrelen toen ik de Marokkaanse haar honorarium overhandigde. ‘Koop er maar een paar fijne krukken voor, zuster’. Mus bedacht vervolgens dat het leuk was om met zijn vieren naar Titanic te gaan. Dat hebben we geweten: toen we de bioscoopzaal betraden, begonnen honderden Egyptische pubers te krijsen en te gillen en heel hard “hoeren, hoeren, hoeren” te brullen en moesten we vluchten.
Tijdens het samenstellen van eenliber amicorum voor Conny Mus overviel mij een banale gedachte: zou ik tien jaar na mijn dood ook zo’n ontroerend vriendenboek krijgen? Toen Mus plotseling overleed, woonde ik in Paraguay en kon ik tot mijn grote verdriet zijn begrafenis in Amsterdam niet bijwonen. Een paar jaar eerder was die lieve beer totaal onverwacht naar de begrafenis van mijn moeder gekomen, helemaal in Ede. ’s Morgens kwam hij aangevlogen uit Tel Aviv, de volgend ochtend vertrok hij weer na een nachtje te zijn doorgezakt in Mokum. Dat bliksembezoek was Mus ten voeten uit. Zulke cowboys worden niet meer gemaakt.Tijdens het samenstellen van het liber amicorum heb ik flink zitten snotteren. Wat mist iedereen die gastvrije, vrolijke, goudeerlijke en geëngageerde levensgenieter met een klein hartje. Mus had hier aan toegevoegd: 'wereldgozer, maar hij zou een borrel moeten lusten'. Conny was gezegend met ouderwetse Amsterdamse humor: snoeihard, bijdehand, veel grappen over andermans uiterlijk en lichamelijke afwijkingen en altijd iedereen in de maling nemen. Israëli’s en Palestijnen snapten er geen bal van maar ik lag altijd in een deuk. Zo’n hommage aan mij kan dus nu al gemaakt kunnen worden, al gaat het wellicht wat ver om vrienden en geliefden te benaderen met de vraag: wil je wat schrijven in het liber amicorum dat ik voor mijzelf samenstel?
Schrijven is voor mij geen natuurlijke behoefte. Gewoon werk, een baantje. Een ambacht. Ik ben blij dat ik aan het einde van de middag Fauda 4 kan bingen op Netflix. Doron! Veel van mijn zionistische vrienden fappen op Nurit, maar doe mij maar Dana. Een en ander speelt zich af in Molenbeek en daar gaat het mis. In deel 3 gaat Team Doron op zoek naar de ontvoerde Gabi (met zijn Spock-kapsel) en die zit gevangen in een vies flatje in “Moelenbiek”. Dat flatje in die pauperwijk bestaat uit maar liefst 20 kamers en gangen en het duurt een kwartier voordat de Belgische SWAT’ s en Team Doron bij het kamertje van Gabi zijn gearriveerd. Die is inmiddels al met Hezbollah Air naar Beiroet gedeporteerd. Ik geloofde er geen biet van maar ik ga toch verder kijken.
Zondag 22 januari
De verloofde en ik verkassen van Madrid naar Badajoz. Met de bus, die vertrekt op Estación Sur. Bijna zes uur karren. Ik heb iets met busstations. Heel Zuid-Amerika per bus gedaan, al is vliegen met Avianca daar een stuk veiliger en goedkoper. De meest gruwelijk rit was tijdens de Dakar Rally met Rob Muntz, dwars door de Chileense woestijn, met duizelingwekkende ravijnen vol autowrakken. Toen dacht ik regelmatig: je bent er geweest, van Amerongen. Als ik bedenk in welke levensgevaarlijke situaties ik verkeerde, realiseer ik mij hoe tragisch het is dat ik vermoedelijk de pijp uit ga door iets stoms als kanker. Ik hou niet meer bij hoeveel familie en vrienden ik inmiddels ben kwijtgeraakt door K.
De radiodocumentaire ‘Lachen met Kanker’ die ik met mijn boezemvriend Rob Muntz maakte, is opgedragen aan mijn maatje Albert de Lange, voormalig adjunct van het Parool. Hij was zelfs de aanleiding. Albert en zijn vrouw Marjolein moesten er smakelijk om lachen, indachtig zijn adagium: Je wilt mensen niet belasten met treurnis en verdriet, iedereen wordt daar doodongelukkig van. Ik heb net weer zijn columns van de serie Deadline nog eens nagelezen en het ontroert me. Albert schreef de ultieme column. Wat een held. Ik hoop dat ik zo cool ben als mijn tijd gekomen is.
De bus kachelt door Extremadura, de verloofde snurkt en ik blik terug op mijn zinloos bestaan. In mijn kindheid fantaseerde ik regelmatig dat ik vanuit de hemel naar mijn eigen begrafenis keek. Duizenden rouwenden huilden tranen met tuiten omdat ze mij zo gepest hadden met mijn rode haar, sproeten, flaporen, spraakgebrek, dwergpostuur en gekke moeder. Rond mijn droeve kuil stonden tientallen jankende, schuldbewuste meisjes die mij ooit honend hadden afgewezen. Te laat, bitches!
Extremadura is voor mij het echte Spanje, samen met La Mancha. Mérida werd in 25 v. Chr. gesticht als hoofdstad van de nieuwe provincie Hispania Lusitania, en was een van de belangrijkste steden van het Romeinse Rijk. Vele conquistadores, zoals Hernán Cortés, Francisco Pizarro, Pedro de Alvarado en Pedro de Valdivia, waren afkomstig uit Extremadura. Daardoor komen veel plaatsnamen uit het gebied van Extremadura ook voor in de Nieuwe Wereld. Mérida is de hoofdstad van Extremadura, maar er zijn ook belangrijke steden met dezelfde naam in Mexico en Venezuela; Medellín is nu een kleine stad in Extremadura, maar is ook de naam van de tweede grootste stad in Colombia; Albuquerque is de grootste stad van New Mexico in de Verenigde Staten en is een transcriptie van Alburquerque, een plaats in Extremadura. Dank u wel, Wikipedia. Ik mis Zuid-Amerika en ga naar Aguirre, der Zorn Gottes van Werner Herzog kijken op mijn chromeboekje. Met een waanzinnige hoofdrol van de geniale maar krankzinnige Klaus Kinski. Mein liebster Feind, een geweldige documentaire van Herzog over Kinski, kijk ik minstens eens per jaar terug. Badajoz is vermoedelijk een van de meest saaie en non-descripte steden van Spanje. Anderzijds staat het bij de Portugezen, net over de grens, bekend als Sodom en Gomorra. De verloofde en ik gaan echter keurig op tijd naar bed, na een heerlijk maaltje bij de Jap.
Maandag 23 januari
We nemen het boemeltreintje van Badajoz naar Elvas, net over de grens in Portugal. Die gaat maar twee keer per dag. Bussen rijden er niet meer tussen Spanje en Portugal sinds COVID-19. De trein had om 14.09 moeten vertrekken, maar heeft om onbekende redenen anderhalf uur vertraging. De Alentejo is vertrouwd terrein, ik ken bijna elke adega hier sinds de wijngids die ik samen met Reggie Smith maakte.
Drie dagen niet gerookt en gedronken, de pijn lijkt iets minder te worden. Dat is dan mooi kut voor mijn dagboek. In de krant doemberichten, direct afkomstig van Rutte IV/Kaag 1. Koffie moet verboden worden. Na de oorlog tegen de alcohol, de tabak, vlees, uw huisdieren, suiker (behalve het mohammedaanse suikerfeest), benzine, gas, de auto, vliegen en de houtkachel, de snackbar, Kerst, Pasen, Pinksteren, het verzamelde werk van Karl May, de Zuid-Afrika romans van L. Penning, Bessie Turf (uit de bibliotheek gehaald na een klacht van Sharon Dijksma), Jip en Janneke, Saskia en Jeroen, het immense oeuvre van de racist W.G. van der Hulst, Sjors en Sjimmie, Kuifje in Afrika, Arendsoog van vader en zoon Nowee, De Schippers van de Kameleon, Dik Trom, K. Norel, Pietje Bell en collectors items met walgelijke titels als Oki en Doki bij de nikkers, Een neger in het dorp! en De Neger die wit wilde zijn, begint nu het offensief van Kaag 1 en haar buttplugmedia tegen uw laatste troost: het bakje pleur. Ik heb het al vaker geroepen: een monsterverbond van salafisten, Groene Gekkies, ChristenUnie, antifascisten, professoren Wekker en feministen probeert alle genot uit het tragische moederland te slurpen. Die humorloze bende, aangevoerd door de stoottroepen der muzelmannen, wil echt alles verbieden.
Dinsdag 24 januari
Elvas, werelderfgoed, is bevroren in de tijd, de helft van de winkels is failliet, er gebeurt hier helemaal niets. De stad is absoluut een parel maar het is zo steenkoud dat we in het hotel São João de Deus blijven loungen. Ook hier weer die schitterende vergane glorie van Portugal. De muren van de slaapkamer zijn zo dun, dat we een telefoongesprek van de buurman, een Braziliaan, met zijn moeder kunnen volgen. Dus ook precies horen wat zijn moeder zegt. De verloofde is gewend aan mijn snurken, maar doet geen oog dicht omdat de Braziliaan nog harder snurkt.
De pijntjes zijn weer terug en ik ga in bad liggen. Gelukkig is er een stop. Meestal moet ik een prop maken als badstopper, of koop ik een tennisbal die ik door midden snijd. Ik voel me als Michael Gambon in the Singing Detective. Terugblikkend op zijn leven. Maar die had tenminste een goede soundtrack.
Deel 3 van mijn dagboek klaar. Er is een zwijgende meerderheid die nooit reageert, maar die wel gretig mijn boek Safari Eurabia kocht via GS. Er zijn erudiete mensen die met zinvolle reacties komen. Dan zijn er de mislukte schrijvers die grappig proberen te doen, en dan zijn er de kneusjes die bij een tekst van 300 woorden schrijven: Too long; didn't read. Ik snap nooit hoe je kunt dwepen met domheid. Alsof dat sjiek is. Die knullen wonen nog bij moeder thuis, kijken MILF-porno en om half zes krijgen ze een bord piepers met stukgekookte spruiten en een slavink op hun zolderkamer omdat ze het niet cool vinden om met papa en mama en zusje Johanna aan de dis te zitten. Fauda is weer leuk! Gabi leeft en zit gevangen op het hoofdkantoor van de Hezbollah in Beiroet, flink gehavend door de diverse martelingen. Gelukkig is zijn Spock-kapsel nog geheel intact!
Reaguursels
Dit wil je ook lezen
Arthur van Amerongen - Moslims zijn niet zielig
Tante Tuur is boos (tevens: Stamcafé)
Arthur van Amerongen - Hoerenman
Soep van de Week, teven Stamcafé
GeenStijl-columnist interviewt GeenStijl-redacteur over overstap naar GeenStijl in het Stamcafé
Wij van GeenStijl vinden GeenStijl ook erg goed
De Bolle Gogh: een bruisende biografie over de Hemelse Roker
De Bolle Gogh is een rollercoaster. De biografie dendert bijna 700 pagina’s onvermoeibaar door, net als het leven van Theo. Ik ben van dezelfde generatie als Theo en het boek is een feest der herkenning voor iedereen die met name de jaren tachtig in het - toen nog - zo lekker gore Amsterdam heeft meegemaakt.
Arthur van Amerongen - Soep van de Week: Eric Smit en Akwasi verklaren de oorlog aan Musk
Nieuw op GeenStijl: Arthur van Amerongen soept door de hete teeks van deze week in zijn nieuwe rubriek Soep van de Week, vandaag tevens ook Stamcafé. Vanaf nu: iedere week!
Annus Horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (52)
“Meneer van Amerongen: steek uw Annus Horribilis maar in een geheime opening waar de zon nooit schijnt!” (tevens Stamcafé)