VrijMiBo op onze wegen
Gesensibiliseerde VrijMiBo

Happy the lab'rer in his Sunday clothes!
In light-drab coat, smart waistcoat, well-darn'd hose,
And hat upon his head, to church he goes;
As oft, with conscious pride, he downward throws
A glance upon the ample cabbage rose
That, stuck in button-hole, regales his nose,
He envies not the gayest London beaux.
In church he takes his seat among the rows,
Pays to the place the reverence he owes,
Likes best the prayers whose meaning least he knows,
Lists to the sermon in a softening doze,
And rouses joyous at the welcome close.
Prettig weekend. En be nice.
Via via VrijMiBo

Bring me my helmet and spear; bring my old armor
Rusty as gold –
I will have one tilt with a last arrogant giant
Before I am old.
Scuttle about, little millers; look to your windmills,
Look to your laughter!
I often fail to distinguish between two evils
Till a long time after.
Prettig weekend. En be nice.
Een Restzetel voor de VrijMiBo

Soms is men zo oud dat men zijn bezit
niet meer bezit
verhuizers komen met vervoermiddelen
nemen de stoel de tafel de tuinpaden
het kinderportret het album met namen
de vogel en de kat
men koopt nog één keer persoonlijk tabak, deelt
vergeefs mede wat men denkt
van het kabinet en de eeuwig dreigende oorlog, alleen
het gratis glas van het huis smaakt nog
naar meer, het regent, men beeft, er zijn stemmen
en op het privaat
ontmoet men verbaasd wie men was —
Prettig weekend. En be nice.
De Vieze Kleren Van De VrijMiBo

Spilt the skin of the tears, the days' terrible drain,
Lopped his partial, too partial ears at the throat,
Folded the paper hands and the paper heart, opened
His notebook to the old rose folded at the comma
And climbed to and clung to the stem a gesture
To empty his face of tempation, the tricks of the tree.
Prettig weekend. En be nice.
IJle VrijMiBo

Men noemt het ruischen, maar zijn 't geen stemmen?
En waren 't stemmen, is er dan geen mond
Om één keer te zwijgen in dit beklemmende
Aanzwellen, dat, aanvangverloren, geen einde vond?
De kussen die zij buigende elkaar toedragen
Strijken niet verder, gaan niet naar omlaag, en rustig-koel
Blijven de stammen zonder eenig bindend doel
Hun eeuwig kozende kronen schragen.
Prettig weekend. En be nice.
De Verleiding Weerstaan Van De VrijMiBo

Mijn vogel pover mekaniek
Baldadig en impertinent
Opstijgen hoger hoger
Verleid door 't klatergouden omkoopgeld
Van de bedriegelijke zon.
Totdat de val begint
Verstopte leiding losse moeren
Fataal, duizlingwekkend
En eindelijk,
Apotheose van 't verlies. -
Eerst door de lege lucht
Dan door de bittere weerstand
Van klei en steen
Tot in het harde heil der diepste duisternis.
O eind van de vergeefse vlucht
O eerste zekerheid: terug in 't doel
O slaap zonder een morgen.
Prettig weekend. En be nice.
Thuiskomen met de VrijMiBo

Er woont een zachte zuster in mijn huid
een vrijbuiter die in mijn lichaam bijt
en soms haar handen op mijn zijde legt,
's nachts stelten loopt, of danst of rust.
Dan dringt zij ook haar dromen aan mij op
en ik leg mij huiverend naast haar:
een dode, een schamel geraamte,
knikkend en stamelend.
Prettig weekend. En be nice.
De VrijMiBo is de Peulschil
Slechts éénmaal heb ik u gezien. Gij waart
Gezeten in een sneltrein, die de trein
Waar ik mee reed, passeerde in volle vaart.
De kennismaking kon niet korter zijn.
En toch, zij duurde lang genoeg om mij,
Het eindloos levenspad met fletse lach
Te doen vervolgen. Ach! geen enkel blij
Glimlachje liet ik meer, sinds ik u zag.
Waarom hebt gij van dat blonde haar,
Daar de englen aan te kennen zijn? En dan,
Waarom blauwe ogen, wonderdiep en klaar?
Gij wist toch, dat ik daar niet tegen kan!
En waarom mij dan zo voorbijgesneld,
En niet, als 't weerlicht, 't rijtuig opgerukt,
En om mijn hals uw armen vastgekneld,
En op mijn mond uw lippen vastgedrukt?
Gij vreesdet mooglijk voor een spoorwegramp?
Maar, Rika, wat kon zaalger voor mij zijn,
Dan, onder hels geratel en gestamp,
Met u verplet te worden door één trein?
Prettig weekend. En be nice.