Zelensky, zeloten en de ziel van Nederland
4 mei was zoals te doen gebruikelijk weer totale oorlog
4 mei is een dag die bij alle Nederlanders diep, om niet te zeggen: te diep, is ingewreven en ingepeperd, en die schrobbering over ‘dit nooit meer’ en aanverwante geveinsde verzetsretoriek door vrome voorlezers op de Dam wordt dan ook serieus en diep beleefd door het overgrote deel der medelanders. Het is misschien wel een van de allerlaatste momenten die Nederlanders nog met elkaar delen, in stilte en met een beetje bezinning.
Maar stukje bij beetje is de afgelopen jaren de bijl in die beleving gezet, door discussies aan te zwengelen over welke oorlogen nog meer betrokken moeten worden, of daders ook als slachtoffers herdacht kunnen worden en welke nationale oprisping ditmaal in de herdenking verweven kan worden (zoals dit jaar: verzetshomo’s). Inmiddels is zelfs de stilte een splijtzwam, zoals dit deugmeisje bijvoorbeeld wat dommig etaleert. In doodse stilte is in boze stilte geworden en natuurlijk is dat de schuld van d’Ander. (Ja, voor wie twitter meeleest, schrijver dezes was ook de hele dag geïrriteerd gisteren, maar ligt daar dan weer zodanig wakker van dat er ‘s anderendaags alhier een poging gedaan wordt om de waarom-vraag daarvan naar tekst om te zetten - BN.)
En plotseling was daar tot overmaat van overdaad ook nog meneer Zelensky, in zijn bekende PR-outfit, die door de kliekende kaste als een godgezonden geschenk uit de geweldshemel van de Oekraïense frontlinies werd onthaald. Het bezoek was zogenaamd onverwacht, maar gek genoeg toch zeer goed voorbereid. De lepe televisiekomiek uit het oligarchenstaatje werd nota bene opgehaald met het regeringstoestel en Rutte stond derhalve weer glashard te liegen dat het heus allemaal toeval was, in en rond lelijke zaaltjes waar soppende passanten met een voorzittershamer lachend op de foto mochten, kletsnatte Kamerleden hun handen blauw klapten en juichende journalisten het historische lof der oorlogspropaganda kritiekloos bezongen. Steeds als de superster van het Oekraïense verzet ergens opduikt, glimmen en glanzen de hoogwaardigheidsbekleders voor de gulzige camera’s van het journaille, want déze kant van de oorlog is geen hel, maar een feest van betekenis en een spotlight om je eigen goede kant van de geschiedenis eens flink helder te belichten. Liefst door anderen van fascisme te betichten, natuurlijk, want dat is de makkelijkste manier om jezelf in het naoorlogse verzet te framen, als de vleesgeworden schuilboekenkast die je bent.