Week van de mentale gezondheid in het Stamcafé
Sorry Ronaldo we blijven de rest van de week thuis we zijn namelijk SUPER VERDRIETIG

Kijk wat het is iedereen heeft weleens problemen maar in alle eerlijkheid als je een speciaal door anderen aangewezen week nodig hebt om iets aan die problemen te doen dan verdien je die problemen eigenlijk gewoon een beetje hè, jankerd. Helaas zitten we muurvast in een samenleving waar de gemiddelde Nederlander meer labeltjes heeft dan voornamen en ADHD-TikTok zoetjesaan de plek van sterrenwichelarij heeft ingenomen. Bovendien is slachtofferschap een soort zelfuitgereikt lintje waar voortdurend mee gepronkt kan worden en omdat de moderne mens godsonmogelijk fragiel is (zie ook: corona) is eigenlijk iedereen wel ergens de dupe van en dus ernstig psychisch beschadigd. Sad! Nou dat belooft nog wat voor wanneer er ooit echt barre tijden aanbreken jongens maar goed dat zien we dan wel weer. Deze week gooien redacties van respectievelijk de NPO, het Algemeen Dagblad en RTL u in ieder geval dood met weeïge emoporno, als het even tegenzit gecombineerd met een ongezonde dosis navelstaarderij. Zo heeft het AD weer een open deur gevonden om doorheen te huppelen: Als je je mentaal minder voelt, hoef je niet meteen naar de psycholoog (wow!). De NPO pakt uit met een leuke interactieve webpagina met elke jammerdocumentaire die iemand bij wie ooit iets even tegenzat voor de publieke omroep heeft gemaakt en een even leuke als belangrijke vraag aan de mensen ("Hoe voel je je vandaag?"). Nu zijn wij heel erg voor therapie, maar tégen gejank in de publieke ruimte. Kan dit: stoppen?
BOEKJE HERLEZEN. Pienter pleidooi tégen empathie
Op rekest uit 2016: Paul Bloom's Against Empathy in het stamcafé

Heel gek maar er zijn hele bibliotheken vol geschreven over empathie en toch komt de empathiekritiek er wat bekaaid vanaf. Empathie is goed, warm, menselijk, leuk, lief; het tegenovergestelde is dus per definitie slecht, koud, onmenselijk, vervelend en gemeen. Empathie is nagenoeg heilig, en heus niet alleen voor de Jesse Klavers van deze wereld. Rare jongen dus die er tegen van leer trekt, en toch deed hoogleraar psychologie Paul Bloom dat in dit boek, acht jaar geleden al weer.
Bloommans omschrijft empathie als ons vermogen zich in een ander te verplaatsen, wat op microniveau natuurlijk hartstikke waardevol is. Wie zich in een tramconducteur kan verplaatsen, zal niet snel geneigd zijn hem in het gezicht te tuffen; wie zich kan verplaatsen in een ambulancemedewerker, zal hem niet snel het ziekenhuis in schoppen. Zo beschouwd staat empathie voor beschaving, terwijl een gebrek eraan een vereiste is voor asociaal of zelfs ronduit psychopathisch gedrag.
Het probleem ontstaat volgens Bloom iets verder uitgezoomd, op macroniveau. Want hoewel de mens fundamenteel een invoelend wezen is, beschikt hij ook weer niet over onuitputtelijke empathie - dat zou het bestaan ondraaglijk maken. Bovendien heeft empathie zo haar beperkingen; ze is bepaald geen exacte wetenschap, heeft weinig met objectiviteit van doen, maar is vaak een kwestie van perspectief en daardoor ook eenvoudig te bespelen. Empathie ontstaat vooral door goede, hapklare voorbeelden - het leed van individuen of kleine groepen, bij voorkeur bij mensen waar we ons in herkennen.
Als voorbeeld haalt Bloom school shootings aan, die bij de massa steevast tot meer verontwaardiging en schok leidt dan de tientallen minderjarigen die de weken eromheen vaak in de buurt van zo'n school worden afgeknald.
Empathie werkt een beetje als een schijnwerper, schrijft Bloom, die onze blik richt op één probleem. Hartstikke mooi, maar er kleeft ook een nadeel aan: wat er (vlak) buiten het felle licht van de schijnwerper gebeurt ontsnapt aan onze aandacht, sterker, daar worden we juist ongevoeliger voor.
Weinig kan de massa zo in beweging brengen als empathie. Zodra die radartjes eenmaal gaan werken, zijn we geneigd al het andere uit onze spreekwoordelijke tengels te laten vallen. Daarin schuilt naast een overduidelijke kracht ook een iets beter verholen gevaar.
Het plan dit boek te herlezen ontstond kort na 7 oktober.
Acht dagen later, nog niet eens alle lijken waren geïdentificeerd, het trauma was nog geeneens een trauma omdat het nog bezig was, vond er een demonstratie op de Dam plaats. Vijftienduizend mensen kwamen opdraven om hun steun te betuigen aan... de Palestijnen. Ontegenzeggelijk speelde antisemitisme hier een rol, maar het voert wat ver om het daar volledig aan toe te schrijven. Wat hier eveneens zichtbaar werd, was de huiveringwekkende uitwerking van empathie. Deze mensen hadden zich emotioneel zo uitgeleverd aan de Palestijnse zaak, waren zo geraakt door op sociale media opgeduikelde filmpjes van onrecht - echt en geveinsd - dat ze zich zelfs onder deze omstandigheden, zelfs temidden van deze absolute hel, niet konden verplaatsen in het lot van de Israëli's (en in het kielzog daarvan: het lot van de Joden).
Diezelfde giftige cocktail van antisemitisme en gebrek aan empathie zien we in de nasleep van 8 november. Begeesterd door de afschuwelijke beelden uit Gaza tellen voor wel erg veel mensen de afschuwelijke beelden van die nacht niet, of in ieder geval, nauwelijks.
Daartegenover staan een boel mensen die laconiek, schouderophalend reageren op de oorlogsslachtoffers in Gaza, voor zover bekend meer dan 43 duizend inmiddels (er valt ongetwijfeld wat op die cijfers af te dingen, pin ons er niet op vast). Voor hen waren de beelden van 7 oktober zo schokkend, zo gruwelijk, zo mensonterend, dat er geen greintje empathie meer over is voor de Palestijnen en hun tamelijk erbarmelijke lot, ook niet geconfronteerd met genoeg burgerdoden om een flink voetbalstadion mee te vullen.
Ongetwijfeld tot tevredenheid van Hamas. Wijlen Yahya Sinwar met zijn dorre geitenbek lacht zich een breuk.
Oorlog, verdeeldheid, haat, dood, verderf; joepie.
(Nee maar serieus, koop dat boek - goed spul)