Peter van Duyvenvoorde: De brandende Notre-Dame en de armoede van het liberalisme
Ingezonden stuk door de echte theoloog des Vaderlands.
Voor de Notre-Dame is op het moment van schrijven al ongeveer een miljard euro opgehaald, en waarschijnlijk stijgt dat bedrag nog. Toen de gotische kathedraal in brand stond, gebeurde er iets in geheel Europa. Ook al is het continent God met rasse schreden achter zich aan het laten - dood is ‘ie al een tijdje, maar de begrafenis liet lang op zich wachten - voelden veel mensen intuïtief dat hier, ook al gaan de meeste van hen niet meer naar de kerk, iets tragisch gebeurde. Nu wil men het herbouwen. Al gauw klonk er kritiek: dat geld kan toch beter naar de gele hesjes gaan? Of naar arme mensen op een ander continent? Dat geld moet praktisch besteed worden om de wereld beter te maken.
Volgens mij is het eerst nodig om te begrijpen waarom mensen zo geraakt zijn door de brand in de kathedraal.
Is het de schaduw van een religieus bewustzijn die dan in het licht komt te staan? Of is het de realisatie dat we ondanks decennia aan horizontaal liberalisme waarin geprobeerd is om de Europeaan los te maken van zijn 'gruwelijke' geschiedenis, we toch een geschiedenis met ons meedragen. In onszelf. Dat we weten ergens vandaan te komen, een weg afgelegd hebben, een weg die waardevol, complex en bijzonder is. Van de vroege (romaanse) middeleeuwen naar de late (gotische), naar de Renaissance, de verlichting, de romantiek, tot aan nu. En dat innerlijke gevoel daarbij is steeds fragieler geworden, door de nadruk op de geschiedenisloosheid van de Europeaan. En als hij al geschiedenis heeft, is die vooral donker, gruwelijk en overheersend geweest.