achtergrond

Geenstijl

login

word lid

nachtmodus

tip redactie

zoeken

De Boze Blanke Man - Vroeger was alles beter

De Boze Blanke Man en de Ondergang van Nederland, deel 11

De lijfspreuk van de Boze Blanke Man is natuurlijk: vroeger was alles beter. Die mantra is van alle tijden, getuige deze sketch van de vergeten grootheden Ton van Duinhoven en Dimitri Frenkel Frank. Het Grote Ongenoegen was een televisieserie met pareltjes als de Grijze Gehaktbal. 

Naarmate ik ouder word - het leven is als een rol toiletpapier: hoe dichter je bij het einde komt hoe sneller het gaat - denk ik als vermeende BBM'er ook wel eens dat vroeger alles beter was. Maar daar klopt natuurlijk geen biet van, want het Nederland van mijn jeugd was afgrijselijk, burgerlijk, strontvervelend en saai. Het enige vertier in de prille jaren zestig was een mogelijk nucleair bombardement door de Sovjet Unie. Dit schitterende filmpje van de overheid, met de angstaanjagende titel Als de bom barst, zou vandaag de dag zo weer kunnen worden ingezet door de veelvuldig onderscheiden oorlogsveteraan Sjoerd Rimmer Sjoerdsma. 

Elke Nederlandse burger ontving toentertijd een pakket in de brievenbus met daarin vier brochures met informatie over wat te doen bij een nucleair bombardement. De Koude Oorlog is in volle gang en de dreiging van de atoombom lijkt reëel. In de eerste brochure, met de titel 'Wenken voor de Bescherming van Uw Gezin en Uzelf', staat informatie over wat te doen bij een bombardement en fall-out (stof dat door een explosie radioactief wordt). De andere boekjes gaan over het geven van eerste hulp, welke voorraden van voedsel aangehouden moeten worden en een toelichting over bombardementen, atoombommen, falll-out en bescherming.

Wij hadden thuis een Eerste Hulp-kistje dat gebruikt kon worden als er een atoombom op de Vogelbuurt in Ede gedropt mocht worden. Er zat wat gaas in, een paar flesjes en een folder. En verder moesten we onder de trap gaan zitten als het moment daar was. Als reactie op al die onzin schreef Harry Mulisch het hilarische pamflet 'Wenken voor de bescherming van uw gezin en uzelf, tijdens de jongste dag'.

Maar verder gebeurde er niks in Nederland, althans niet in de bubbel van mijn herinnering. Ik ben op 4 november 1959 geboren en ondanks mijn olifantengeheugen moest ik toch even de krantenkoppen op de voorpagina van het Algemeen Handelsblad van die dag er bij pakken: windhoos teisterde camping op Ameland; koffie opnieuw duurder; zusters van diakonessenhuis ziek; negers schieten op politie en brandweer (in Chicago) en als klap op de vuurpijl: oudste man van Nederland overleden. Verder kostte een liter bier toen tussen de 47 cent en 1,04 gulden, een brood tussen de 20 en 44 cents, melk tussen de 16 en 35 cent en een kilo kaas tussen de 1,58 en 3,48. Tabak kostte toentertijd tussen de 50 cent en een gulden, maar ik begon pas 13 jaar later te roken. De top vijftien van november 1959 van het tijdschrift Muziek Expres is één groot feest van herkenning. Op 1 Rocco Granata met Marina, op 2 de onvergetelijke Caterina Valente met Sweetheart, My Darling, Mijn schat, op 3 Cliff Richard met Living Doll, op 4 Paul Anka met Lonely Boy en op 5 de legendarische Fouryo's met Zeg niet nee

Ik lag twee maanden in de couveuse dus ik weet zeker dat ik die nummers toen moet hebben gehoord in het Julianaziekenhuis in Ede. 

De jaren zestig kan ik me alleen maar voor de geest halen aan de hand van de diverse hitlijsten. Naast ons woonde een katholieke familie. Rooms, zoals mijn moeder ze smalend noemde. De oudste dochter zat in de zomer topless te zonnen in de tuin, die van de onze werd afgeschermd door een houten schutting met klimop. Door de kieren zat ik uren te gluren naar het buurmeisje. Haar hippiebroers hadden lang haar en droegen bont gekleurde shirts met spiegeltjes en gerafelde spijkerbroeken. Ze draaiden de hele dag keiharde muziek, die mama als duivels omschreef. 

De buurjongens lieten mij toe in hun slaapkamers, waar ik de onbegrijpelijke hoezen bestudeerde van Pink Floyd, Yes, Genesis, Jimi Hendrix en T. Rex. Aan de plafonds waren visnetten gespannen waarin stukken kurk en lege flessen Mateus Rosé dobberden. De muren waren volgeplakt met foto's uit de Muziek Express en de Popfoto. In geuren en kleuren vertelden de buurjongens over het popfestival van Kralingen, in een mysterieus taaltje vol onbekende uitdrukkingen als: je weet wel, te gek, wow, en stuff. Het Polygoonjournaal bracht beelden van het popfestival Kralingen: naakte vrouwen in de modder, dansend op een onbegrijpelijke brij van klanken van wat achteraf Jefferson Airplane bleek te zijn. 

De jaren na Kralingen werden een kwelling. Oorlogen teisterden het Midden-Oosten en Vietnam, treinen werden gekaapt en ik werd geteisterd door maar één obsessie: neuken. De zomers waren broeierig en vooral strontvervelend en sommige hits stonden maandenlang bovenaan in de Top 40, zoals Do You Love me van Sharif Dean, Angeline, de blonde sexmachine van Peter Koelewijn en Donna van 10CC. De hele wereld draaide om seks en ik verveelde me dood op de speelweide van het zwembad, onder de rook van de glasvezelfabriek. Het weekblad Story verscheen voor het eerst en de Golden Earring speelde in de later gesloopte markthallen van Ede. Bioscoop Buitenlust vertoonde iedere vrijdagavond om 11 uur een seksfilm. Ik snakte naar de dag dat ik achttien zou worden. 

Ik was jaloers op Oswalt Kolle, die de hoofdrol speelde in films met titels als Geheimen van de liefde. Films onder de zestien jaar selecteerde ik - aan de hand van de foto's en het filmblad Skoop - op de hoeveelheid bloot. De vijf van de vierdaagse was een topper met zeker zes keer niet-functioneel bloot. De broeierige films over Angelique - vol woeste zeerovers en Arabieren en de blote ruggen van vrouwen die gegeseld werden door brute slavenhandelaren - voldeden niet langer aan de voorwaarden van mijn fantasie. 

Rond mijn zestiende liftte ik naar Saint-Tropez want ik wilde filmster worden, de enige remedie om uit de moordende verveling van Ede te ontsnappen. Ik kende het oord alleen maar van Louis de Funès, met scènes op een naaktstrand en in een nudistenclub. En ik wist dat Brigitte Bardot in Saint-Tropez rondliep en dat ik haar kon oppikken in een etablissement dat Esquinade heette. Met BB was ik net zo vertrouwd als met mijn rechterhand en gezinsdozen Kleenex. 

Speciaal voor mijn werkreis naar Zuid-Frankrijk was ik met mama wezen winkelen bij de firma Toes in de Grotestraat in Ede. Mama zei dat ik me netjes moest aankleden als ik ging solliciteren. Ik vertrok in een feestelijk zwart colbertje van papa, een hagelwit T-shirt en een charmante knickerbocker. Ik kwam 's avonds laat op de liftplaats in Breda aan, met mijn bordje 'Saint-Tropez' in de hand. Er stond een gigantische rij tot op het bot vervuilde backpackers langs de snelweg. Die liep ik voorbij. Ze begonnen te krijsen dat ik helemaal achter in de rij moest aansluiten. 

Na vijf minuten stopte er een Porsche met een meneer in een zalmkleurig pak. Hij zei dat hij casting director was. Die avond at ik voor het eerst in mijn leven slakken en kreeft en dronk ik Château Lafite Rothschild Pauillac. De volgende dag nam ik huilend afscheid van 'tonton'. Hij propte een biljet van duizend franken in mijn hand en ik was meteen getroost. Dit verdiende veel beter dan een krantenwijk. Het geluk werd tijdelijk verstoord toen er een paar dagen later heel vieze geelgroene korsten in mijn witte onderbroek zaten. Een 'griepje van de piemel', stelde de verpleegster van de gratis geslachtsziektenkliniek in Marseille mij gerust terwijl ze een enorme glazen buis met daaraan een rubberen bal met vloeistof in mijn eikel propte en ik zowat tegen het plafond knalde van de pijn. Toen ik terugkeerde naar Ede - mama moest geld overmaken naar een postkantoor in Marseille zodat ik mijn treinkaartje kon betalen - werd het tijd om punk te worden en richting Amterdam te verkassen. 

Ik weet niet precies wanneer de ondergang van mijn Nederland - een Nederland waarover ik dus totaal niet nostalgisch ben - werd ingezet maar vermoedelijk begon die in Amsterdam in de jaren tachtig. De stad was één groot zuipend, neukend en drugsgebruikend vlooienmatras, of het nou hetero's of holebi's betrof. Iedereen deed het met iedereen en iedereen leek aan latexallergie te lijden. Biseksualiteit was net zo vanzelfsprekend als demonstreren tegen Zuid-Afrika, speculatie, Outspan-sinaasappelen en kernwapens.

Amsterdam werd pas echt Sodom & Gomorra na de Kroningsrellen. De eerste Koninginnedagvieringen die daarna volgden, waren ongekende anarchistische feesten met een hoog queens- en krakersgehalte. Alles mocht en alles kon. Het epicentrum van de feestvreugde lag in het homoghettootje tegenover hotel L'Europe. Begin jaren tachtig stonden er op Koninginnedag makkelijk een paar duizend gillende geile nichten aan de Amstel, in de Halvemaansteeg en op de Halvemaansbrug. Het waren de hoogtijdagen van Manfred Langer, de eigenaar van Chez Manfred en later de IT.

In een sombere bui denk ik wel eens dat die knettergekke feesten de prelude waren voor het totale losslaan van Nederland, met SBS-programma's als Over de Rooie als katalysator en de waanzin na het halen van de Europese titel door het Nederlands elftal in 1988 als apotheose. Alles kon en alles mocht, vond men van Maastricht tot Den Helder en van Vlissingen tot Almelo, en bij voorkeur in Amsterdam. Nederland werd een totaal losgeslagen bende. Ik heb me goed vermaakt in die tijd, maar om nou te zeggen dat vroeger alles beter was? Tijdens mijn tropenjaren in Zuid-Amerika raakte ik de realiteit in het tragische moederland langzaam maar zeker kwijt. Een helicopterview is prima maar nieuws vergaren over Nederland via internet is geen betrouwbare bron. Ik ga maar eens lekker plaatjes draaien van Cornelis Vreeswijk, die kon ook zo lekker boos worden. Vooral toen hij twee hoeren mee naar huis nam, die bij nadere inspectie kerels bleken te zijn. Beng beng!

Reaguursels

Dit wil je ook lezen

De Bolle Gogh: een bruisende biografie over de Hemelse Roker

De Bolle Gogh is een rollercoaster. De biografie dendert bijna 700 pagina’s onvermoeibaar door, net als het leven van Theo. Ik ben van dezelfde generatie als Theo en het boek is een feest der herkenning voor iedereen die met name de jaren tachtig in het - toen nog - zo lekker gore Amsterdam heeft meegemaakt.

@Arthur van Amerongen | 13-01-24 | 21:30 | 658 reacties

Arthur van Amerongen - Soep van de Week: Eric Smit en Akwasi verklaren de oorlog aan Musk

Nieuw op GeenStijl: Arthur van Amerongen soept door de hete teeks van deze week in zijn nieuwe rubriek Soep van de Week, vandaag tevens ook Stamcafé. Vanaf nu: iedere week!

@Arthur van Amerongen | 10-01-24 | 21:50 | 505 reacties

Annus Horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (52)

“Meneer van Amerongen: steek uw Annus Horribilis maar in een geheime opening waar de zon nooit schijnt!” (tevens Stamcafé)

@Arthur van Amerongen | 03-01-24 | 22:15 | 458 reacties

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.