Op een mooie pinksterdag in de Algarve
Het was zondag in het zuiden. Niks aan de hand
Toch enigszins geschrokken van de vele heftige reacties, was de gevoelde noodzaak om ons tot de dichtstbijzijnde IKEA te bekeren om een vrome zondag te vieren - zoals men in het vaderland ook zo trouw placht te doen. De stap van een Portugees crackhuis op vrijdag naar een Zweedse zelfbouwboer op zondag is echt niet heel groot en als je moest kiezen tussen de linksgedraaide vegan balletjes van de confectiebouwkeet of een tourist trap in het afvoerputje van de zelfbeheersing, was het nog niet direct een gelopen race voor de balletjes van faux gehakt. "In Nederland mogen ze blij zijn dat de IKEA-bistro's nog gesloten zijn", wilde Arthur maar zeggen.
Desalniettemin zijn de nationale quarantaineregels dit weekend verlicht voor bezoekers uit Nederland. Ook al toonde Erik de Vlieger, een lokale ondernemer in bouwgrond en vakantiebewoning, zich een dag eerder tijdens een meer dan uitstekend sushi-bachanaal op de boulevard van Cabanas om begrijpelijke redenen uiterst content met de vooruitzichten van glimmend aluminium vol vinexvliegers die de Portugese luchtwegen opnieuw zouden bevolken, het haalt toch een zekere recalcitrante spanning uit de reis. Bovendien moesten de voorraden proviand ook gewoon worden aangevuld, wat nog eens een calvinistisch argument er bij gaf om de pinksterzondag een gewetensvolle invulling te geven. Aldus geschiedde.
Bier en Buh-kufsky in de Algarve
“Je mag alles opschrijven wat er gebeurt. Je mag me fotograferen als ik crack rook. Denk je dat ik iets te verbergen heb?”
Arthur van Amerongen laat het leven een beetje aan anderen over. Als hij ogenschijnlijk zonder te kijken luid pratend en gebarend vlak voor een rijtje geparkeerde, door de zoute lucht geschuurde auto’s niet besluit om voor het ongelijke stoepje te kiezen maar midden op het verweerde asfalt van het dorpsstraatje te gaan lopen, moet een bevoorradingsvrachtwagentje met logo’s van Coca-Cola op de witte rolzeilen flink remmen om de waggelende schrijver niet tegen de grond te bumperen. De bestuurder en zijn bijrijder, beiden met de mondkap op de kin, kijken op een gelaten manier geërgerd terwijl ze achter Don Arturito aan rollen.
De Volkskrantcolumnist heeft op dat moment aan de met asbakken, boeken en sigarettenpakjes bezaaide buitentafels van zijn strandwoning al een handvol miniflesjes Sagres naar binnen getikt en we zijn rond het middaguur op weg naar een liquid lunch in een strandbar in Fuseta, tien minuten ten noorden van zijn Villa Vischlugt op de Praia dos Covacos.
Later op de dag zal hij verklaren dat hij die vrachtwagen heus wel aan zag komen. Als dat waar is, anticipeerde hij dus bewust dat de chauffeur bijtijds zou remmen. “Ik heb altijd al een engeltje op mijn schouder gehad. In Irak, Israël, Paraguay, op de Veluwe, in Amsterdam en in de Algarve.” Maar waar hij ook is, als een ander niet oplet, kan Arthur zomaar dood zijn.
Voordat @Mowikan, een Nederlander die in de buurt verblijft, ons ophaalde voor de lunchafspraak in Fuseta, hebben we eerst na twee koppen koffie en twaalf half afgemaakte anekdotes Jamba uitgelaten op de praia. Terwijl de hond poept op het strandje waar talloze krabbetjes tussen het wier langs de waterrand rennen, heeft Arthur al met plechtig enthousiasme verklaard dat het ‘een warm dagje’ wordt. “Veel koud bier drinken dus. Oh, dit is trouwens mijn privéstrandje.”
Reisverslag van een autobedevaart naar Don Arturito in de Algarve
Noem het een saniteitssafari
Iedereen heeft z'n breekpunt. Dat je denkt: dat eeuwige gezever over smoelbeschermers, het microgmanagen van terrastijden, de manier waarop een mild ijdele maar toegewijde jonge ondernemer voor wat wisselgeld onder de DPG-drukpers wordt gesmeten om de aandacht van 5 miljard euro aan kwijtgeraakte VWS-bonnetjes af te leiden en natuurlijk Hugo de Jonge, steeds maar weer Hugo de Jonge, om met die pedant prekerige frikkentoon die al anderhalf jaar niet bij z'n schoenen, waxkapsel en gezichtsbruinende zalf past over je neer te buigen over wat je allemaal niet mag.
De Jonge, die wordt bijgestaan door opruiende Telegraafheadlines over zogenaamd asociale vliegvakantievierders, minuut-tot-minuut liveblogs van de NOS over de meest recente bijwerkingen van ieder vaccin (gevolgd door berichten vol grote vraagtekens en dito zorgen over waarom mensen toch zo vaccinatieschuw zijn ineens), de dagelijkse RIVM-stombola die geduid wordt door statistici die het leven als spreadsheet beschouwen en dan hebben we het nog niet eens over zaaddodende fieldlabsongfestivals van de NPO waar de krampachtigheid het enige is dat gevierd wordt.
Hoeveel fotospreads met vermoeide, door maskers gestriemde verpleegstersgezichten wil je nog zien, hoeveel GGD-gepruts kun je nog aanhoren en hoe lang is de zever van door de regels getrechterde geraniumburgers nog te verdragen, voordat je gewoon in de auto stapt en kijkt hoe ver je komt? Noem het een vroege oprisping van midlife. Noem het een vleesgeworden conference Youp van 't Hek ("Vroeger. Dan stapten we gewoon in. En gingen we naar PARIJS! RRrjRrRRjjjRWWRj!!"). Maar het werd tijd voor tanken, oliepeilen en een toertocht. Omdat het kan.
Bestemming: het bedevaartsoord, natuurlijk, van Don Arturo op het strand in de Algarve.