achtergrond

Geenstijl

login

word lid

nachtmodus

tip redactie

zoeken

@nfi

Ook prikpubers spelen 'wie heeft de grootste'

thumb

Go Rambo or go home


De grootste verrassing uit deze aankondiging van het Nederlands Forensisch Instituut is dat we geen messendatabase hadden in dit land van vele steekpartijen. Schijnbaar gokten onze CSI's tot voor kort simpelweg welk mes er was gebruikt als er een geperforeerd slachtoffer werd gevonden. Pas nadat die territoriale drillrappers in Scheveningen losgingen, bedachten de spoorzoekers dat het wel handig zou zijn om een database van populair prikspul aan te leggen. Daaruit blijkt dat minderjarige jongeren vooral de grootste wensen te hebben. "We zien steeds grotere messen. Het zijn bijvoorbeeld messen met zaagkartels, kap- en zogenoemde Rambo messen", aldus zogenaamd geschrokken onderzoekers. "De grote messen zijn gewoon zwaarden. De grootste is meer dan een halve meter." Enorme steekunits die als statussymbool worden gezien door wannabe gangsters zoals die opgefokte drillrapgroepen en zo bij steeds meer jongeren in hun binnenzak belanden. "Politiemensen op straat ervaren dagelijks dat jongeren het steeds normaler vinden om een wapen te dragen." Het steekterreur eist meer en meer zijn plek op in onze straten en het einde van deze prikpandemie is nog lang niet in zicht. Die database gaan we nog vaak nodig hebben.

Vaarwel laatste restje pakkans: Forensische Opsporing vergrijst

Ach, we waren toch al een failed state. Kan er ook nog wel bij!

Wat NU weer. Nou, uit de carbon dating van een willekeurige steekproef van de haren van forensisch personeel blijkt dat de meesten geboren zijn rond 1955. Kortom: onze mannen en vrouwen in witte pakken raken op leeftijd, en dat is problematisch. "De forensische opsporing, het veiligstellen van sporen op de plek van misdrijven, kampt met grote problemen. Door vergrijzing vertrekken de komende jaren honderden ervaren mensen, terwijl de afgelopen jaren al aan de bel werd getrokken wegens personeelstekort." Gelukkig zit de overheid er bovenop. "Om de tekorten op te lossen, worden nieuwe mensen aangenomen die in rap tempo worden opgeleid. Dat is moeilijk, omdat een plek bij de forensische opsporing normaal gesproken een vervolgstap is na vele jaren bij de politie." De nieuwe lichting mist dus nogal wat praktijkervaring, maar toch gelooft programmadirecteur forensische opsporing Ruud Staijen in het programma, dat is immers z'n taak. "Het is een uitdaging om mensen snel en goed op te leiden. Ook omdat werken in de forensische opsporing best zwaar is. Je gaat van plaats delict naar plaats delict, het is geen negen-tot-vijfbaan. Je moet stevig in je schoenen staan." Succes wel, champs.

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.