Pieter Omtzigt, de meest ongeschikte geschikte
Eenmansleger. Geuzennaam die partijleiderschap in de weg staat?
Misschien was het zijn teleurstelling dat Wopke Hoekstra geen kandidaat wilde zijn (want die is kalm, zakelijk en inhoudelijk sterk). Misschien was het de gedachte dat de partij na de muisgrijze maar degelijke Sybrand Buma geleid moet gaan worden door een Pabo-patjepeeër op popiejopie-patta's. Wie weet is het allemaal één grote fuk joe naar het CDA partijbestuur, dat hem ooit onverkiesbaar dacht weg te schrijven op plek plusminus 162 van de lijst, die de dossiertijger aan de ketting proberen te houden en die zijn controlerende taak als Kamerlid altijd wat trachten af te knijpen omdat opportunisme in de politiek nou eenmaal meer waard is dan openheid.
Maar in het zichtbare ongemak waarmee Omtzigt zichzelf in het plaatje van de partijleiderstrijd schildert, herken je hoe dan ook zijn oprechtheid. Pieter is geen wandelende propagandaposter die ik-vorm-vlogjes maakt, elk fotomomentje aangrijpt en precies weet welke lege woorden je moet gebruiken om heel duur en betrokken te klinken zonder écht iets te zeggen. Pieter wil geen self-kickende selfiestick voor video's vol schmier-retotiek, de heer Omtzigt wil de "taaie, saaie details" van een pensioenakkoord - en als econometrist snapt hij die nog ook.
Omtzigt, altijd getergd, soms emotioneel en natuurlijk zo autistisch als zo'n knikkende hond op de hoedenplank. Maar ook: immer onvermoeibaar, altijd oprecht en zonder enige terughoudendheid om de coalitie - waar zijn eigen partij momenteel onderdeel van uitmaakt - scherp en op inhoud te controleren. Zijn woede-uitbarsting (die maar niet écht wilde exploderen) van twee weken terug was daarvan een heerlijk voorbeeld: